voor de tiende millimeter als
nieuwe werkeenheid) en over air-
brush (een illustratietechniek met
behulp van een verfspuit die op-
nieuw is ontdekt maar in de karto-
grafie nauwelijks toepassing vindt).
In dit deel gaan onder andere nog
artikelen verschijnen over typogra-
fie, kleuren, illustraties, huisstijl,
lettertypes, stramientypografie en
herkenbaarhe id.
In Deel C wordt het managen van
drukwerk behandeld. Drukwerk is
een communicatiemiddel. Om goed
te communiceren moet er helder
gerapporteerd worden; daarom
worden de hoofdlijnen daarvan be
handeld. Daarna begint de techni
sche verwerking: kopijvoorberei-
ding en corrigeren van de zetproef.
Na het ISBN en de EAN-streepjes-
code wordt in een serie artikelen
ingegaan op specialisaties in de
grafische bedrijfstak, keuzemaat-
staven, kwaliteitsbeheersing, kos-
tenbeheersing, flexibiliteit, lever-
tijdmogelijkheden en de bindop-
dracht, drukwerkinkoop in de prak-
tijk, produktbewaking en distribu-
tie. In de toekomst verschijnen
nog artikelen over drukwerkmodel-
len, auteursrecht en het herkennen
van ver schillende druktechnieken
(met voorbeeldenset).
In het volgende deel, D, wordt de
techniek aan de orde gesteld, met
artikelen over zettechniek (histo
risch overzicht van het loodzetten),
fotografisch zetten (met uitvoerig
overzicht van Systemen en machi -
nes), lithografie, fotografie, druk-
ken (offset, flexografie, zeefdruk),
krantendrukkerijstickers, de af-
werking van drukwerk (vouwen,
binden enz.), drukwerveredeling
(vernissen, plastificeren), papier
(vervaardiging, eigenschappen,
mogelijkheden en beperkingen, met
een zeer instructieve monstercol-
lectie van vele papier- en karton-
soorten), brailledrukwerk en prak
tische toepassingen van drukwerk -
veredeling (met een schitterende
monstercollectie van bewerkte
kartonsoorten). Dit deel zal nog
worden aangevuld met de produkt -
wijzer (welke techniek voor welk
produkt), algemene grafische ken-
nis, tips voor werkoverleg met de
drukkerij, kalenderdrukwerk, ket-
tingformulieren, compositiedia's
en verpakkingen.
Deel E, Zelf drukwerk maken, be
gint met een afweging van de voors
en tegens van zelf drukwerk maken,
gevolgd door artikelen over zeef
druk, de belettering van spandoe-
ken, en drukwerk in de marge (met
oude materialen grafisch bezig
zijn op ambachtelijke wijze). Aan-
vullingen zullen er nog volgen over
grafische kunst (zeefdrukken, et-
sen) en handbinden.
Deel F handelt over de kosten van
drukwerk, en in deel G wordt in-
formatie gegeven over de organisa-
tie van de grafische wereld (werk-
gevers, werknemers en opleidin-
gen).
Het appendix tenslotte bevat leve-
ringsvoorwaarden voor de grafi
sche industrie en adressenlij sten
voor Nederland en Belgie.
Uit dit uitgebreide overzicht kan
inderdaad geconcludeerd worden
dat het Handboek het hele veld van
de grafische industrie bestrijkt,
geschreven vanuit de dagelijkse
praktijk. Geen boek om van A tot
Z te lezen, maar een unieke verza-
meling artikelen, waarin elk on-
derwerp van de grafische industrie
overzichtelijk wordt behandeld,
steeds gezien in het kader van de
historische ontwikkeling met waar
mogelijk een doortrekken van lij-
nen naar de toekomst. Natuurlijk
bevat het veel informatie die niet
voor de kartografie van belang is,
maar anderzijds biedt het zoveel
dat wel van waarde is dat dit Hand
boek een plaats verdient in de hand-
bibliotheek van elke tekenafdeling
waar (voorbereidingen voor) druk
werk geproduceerd wordt. Het feit
dat ik het Handboek, overigens
zelf een schitterend voorbeeld van
hoe goed verzorgd drukwerk er uit
kan zien, op steeds meer tekenka-
mers zie verschijnen en gebruiken
getuigt daarvan.
A. van Slobbe
HET GRAFISCHE PRODUKTIE-
PROCES, G. J. Hekkert, G. Wagen-
voorde, G. Goorman. Veenendaal:
Uitgeverij Grafisch Opleidingscen-
trum (Postbus 347, 3700 AH Vee
nendaal) 95 p. Prijs f 32,90.
ISBN 90 6017 464X.
Dit boek is het eerste uit de serie
'Algrafische handboeken'.
Zoals in de inleiding van het boek
wordt vermeld is er in twintig jaar
nogal veel veranderd in de grafi
sche wereld. Overdracht van infor
matie vindt via nieuwe media
plaats, een opmars die in het
eerste hoofdstuk van het boek
wordt geschetst.
Het boek begint met: De typogra-
fische uitvoering, waarin zettech-
nieken van loodzetsel tot fotozetsel
worden aangehaald, om met de
kantoortekstverwerking dit hoofd
stuk te beeindigen.
In het reproduceren wordt aandacht
geschonken aan de eisen die de
reproduktiefotografie stelt, de re-
produktie-apparatuur, objectief
en diafragma, het fotografisch ma-
teriaal en de rasterfotografie;
vervolgens de elektronische repro-
duktie en de kwaliteitsaspecten.
Het hoofdstuk kleurenreproduktie
geeft met mooie kleurenillustraties
voorbeelden van rasterpunten,
rasterstanden en kleurselecties
een inzicht in het kleurendrukpro-
ces.
Bij het hoofdstuk montage komen
we terminologie tegen in het gra
fische taalgebruik en laten geillus-
treerde stroomdiagrammen ons
bijzonder duidelijk de weg van
montage naar drukvorm volgen.
Eveneens kunnen wij ons bij de
druktechnieken aan de hand van
tekst en illustraties, de techni
sche gang van zaken gemakkelijk
voor stellen. Tevens worden hier
de voor- en nadelen van de diver
se mogelijkheden genoemd, als-
mede de efficiency daarvan.
Het binden, afwerken, vouwen en
snijden krijgen uitgebreid aan
dacht. Begrippen als gelijmd en
genaaid, gebrocheerd en gelijmd
en ganaaid gebonden, maar ook
collationeertekens (wat waren dat
ook weer?) worden ons geTllus-
treerd duidelijk gemaakt.
Hierna komen de papiereigenschap-
pen, looprichtingen, papierforma-
ten en papiersoorten aan de beurt
en het doelmatig gebruik van pa
pier.
De inhoud wordt besloten met een
overzichtelijk register, zodat hier
bijna gesproken kan worden van
een kleine grafische encyclopedie.
Zeker zullen in de toekomst op dit
terrein snelle veranderingen
plaatsvinden (denken we aan: Com
puter- en laser-reprografie); op
dit moment is het boek een duide-
lijke begrippenbundel voor hen die
hun kennis willen opfrissen en/of
verrijken en zeker voor hen die
iets meer willen weten over de
gang van zaken in de grafische
wereld.
AI met al (-grafisch) aanbevolen.
Chr. J. Snabiliö
84
KT 1984. X. 4