Daar waar de hierboven vermelde Studie de nadruk legt op speeifieke Problemen in functie van het beleid, werd de atlas opgevat als een algemene informatie- bron die niet alleen voor beleidsmensen interessant kon zijn maar ook voor een ruimer publiek (de leraar, de opmerkzame stadsbewoner, enz.). Het bestudeerde geografisch kader werd ruim opgevat in antwoord op de onb /ikkeling van nieuwe administratieve en functio- nele kaders. Bovendien zou de atlas, net als zijn voor- ganger over Brüssel worden uitgegeven onder beperkt formaat, dat wil zeggen met verkleinde kaarten, zodat opties als overzichtelijkheid en detail enigszins met elkaar in conflict kwamen. Omwille van al deze facto- ren kwam de nadruk te liggen op de voorstelling van globale patronen binnen de fusiegemeente (2) en het stadsgewest. De isopletenkaart leek daarvoor goed geschikt en zou meteen een publicatie mogelijk maken, complementair aan de Studie van de Gentse pianolo gische dienst. Een Engels voorbeeld over Birmingham met ongeveer dezelfde opzet overtuigde ons om dit type van kaarten te gebruiken (K. E. Rösing en P. A. Wood, 1971). Gebruikte grafische en statistische pakketten In de periode dat de stadsgeografische computeratlas sen werden opgemaakt, stond slechts iän grafisch pakket ter beschikking, SYMAP. Met dit pakket kun- nen enkel regeldrukkerkaartjes worden gerealiseerd. De vereiste input bestaat essentieel uit drie geordende tabellen of matrices. Op de eerste plaats komt de matrix met grenscoördinaten. Deze omvat de situe- ring van elk knooppunt en elk buigpunt in de buitenste begrenzing van respectievelijk fusiegemeente en stads gewest ten opzichte van een X-as en een Y-as. Ver volgens moet een matrix ingevoerd worden met de eo- ordinaten van de punten waartussen, bij realisatie van de isopletenkaart, wordt gelnterpoleerd. Zij vertegen- woordigen de bewonings- en bebouwingszwaartepunten waaraan de waarde wordt toegekend die een fenomeen (variabele) aanneemt in een bepaalde ruimtelijke een- heid (statistische sector). Zij kunnen mathematisch berekend worden of afgebakend aan de hand van de topografische kaart. In laatste instantie dient de ma trix van de observatiewaarden voor alle variabelen en alle ruimtelijke eenheden te worden ingelezen. De rest van de programmatie in SYMAP heeft te maken met de lay-out van de kaart zoals titels, legenda, schaal en bronvermelding. De klassenindeling gebeurde op basis van een beschrij- vende statistiek, voor iedere variabele verkregen door toepassing van een statistisch pakket (BMDP). Dit pro- gramma genereert op de eerste plaats een frekwentie- diagram waaruit gemakkelijk de breekpunten in de waardenverdeling kunnen worden afgelezen alsook het soort verdeling. Deze wordt ondersteund door de be- rekening van een aantal centrum- en spreidingsmaten zoals gemiddelde, mediaan, standaardafwijking en interkwartielafstand. Op basis van een dergelijk sta tistisch overzicht kon, voor elk kenmerk of variabele, een volledig onderbouwde klassenindeling worden ge- maakt (zie de statistische kengetallen onder elke kaart). Er werd zoveel mogelijk sociaal-economische en de mografische informatie in rekening gebracht door de gegevens uit de telling maximaal te verwerken tot z in volle variabelen. De sortering, frekwentietabellering en berekening van procenten en verhoudingen gebeurde eveneens met behulp van een pakket (SPSS). Om de overzichtelijkheid te hevorderen werd, naast de afzonderlijke weergave van een aantal representa- tieve elementen, gezocht naar een gebundelde weer gave van de informatie. Dit was mogelijk door deze terug te brengen tot een beperkt aantal synthesevaria- belen (componenten) verkregen met een PCA (versie BMDP). Dergelijke componenten weerspiegelen als het wäre meer complexe dimensies van het stedelijk gedif- ferentieerd patroon. Zij worden verkregen door de tellingsgegevens, met tussenkomst van de Computer, samen te stellen steunend op de vergelijkbaarheid van hun ruimtelijk spreidingspatroon. De gebruikte analy- sevariante, de principaal-componentenanalyse met orthogonale rotatie, garandeert onafhankelijke compo nenten, d. w. z. zonder (mathematische) bindingen. Het uiteindelijk resultaat van de opeenvolgende pro- grammaties bestond uit de snelle en goedkope realisa tie van een aantal kaartjes via de regeldrukker van de Computer die zowel de afzonderlijke variabelen als de voornaamste principale componenten in beeld bracht. Zij bieden een overzicht van de ruimtelijke spreiding van variabelen en componenten door de kartering van respectievelijk de observatiewaarden en de componen- tenscores. Hierdoor wordt een interessante vergelij- king mogelijk tussen het patroon van het enkelvoudig fenomeen of de indicator enerzijds en de complexe stedelijke dimensie anderzijds. Variabelen, componenten en hun ruimtelijk patroon: een inhoudelijke evaluatie Zoals eerder gesteld, is de principale component weinig meer dan een synthesevariabele die staat voor een aantal afzonderlijke kenmerken met een overeen- komstig ruimtelijk spreidingspatroon. De hoedanigheid van een dergelijke, mathematisch gecreeerde variabe le wordt beschreven door drie soorten waarden: 1. de ladingen of correlaties tussen elk van de oor- spronkelijke kenmerken en het nieuwe gegeven; 2. de scores of het verband tussen elk van de compo nenten en de ruimtelijke eenheden (naar betekenis te vergelijken met de observatiewaarden); 3. de bijdrage tot de totale (verklaarde) variantie of het aandeel van de component in het totaal informa- tiepakket; de 'eigenwaarde' is eveneens een uit- drukking van de informatieve capaciteit van de component. Na uitvoering van de analyse verkrijgt men in principe evenveel componenten als oorspronkelijke variabelen, doch de informatieve waarde (eigenwaarde) van de componenten is sterk verschillend. Hierdoor kan men een selectie doorvoeren en enkel significante compo nenten (3) behouden. De betekenis van deze significante componenten wordt, gezien hun hoedanigheid van synthese variabele, be- paald door de bundeling van een aantal speeifieke ken merken (met een hoge absolute lading op die compo nent) Zo kwamen voor het Gentse stadsgewest 7 en voor de fusiegemeente 6 significante componenten uit de analy se te voorschijn. Deze componenten zijn onafhankelijk KT 1984. X. 4 39

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 41