De tweede gravure, genoemd 'water' bevat: eilandkaarten, die onderling een overlap hebben. De afmetingen van de kaartbladen zijn daardoor verschil- lend. De titel van deze kaartserie, de Wijkkaartserie 15. 000, is dan ook terecht. Een prettige bijkomstig- heid is, dat we nu beschikken over een wijkgebied, waarbinnen de kaartinhoud betreffende het tijdstip van samenstelling homogeen is, wat bij een stelsel van raamkaarten meestal niet zo is. Figuur 5. Bladindeling van de wijkkaartserie 15. 000 volgens ARTOL-produktie (vanaf 1983). Voorbeeld: de wijken A en K zijn afgebeeld op Blad 1. Terwijl met de eerste kaartbladen werd begonnen, was het gehele gemeentelijke grondgebied nog niet vol- ledig in het bestand aanwezig. Door nu die wijken te produceren, die compleet in het bestand voorkwamen, is elke informatieproblematiek vermeden. Voor de duidelijkheid staan de genoemde besluiten hier nog eens op een rij. Aangeleverd worden 3 gra- vures. De eerste gravure, genoemd 'bebouwing' bevat: - alle bebouwing; - kaders, grenzen en paskruizen. - alle land- en water scheidingen; - kunstwerken, installaties en Steigers; - sloten en greppels; - N. S. -sporen en metrosporen; - paskruizen. De derde gravure, genoemd 'overige' bevat: - alle percelering van bebouwing; - alle details van indeling in Straten en wegen; - terreinafscheidingen, anders dan tuinscheidingen; - voorts nog enige objecten waarvan de weglating een incompleet beeld zou vormen of die moeilijk weg te selecteren zijn, zoals taluds. Praktijkproblemen Omdat op de Xynetics tekentafel een ponsregister niet mogelijk is, worden op iedere gravure 6 paskruizen met pascirkels gegraveerd. De eerste taak is, om de drie gravures te voorzien van een aangehecht pons register, met behulp van deze pasmerken. Als dit eenmaal gebeurd is kunnen we alle kanten uit in de reproduktie; dat dachten we tenminste. Bij een nadere inspectie van de aangeleverde gravures constateren we tal van onvolledigheden die ver schillen de oorzaken kunnen hebben. Lijnstukjes en hoekaansluitingen, die niet geheel uit de graveerlaag gestoken zijn, kunnen een mechanische oorsprong hebben, zoals dit kan voorkomen bij de aan- zet van het graveren na een 'pen-neer'-commando. Het kan ook een fout in het bestand zijn, ontstaan door bij voorbeeld een coderingsfout of een misslag tijdens het invoeren van gegevens. Ook kunnen details tijdens het digitaliseren zijn overgeslagen of kan er een verkeerd pen-commando gegeven zijn, want ondanks alle auto- matisering blijft het mensenwerk. Om deze hiaten te achterhalen is een snelle, simpele methode bedacht die, naast het opsporen en herstellen van het graveerwerk, de informatie ook zichtbaar maakt, zodat zij gebruikt kan worden om het bestand waar nodig te corrigeren. Direct na het ponsen van de gravures en nog voor we ook maar enige handeling daarop verrichten, kopieren we iedere gravure op een apart vel wit tekenpolyester in een blauw lijnenbeeld met onze kleurproefmachine. Vervolgens gaan we de gravures opknappen, door met een naald de hoekjes dicht te maken, en de lijnelementjes bij te trekken (zonodig met behulp van luchtfoto's geverifieerd). Foutieve lijnen, ontstaan doordat bij voorbeeld een 'pen-op'-commando niet is gegeven, en andere be- schadigingen worden op de gravures afgedekt. Na deze behandeling kopieren we elk der bijgestelde gravures opnieuw. Op de reeds van een blauw lijnen beeld voorziene witte tekenfilm brengen we een rode emulsielaag aan en belichten we de bijgestelde gravu re. Er ontstaat nu een nuttig beeld, want door kleur- menging ontstaat een paarse lijn. Aanvullingen ver schonen als rode lijnen en de verwijderde lijnen zul- len als blauwe lijnen blijven staan. Toch waren we er nog niet helemaal. Immers, ontbrekende en/of vergeten delen kunnen op deze wijze niet worden achterhaald. De opsporing van deze hiaten is ook weer eenvoudig uit te voeren. We nemen nu dön witte tekenpolyester en belichten daarop alle bijgestelde gravures; de 'bebouwing', 'water' en 'overige topografie' in respectievelijk rood, blauw en grijs. De eerste keer verwachtten we een compleet beeld, maar tot onze schrik ontdekten we, dat hele complexen ontbraken. En dit niet alleen voor een woonwijk in aanbouw, maar ook van een reeds be- staand deel. Ook ontbrak wel eens de indeling van wegen voor een bepaald traject. Wat is hiervan nu de oorzaak? Bijstelling kaartopbouw Het bestand wordt continu bijgesteld door het toevoegen van nieuwe metingen. Maar zo'n meting kan fouten be- vatten, die geölimineerd moeten worden. Alvorens een meting wordt goedgekeurd en aan het definitieve be stand van bestaande topografie wordt toegevoegd, wordt zij opgeslagen in een 'voorlopig bestand'. Vanuit dit voorlopige bestand kunnen dezelfde selecties worden toegepast als vanuit het definitieve bestand. Op de wijze van aanlevering kom ik direct terug. Ook na dit toevoegen was het beeld nog niet volledig. Im mers, alle in aanbouw of aanleg zijnde objecten zullen nog ontbreken, alsmede de reeds gerealiseerde objec ten die nog niet zijn opgemeten. KT 1984.X. 4 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 27