4 Een tweede mogelijkheid is het samenstellen van een beknopte uitgave (concised edition), waarvoor een selectie van kaarten en afbeeldingen wordt opgenomen met engelse legenda en toelichting en een verkorte tekst. Op deze wijze kunnen vijf delen worden samen - gesteld uit de vijf hoofdgroepen waarin de twintig delen zijn opgesplitst. Kartograf ie De twintig atlasdelen worden samengesteld door twin tig auteursgroepen, gemiddeld drie auteurs per deel. Deze auteurs zijn deskundigen op het thema van het desbetreffende deel. De inhoud van de delen is in grote lijnen vastgesteld door de redactiecommissie. De auteurs werken deze opzet verder uit en leveren de gegevens voor de kaarten in de vorm van manu- scriptkaarten, statistieken of nog te bewerken bron- materialen. De redactie en het atlasbureau beoorde- len de gegevens op bruikbaarheid en ontwerpen de kaarten en diagrammen. Alle in de thematische karto- grafie gebruikelijke kaartsoorten komen voor, zoals choropleten, chorochromaten, stippenkaarten, bewe- gingskaarten, figuratieve kaarten, kartogrammen en anamorfoses (figuur 3). Voorop staat een optimale leesbaarheid van de kaart middels de gekozen afbeel- dingsmethode. Te ingewikkelde polythematische kaarten worden vermeden. Het bronmateriaal dat door de auteurs wordt verza- meld is deels afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Een belangrijke gegevensverzameling voor een natio nale atlas is de volkstelling. In Nederland is echter recent geen volkstelling gehouden; de laatste dateert van 1971. Wel zijn veel steekproefgegevens aanwezig van recente datum. Voor een gedetailleerde regio- indeling zijn deze meestal niet geschikt zodat veel kaartseries in de atlas een grove regio-indeling ken nen. In enkele gevallen verzamelt het atlasbureau zelf gedetailleerde gegevens (bijvoorbeeld voor de stippen- kaart 'Spreiding van de bevolking'). Voor het ontwerpen en samenstellen van de kaarten wordt in veel gevallen gebruik gemaakt van Computer systemen. Het atlasbureau beschikt zelf niet over dergelijke Systemen. Echter vele auteurs, die meren- deels werkzaam zijn bij overheidsinstituten of univer- siteiten, kunnen aldaar de statistische gegevens zelf verwerken op Computers. De daaruit resulterende kaarten worden niet recht- streeks overgenomen, maar door het atlasbureau verwerkt in de eigen atlasstijl. Het atlasbureau heeft voor deze uitgave nieuwe basis- kaarten ontworpen en getekend. Voor iedere standaard kaartschaal zijn basiskaarten aanwezig, uitgesplitst naar inhoud: hydrografie (in verschillende dichtheden, al naar gelang de kaartsoort vereist), staatsgrens, provinciegrenzen, gemeentegrenzen en diverse andere door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehan- teerde regio-indelingen, en voorts spoorwegen, wegen, stedelijke bebouwing en topografische bena- mingen. Afhankelijk van doel, inhoud en kaartsoort wordt hieruit een keuze gemaakt. De meeste kaarten van Nederland worden getekend als eilandkaarten. Het gekarteerde gebied wordt be- grensd door de Rijksgrens en de kustlijn. Het gebied daarbuiten wordt, tot aan de stramienlijnen, opgevuld met een licht grijs-blauwe tint (figuur 3, 4 en 5). Dit tintvlak wordt ook gebruikt bij diagrammen en grafie- ken. Op deze wijze wordt een duidelijke scheiding verkregen tussen tekst en grafische informatie. 5 Bevolking naar leaftijd en gaslacht in 1849,1900, 1947 en 1981 85+ 80-84 75-79 70-7* 65-89 60-84 68-59 60-54 45-48 40-44 38-39 30-34 28-28 20-24 18-19 10-14 iH*>800 i I 100 200 300 400 500 800 700 ST j 's»1 Fig. 4. Voorbeeld van een diagram (bevolkings- pyramide) met een grijs tintvlak als achtergrond. Een veel voorkomende kaartsoort is de choropleet. Om een beter overzicht te krijgen van de verdeling van de gekarteerde gebieden over de legendaklassen wordt een soort frequentie-diagram toegevoegd aan de legenda (figuur 5). Organisatie Het initiatief tot de uitgave van de Atlas van Nederland ligt bij de Stichting Wetenschappelijke Atlas van Ne derland, welke wordt gesubsidieerd door het Ministe- rie van Onderwijs en Wetenschappen. Tijdens de produktie van de eerste editie van de atlas werden, in het begin van de jaren zeventig, de eerste ideebn gelanceerd over een tweede editie. Dit resul- teerde in de instelling van de Werkgroep Tweede Uit gave Atlas van Nederland, welke tot taak had het bestuur van de Stichting te adviseren over een tweede uitgave. In 1978 bracht de werkgroep haar rapport uit met aanbevelingen voor de-nieuwe atlas. De Stichting heeft daarop een nieuwe redactiecommissie ingesteld. Deze commissie, waarin in hoofdzaak geografen en kartografen zitting hebben, heeft de ideeen verder uitgewerkt en is verantwoordelijk voor de inhoud van de atlas. De redactiecommissie is verdeeld in vier deelveldredacties die elk verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van een groep atlasdelen. Een vijfde deelveldredactie begeleidt het ontwerpen van de kaarten. Voorts heeft de Stichting een kartografisch bureau (voluit Bureau Wetenschappelijke Atlas van Nederland) ingesteld, waar 4 kartografisch tekenaars onder lei- ding van een geograaf-kartograaf de kaarten vervaar- digen. Dit Bureau is ondergebracht bij de Topogra fische Dienst. Voor de twintig delen zijn ongeveer 60 deskundigen (auteurs) aangetrokken die de gegevens voor de kaarten verzamelen en aanleveren en de toelichtende tekst 42 KT 1984. X. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 44