Vanneste D. De ruimtelijke structuur van Gent en
het Gentse stadsgewest. Acta Geographica Lovanien-
sia, Vol. 21, 1982.
De Winter K. en Kesteloot Ch. De ruimtelijke struc
tuur van het Antwerpse stadsgewest. Acta Geographi
ca Lovaniensia, Vol. 23, 1983.
Geografisch Instituut, Katholieke Universiteit te
Leuven.
2. Bij de kartering van de fusiegemeente en het
stadsgewest werd de kanaal- en industriezone ten
noorden van de Gentse stadskern niet in rekening ge
bracht omwille van de geringe representativiteit van
woning- en bevolkingsaantallen in vergelijking met de
oppervlakte van de sectoren.
3. Men spreekt van een significante component indien
deze (veel) meer informatie biedt dan elk van de af-
zonderlijke variabelen. In principe komen alle com-
ponenten met een eigenwaarde groter dan 1. 00 in aan-
merking. Bij de atlas over Gent werden enkel de
componenten met een eigenwaarde groter of gelijk
aan 2. 00 weerhouden.
4. Om dit artikel niet onnodig met figuren te over la
den werd de voorstelling van de afzonderlijke varia
belen beperkt tot de kaart van de spreiding binnen de
fusiegemeente. Alleen voor de componenten werd ook
de stadsgewestkaart opgenomen.
Figuur 9c. Bevolkingsdichtheid. SAS/GRAPH-
choropletenkaart.
B e slu it
Wij zouden kunnen stellen dat de stadsgeografische
computeratlassen van Vlaamse Steden, ondanks een
aantal in die tijd niet te vermijden kartografische te-
kortkomingen, een rijke bron van informatie zijn voor
een ruim publiek temeer daar zij een analytische en
een synthetische werkwijze combineren. Blijkbaar be-
antwoordden zij aan een zekere behoefte vermits de
volledige oplage van de drie atlassen (500 exemplaren
elk) bijna is uitgeput.
Desondanks is uit recent onderzoek gebleken dat, met
de nieuwste technieken die nu ter beschikking staan,
het beeld van de automatisch gerealiseerde, thema
tische kaart voor verbetering vatbaar is, een bevin-
ding die verdient in rekening gebracht te worden bij
volgende soortgelijke publicaties.
Noten
Dr. Frans Depuydt is hoogleraar aan de Katholieke
Universiteit te Leuven. Adres: Instituut voor Aard-
wetenschappen, Redingestraat 16bis, B- 3000 Leuven.
Dominique Vanneste is aspirant van het Belgisch Na
tionaal Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek, aan
het Instituut voor Sociale en Economische Geografie,
Celestijnenlaan 300, B- 3030 Leuven.
1. Stadsgeografische computeratlassen van Vlaamse
Steden onder leiding van Prof. dr. H. van der Haegen.
Kesteloot Ch. De ruimtelijke struktuur van Brussel-
Hoofdstad. Acta Geographica Lovaniensia, Vol. 19,
1980.
Literatuur
B. J. L. BERRY en F. E. HORTON, Geographie Per
spectives on Urban Systems: with integrated readings.
1970. Prentice Hall, Englewood Cliffs (N. J.564 p.
BRÜGGE, struktuurplan voor de binnenstad. Dossier
A+l, 1973, 48 p.
DEKNOPPER, E. J. RIJMENAMS, F. SYMONS en
M. VUYLSTEKE-WOUTERS, Multidimensionele gege-
vens en hun voorstelling. Biometrie Praximetrie,
1984.
DE LANNOY, W. Sociaal-geografische atlas van
Brüssel-Hoofdstad. 1978, Centr. Bevolkings- en
Gezinsstudibn, Studie en Dokumentatie, nr. 11, 99 p.
DE LANNOY, W. en M. RAMPELBERGH, Sociaal-
geografische atlas van Brüssel en zijn Randgebied.
1981, Centr. Bevolkings- en GezinsstudiSn, Studie en
Dokumentatie nr. 18, 95 p.
DEPUYDT, F. en H. VAN DER HAEGEN, Leuven
2000. 1974, Interleuven, atlas van 60 bladen, tekst-
deel 55 p. fotoboek 55 p.
DEPUYDT, F. Een voorbeeld van regionale Studie
in atlasvorm: Leuven 2000. Kartografisch Tijdschrift,
1976. II. 2, p. 21-23.
DE WINTER, K. en CH. KESTELOOT, De ruimtelijke
sociale structuur van het Antwerpse stadsgewest.
Acta Geographica Lovaniensia, Vol. 23, 1983, Inst.
Soc. en Econ. Geografie, Leuven, 131 p.
GENT morgen. 1970, Jaarbeurs Gent, atlas van 54
bladen, tekstdeel 55 p.
KESTELOOT, CH. De ruimtelijke structuur van
Brussel-Hoofdstad. Acta Geographica Lovaniensia,
Vol. 19, 1980, Inst. Soc. en Econ. Geografie, Leuven
153 p.
MALVOZL. en C. VERBIST, Een Belgib van 589 ge-
meenten. Bestuursgeografisehe aspecten van de sa-
menvoeging. Gerneentekrediet van Beigib, Driem.
Ts., 30ste Jg, nr. 115, 1976, p. 21-66.
44
KT 1984.X. 4