Bouwwerken en Steden op oude kaarten
M. Kok
Enkele begrippen uit de geschiedenis van de stadskartografie, geformuleerd door prof. C. Koeman in:
'Die Darstellungsmethoden von Bauten auf alten Karten' (Wolfenbütteler Forschungen, Band 7, 1980).
In1e id i n g
De moderne kartografie van een stad bestaat uit de
planimetrische weergave van het grondvlak van de ge-
bouwen eventueel aangevuld met overige informatie,
die door middel van grafische Symbolen wordt ver-
beeld. Voorts kennen wij allemaal -bijvoorbeeld als
toerist - de stadsplattegronden waarop bepaalde ge-
bouwen van opzij, als kleine schilderijtjes zijn inge-
tekend; een weergave die de herkenning zeer verge-
makkelijkt.
Ook op de zogenaamde panoramakaarten die bijvoor
beeld een heel rivierdal overzien zijn de zijvlakken
van de gebouwen weergegeven; hier zoals een vogel
die waarneemt, dus schuin van boven.
Deze verschillende manieren van weergeven zijn niet
slechts van deze tijd. Zowel de planimetrische afbeel-
dingen als die met de gebouwen in opstand hebben al-
tijd naast elkaar bestaan; in alle samenlevingen
kwamen beide wijzen van afbeelden voor. Met uitzon-
dering van de ontdekking van de regels van het
perspektief is in de kartografische methode betreffen
de bouwwerken geen evolutie opgetreden. Een indeling
naar tijdperk of beschaving is dan ook niet mogelijk.
Terminologie
De vele verschillende benamingen voor wat we met
een allesomvattende term 'stadsgezicht' zouden kun-
nen noemen wekken nogal wat verwarring. Waarin
onderscheiden profielen, vogelvluchtkaarten, platte-
gronden en panorama's zieh van elkaar? Om duidelijk
te maken welke begrippen we met deze termen bedoe-
len volgt hier een indeling, die gebaseerd is op de
verschillen in meetkundige eigenschappen.
Zo scheiden we eerst de plattegronden, dat zijn de
afbeeldingen zonder geometrische vertekening van de
overige kaarten.
I. Plattegronden.
De schaal van een plattegrond is over de gehele opper-
vlakte konstant. Een bijzondere kategorie vormt die
waarbij de gebouwen zelf niet door een verticale
projektie tot hun grondvlak zijn geredueeerd (fig. 1)
maar door scheve projektie naar hun hoogte worden
afgebeeld (fig. 2).
II. Schuine perspektivische afbeeldingen.
Deze ontstaan als wij het landschap opgenomen denken
vanuit een hooggelegen standplaats (fig. 3). Naarmate
de afstand tot de beschouwer toeneemt neemt de schaal
af. Deze afbeeldingen worden dikwijls vogelvlucht ge-
noemd, een term die we liever hier vermijden.
III. Profielen.
Als de hoek tussen het aardoppervlak en de opname-
as van de bovengenoemde waarnemer naar 0° loopt
spreken we van een profiel. De gebouwen kunnen als
vanuit ddn punt opgenomen zijn of zo, dat het lijkt of
de kartograaf zieh voor elk gebouw heeft verplaatst
(fig. 4).
IV. Panorama's.
Dit zijn de afbeeldingen van het landschap zoals men
dat waarneemt 'alles rondom overziend'; ofwel vanuit
ään punt ofwel zoals een vliegende vogel (fig. 5) die
een strook loodrecht van boven beschouwt en het ge-
bied aan weerszijden schuin waarneemt ('de Rijn van
Bazel tot Keulen').
De Oudhe id
Alle oude beschavingen hebben afbeeldingen gemaakt
van hun nederzettingen zowel plattegronden als die
met de gebouwen in opstand.
Wellicht de oudste afbeelding van bouwwerken vinden
we op de papyruskaart van de Kubische goudmijnen uit
ca. 1300. We zien daarop het verloop van de hoofd-
straat en de lokatie van woonhuizen en van de Ammons-
tempel. Op de Mesopotamische plattegrond van Ma-
daktu (ca. 650 v. Chr.staan de huizen zowel naar
omtrek als met de muren 'omgeklapt' getekend.
Evenals de Babylonische heeft de oude Egyptische be
schaving ons slechts weinig kaarten overgeleverd
maar uit de omtrekken van gebouwen die in het steen
van de tempelwanden gekrast zijn kunnen we afleiden
dat de Egyptische bouwmeesters over plattegronden
hebben beschikt. Het is echter niet aannemelijk dat
de weergave van de omtrek der gebouwen de oervorm
is van de stadskartografie; zoals wel wordt aangeno-
men met verwijzing naar de Forma Urbis, een be-
waard gebleven plattegrond van het oude Rome.
Zeer veelzeggend in dit verband zijn de resultaten van
recente opgravingen in de zogenaamde Han-graven in
China. Hier zijn op de muur geschilderde stadskaar-
ten aan het licht gekomen uit de periode 140-190 na
Chr. Op deze kaarten zijn op Schilde räch tige wijze de
sfeer en de mensen in de stad uitgebeeld maar op een
meetkundig tamelijk exakte ondergrond (fig. 6). Zoals
uit 18e-eeuwse plattegronden blijkt is deze stijl in de
Chinese kartografie nauwelijks gewijzigd. En net als
op de 16e-eeuwse Duitse en Nederlandse stadskaarten
zijn alleen bepaalde, belangrijke gebouwen als zodanig
46
KT 1984. X. 4