De voomaamste onderwerpen lagen daarentegen op het gebied van de Invoer en opbouw van de database. Ook daarbij werd niet zozeer inge- gaan op bijvoorbeeld de kwaliteit van de ingevoerde gegevens, maar meer op de technologische gege vens strukturen, zoals die vanuit de computerkartografie worden aangedragen. Dus geen onderwer pen als: 'moet ik bodemkundige gegevens wel of niet geklassifi- ceerd in de database opnemen?' maar wel: 'op welke wijze organi- seer ik een rasterdatabase zo, dat er een zo kort mogelijke zoektijd wordt verkregen'. De meeste voordrachten waren dus niet van gebruikers, maar van ont- werpers van Systemen. Toepas- sing van bekende GIS softwarepak - ketten werd niet behandeld. Inte ressant is ook het gegeven, dat CAD-achtige apparatuur ('interak- tief grafische Systemen') absoluut niet in het GIS verhaal voorkomt. GIS bewerkingen of selekties rei- ken klaarblijkelijk ver buiten de mogelijkheden van dergelijke Syste men. Ze zijn meer geschikt voor mapping, ofwel vanuit GIS ogen gezien als toeleverancier van ge gevens. Daarnaast werd gesproken over GIS implementatie en beleid en over het proces van handmatig di- gitaliseren, Enkele belangrijke voordrachten zijn de moeite waard om wat nader te belichten. GIS en beleid. David Rhind berichtte over de wijze waarop GIS opgenomen is in het na tionale beleid van het Verenigd Koninkrijk. Dit nationale beleid betekent, dat GIS technologie wordt gestimuleerd vanuit verschallende ministeries. Aangegeven werd, hoe snel bepaalde beleidsvoome- mens door de diverse ministeries zijn vastgesteld: dit mag als een aanwijzing gelden hoezeer het in- formatiebeleid van belang wordt geacht. Voorbeelden werden gegeven van het vele dubbele werk dat gedaan wordt: een onderzoekkommissie kwam bij officible karterende in- stellingen 26 verschillende bestan den met de gedigitaliseerde kust- lijnen van het UK tegen. Deze be standen hebben wel allerlei ver schillende kwaliteit en nauwkeurig- heid. Er zijn verschillende vormen van aktualiteit, definitie van wat een 'kust' is en dergelijke. De verbetering van deze situatie wordt nagestreefd door een com- municatienetwerk in het UK aan te leggen voor grafische informatie. Hieronder wordt zowel digitale kartografie als Remote Sensing verstaan. Daarnaast dient er aan de kwalitatieve standaardisering van digitale informatie gewerkt te worden. Interessant is de opvatting binnen het UK over ruimtelijke gegevens (spatial data). Daaronder worden zowel de computerkartografische bestanden ('digital mapping') als de Remote Sensing gezien. Deze twee worden in dön beleid samen gestimuleerd. Remote Sensing was altijd het 'bezit' van de natuurkun- digen, maar komt nu in handen van de toepassing. Een verschil met Nederland vormt de Ordnance Survey (vergelijkbaar met onze topografische dienst, maar met meer taken)die een zeer centra le en stimulerende rol gaat speien. In Nederland ontbreekt die rol van de Topografische Dienst vrijwel geheel, wellicht door hun nog steeds sterke binding met het Mi- nisterie van Defensie. Enkele belangrijke hoofdpunten van het Engelse nationale beleid: - Ordnance Survey gaat zowel di- gitaliseren, als onderzoek doen, als thematische karteringen uit- voeren, als Remote Sensing toepassen; - British Library gaat ook Digital Mapping produkten archiveren - cursussen in Remote Sensing en GIS moeten op meer plaatsen opgezet worden; - Remote Sensing en Digital Mapping moeten complementair worden ontwikkeld waarbij de nadruk van RS op de toepassin- gen ligt; - er komt een communication net- work voor spatial data in het UK met het NR SC als 'central mode'. Rhind sloot af met de mededeling dat de techniek in GIS alleen niet de problemen oplost. Het voeren van (nationaal) beleid is een voor- waarde voor het functioneren. Opbouw en beheer van een GIS en het handmatig digitaliseren. Beheer van een GIS. Tomlinson en Marble benadrukten, dat het moeilijk kan zijn om de goe- de technologie voor een GIS in huis te halen, zowel wat betreft de fi- nanci'ön als wat betreft de kwaliteit van de Software. De problemen die optreden na aanschaf van een GIS zijn echter de volgende: - het management van het GIS; - de bemanning; - de training van personeel; - de financi'ele en technische hulp- bronnen van de afdeling; - de interaktie van het systeem in de organisatie. Wat deze zaken betreft, werd ge- zegd dat 'hoe kleiner het GIS is, hoe soepeler het loopt'. In de USA heeft men ervaren, dat het beheer van een GIS in een praktische pro- duktie-omgeving zeer moeilijk is in te schatten in termen van beno- digde budgetten, apparatuur en programmatuur. Er komen onder- schattingen van 100 tot 200% voor. Opgemerkt werd, dat de totale bedrijfskosten van programmatuur voor 40% uit aankoop en voor 60% uit onderhoud bestaan. Opbouw van een GIS. In een Workshop kwam de opbouw van een GIS ter sprake. De opbouw van een GIS betekent de opbouw van een database. Dat betekent weer dat er 'database design' gedaan moet worden. Het is van groot be lang dat in het ontwerp van de data base de volgende stappen doorlopen worden: - analyse van de eisen: inventarisa- tie van de vragen, welke gebrui kers zijn er; - conceptueel ontwerp: entiteitmo- dellen in de datadefinitie; - implementatie-ontwerp; - fysiek ontwerp. Vooral de eerste twee fasen zijn zeer kritiek. Men moet uitgaan van de 'kijk' (local view) van diverse gebruikers op de 'wereld' (real world) en een integratie van deze opzetten (global view). Aan het werkelijk implementeren moet een fase van 'piloting' voorafgaan. Bij het vullen van de database moet ook veel aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de gegevens. Er komen gegevens in het GIS die verschillen in precisie, labeling, doel of resolutie. Ze zijn verza- meld door instellingen met ver schillende interesse. De definitie van de gegevens (semantische in- houd) kan sterk verschillen. Daar- om is het nodig dat in een GIS een soort 'error processing' zijn in- trede doet, net zoals Remote Sensing gebruikers gewend zijn. Deze error processing moet zowel inhoudelijk (ouderdom, afkomst) als positioneel (kartografische lig— ging) zijn. Uiteindelijk zijn de data het meest waardevol van het GIS. 6 KT 1984. X. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1984 | | pagina 8