Bladindeling kaartbladen schaal 1:5000 een grote detailler ing op wordt weergegeven. Waren de kleurStelling en de symbolisatie, zoals die zieh tot dan toe ontwikkeld hadden, wel geschikt voor de funetie van de kaart? Vermoedelijk niet! Analyse en synthese De nieuw op te zetten kaartserie 1:5. 000, met een verantwoord kostenpeil en geschikt voor multifunctio- neel gebruik, had de volgende uitgangspunten. Betreffende de produktie: - zoveel mogelijk werkprocessen automatiseren voor zover deze geld en tijd besparen; - werkprocessen in de nabewerking vereenvoudigen. Betreffende de kaartinhoud: - weergeven van straatprofileringen in detail; - weergeven van percelering. Betreffende de presentatie: - moeten kunnen funetioneren als plotkaart of werk- kaart; - gering aantal kleuren; - lichte, zachte tinten. Om dit te kunnen realiseren werd begin 1982 de werk- groep ARTOL-Kartografie gevormd, bestaande uit vertegenwoordigers van de onderafdelingen Onderzoek en Ontwikkeling, Vastgoedbestanden en Kartografie van de Dienst Gemeentewerken Rotterdam. Haar opdracht was het formuleren van voor stellen voor de vervaardiging van een nieuwe kaartserie 15. 000. De conclusies waren als volgt. Als door een selectie van coderingen alleen de bebou- wing door de tekenmachine gegraveerd wordt, dan is daarvan een peelcoat te maken. Om nu de bebouwing te pellen is gddn kleurmodel en zelfs gddn selectieve arbeid nodig, omdat er gdön ander onderwerp op de drager voorkomt. Hoewel de percelering in de bebouwing ook uit het bestand te selecteren is, is besloten dit niet in deze gravure op te nemen. De lijntjes zouden een ongunsti- ge invloed hebben op het pellen. De percelering wordt nu op een andere gravure geplot. Voor water kan eenzelfde procedure worden gevolgd. Hoewel de water- en landscheiding via de codering is af te beeiden, mankeerde er nog het nodige om later het water uit de van de gravure afgeleide peelcoat te kunnen pellen. Objecten als bruggen, duikers of ge- bouwen, waarvan een deel van de muur aan het water grenst, veroorzaken mede door de aard van de code ring hiaten in het lijnenbeeld. Om te kunnen pellen zijn gesloten omtrekken immers een voorwaarde. Voorts zijn er voor sloten en greppels van minder dan 1 meter breed aparte codes ingevoerd. Door nu onder andere de coderingen van kunstwerken, installaties en greppels in de selectie voor de gravure ten behoeve van de wateromtrekken mee te nemen, wordt een vrij- wel compleet beeld verkregen. Andere selecties waren niet zo eenvoudig uit te voeren. Groenfuncties, ?oals zij tot nu toe op de kaarten in kleur voorkwamen, waren niet als zodanig uit de code ring te selecteren. Behalve de reeds genoemde selec ties voor de eerste twee gravure s, te weten bebouwing en water, is besloten de resterende informatie op de derde gravure af te beeiden. Maar toch moesten er nog coderingen uit de selectie geelimineerd worden, zoals bomen, verlichtingsmasten enz. omdat deze op 24 de 1:5. 000 niet meer te identificeren stippen zijn. Zo is het ook met de monumenten, trapjes, telefooncellen enz. AI deze objecten zijn in het bestand bekend als enkelvoudige codes. De nu overgebleven objecten zijn lineaire objecten. Zij vormen het resterende beeld van onder andere Straten met al hun profilering en de percelering in bouwblokken. Deze komen nu voor op de derde gravure. Uit een test bleek, dat in die gravure met overige topografie, nog wat lastige beeide lern enten voorkwa men, zoals Spören van trein, tram en metro, de gren zen en andere lijnelementen die vaak dwars door an dere informatie heen gaan. Deze elementen zullen echter nimmer een probleem opleveren op ödn der andere gravures, daar zij zieh voor het maken van de kleurseparaties, duidelijk onderscheiden. Zo worden nu de grenzen aan de selectie van de bebouwing toege- voegd en de N. S. -sporen en metrosporen bij de selec tie van het water. Het lijnenbeeld van de derde gravure bleek nu geschikt om, indien overgekopieerd op een peelcoat, alle weggedeelten uit te pellen, waar gemo- toriseerd verkeer toegestaan is. De toepassing daar van is in de gedrukte kaart als een grijze invulling te zien. De vormen van parkeerkommen, parkeerhavens, ver- keersdrempels, vluchtheuvels, trottoirs, voetgangers- gebieden, rijwiel- en ruiterpaden, maar ook belem- meringen in woonerven worden beter in het kaartbeeld herkenbaar (zie bij läge). Rest mij nog een andere, in de werkgroep ARTOL- Kartografie genomen, beslissing te vermelden. Tot nu toe is er gesproken over een kaartbladenserie op schaal 15. 000, bestaande uit een bladindeling met aangrenzende, dus elkaar niet overlappende, raam- kaarten (figuur 4). Hoe men zo'n bladindeling ook ont- werpt, het zal nimmer gelukken om gehele geografi- sche of territoriale eenheden ongeschonden binnen ddn kaartblad te krijgen. Een verschuiving van de bladin deling verplaatst slechts het probleem en lost niets op. Figuur 4. Bladindeling van de raamkaart 15. 000 in 24 bladen (tot 1979). Nu kent Rotterdam een territoriale indeling in deel- gemeenten, wijken, buurten en sub-buurten. Voor de nieuwe kaartserie 15. 000 werd besloten, dat een kaartblad ödn of meerdere deelgemeenten en/of wijken zal omvatten. Het resultaat is een serie van semi- KT 1984. X. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 26