Braunschweig 1983. Prijs DM. 14,80 per deel. ISBN resp. 3-14-106051-7 en 3-14-106052-5. Het zijn op het eerste gezicht ge- weldig aantrekkelijke atlasjes, ze- ker voor deze prijs. Ze zijn door- schoten met fraaie kaartfragmenten uit de Diercke-Atlas. Geen reden dus om te twijfeien aan de claim in het Voorwoord dat de kaarten het tekstdeel op voortreffelijke wijze aanvullen. In deel 1 tekenen een aantal auteurs van het Bundesforschungsanstalt für Geowissenschaften voor de tekst over het gedeelte Energie en Mine ralen, De agrarische produktie is beschreven vanuit het Institut für Pflanzenbau van de Bundesfor schungsanstalt für Landwirtschaft. Ze hebben voortreffelijke compacte informatieve teksten geleverd, per energiebron, mineraal of gewas. Alleen is het jammer dat deze ge- gevens niet tegen elkaar zijn uit- gezet - vergelijkbaar gemaakt om hun relatieve belang aan te geven. Bij de delen over energie en mine- ralen is nog wel eens verwezen naar de kaartjes-fragmenten van de economische kaarten uit de Diercke-Atlas, waarop toevallig veel van de betreffende stof wordt geproduceerd (bij de behandeling van koper bij voor beeld Katanga (Copper Belt)). Alleen verwijzing naar de kaartjes als zodanig, er is geen sprake van verwijzing naar iets op de kaart, laat staan een interpretatie. Bij het landbouwdeel ontbreekt die verwijzing al hele- maal. De continent-kaarten op het eind (in paren voor respectievelijk agrarische en minerale produktie) laten per produkt het aandeel van de betreffende locatie aan de mon- diale produktie zien. Een veilige wijze van weergave die niet snel veroudert, maar toch betrekkelijk weinig informatie biedt voor een Weltwirtschaftsatlas. Vindplaatsen in de tekst genoemd, vindt men niet altijd op de kaarten. Doordat men fragmenten heeft op- genomen zijn de legenda's niet al tijd volledig aangegeven. Een aan tal kaartjes zijn duidelijk minder afgedrukt dan we bij Westermann gewend zijn, door een zwartsluier (overgang op 4-kleurendruk). Wel biedt de tekst nuttige informatie, is er een verklärende lijst van be- grippen en een goede, recente li- teratuurverwij zing. Deel 2 is op zichzelf veel beter ge- lukt. Het behandelt de ver schillen de economische regio's van de we- reld, en die opzet is goed met de kaarten te vergelijken. De econo mische kaarten uit de Diercke-Atlas uitgebreid zoals ze voor de Geogra phische Rundschau bewerkt zijn - sluiten qua schaal en informatie goed aan op de tekst. Ook hier wordt echter niet naar de kaarten verwezen. Niet de hele wereld is met econo mische kaarten gepresenteerd: Nieuw-Zeeland, O. Indonesie en Nieuw Guinea, Noordoost Zuid- Amerika, N. Canada, Sahara, Oost- Afrika, Oost Siberiö en Noordwest China. Het zijn niet de economi sche meest belangrijke gebieden die gemist worden, maar daarnaast zijn er een aantal doublures. Hoewel deel 2 volgens de Inleiding in samen hang met deel 1 geconcipieerd is, komt een aantal kaartfragmenten geheel of gedeeltelijk in beide de len voor: O. China, terrasirrigatie, Himalaya, Punjab, het 'hartland' van de U.S. A. en de Oekraihe. Ook de tekst van het tweede deel is uitstekend verzorgd: per econo mische regio worden landbouw, mijnbouw en industrie overzichte- lijk behandeld. Het tweede deel is in elk geval een nuttige aanwinst voor wie zieh over de wereldecono- mie wil documenteren. F. J. Ormeling DIERCKE TASCHENATLAS DER WELT. Physische und politische Karten. 2. Auflage. Braunschweig: DTV/Westermann, 1981. 131 p. kaarten, 42 p. register. ISBN 3-434-03400-9 (DTV), 3-14-106050 (Westermann). Prijs DM 12, 80 Met recht kan deze atlas een we- reldatlas van formaat worden ge noemd ondanks zijn afmeting van slechts 19x12,5 cm. De uitgevers zijn er in geslaagd om in dit zak- formaat een volledig beeld van de wereld te geven in 58 topografische overzichts- en detailkaarten en 12 politieke overzichtskaarten. Statis tische gegevens bevat deze atlas niet, daar deze in een aparte band, de Diercke Welt Statistik, zijn opge- nomen. Alle kaarten zijn gebaseerd op de Direcke Weltatlas. Het zijn ver- kleiningen van de oorspronkelijke kaarten, waardoor geen verlies van informatie is opgetreden. Alleen het schritt is in een groter corps opnieuw gemonteerd. De indeling van de atlas is vanzelf- sprekend geografisch, geörienteerd op Europa met, gezien de afkomst van de atlas, daarbij de nadruk op Duitsland. Na de natuurkundige (topografische) overzichtskaart van de verschillen- de werelddelen volgen de politieke (staatkundige) overzichtskaart en de topografische detailkaarten. De overzichtskaarten hebben een schaal van 1:48 miljoen (met uit- zondering van die van Europa, 1:24 miljoen), terwijl de detail kaarten varieren van 1:5 miljoen (soms 1:2 miljoen of 1:8 miljoen) voor Europa tot 1:20 miljoen voor de rest van de wereld. De natuurkundige kaarten geven al- lemaal een grote hoeveelheid topo grafische informatie die overzich- telijk is weergegeven. Op het eerste oog doen zij een grote nauwkeurigheid vermoeden. Maar een enkele kaart roept toch wat twijfels op, zoals de kaart van de Benelux waarop westelijk Neder- land, de IJsselmeerpolders, het rivierengebied en het noorden van Friesland en Groningen geheel worden aangegeven als zijnde moeras. Andere ongerechtigheden van deze aard heb ik gelukkig niet kunnen ontdekken. ledere kaart of kaartserie heeft een aparte legenda. Deze legenda's bevatten voornamelijk hoogtezones en een bebouwingsklassifikatie. De eerste worden weergegeven in een kleurenschaal die van donkergroen via geel naar donkerbruin loopt wat een mooi en rüstig kaartbeeld oplevert. Dit wordt niet verstoord door de grote hoeveelheden namen die de kaarten bevatten. Voor het Schrift is een goed lees bare schreefletter gekozen waar- bij door gebruik van vet, normaal en cursief onderscheid is gemaakt in grootte van de plaatsen. Vooral het gebruik van cursief doet enigs- zins vreemd en onlogisch aan, maar was blijkbaar nodig om op dergelijke kleine schalen een zo grote hoeveelheid namen te kunnen geven. Een groter corps voor de grootste kategorie zou hebben mis- staan, maar misschien was een magere letter voor de kleinste ka tegorie een betere oplossing ge- weest. De hydrografische namen zijn ook cursief, maar achterover hellend. Reli'efnamen, om volledig te zijn, staan in een vette schreef- loze letter. 82 KT 1984. X. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 84