geven, terwijl op kartografische
materialen vooral de ruimtelijke
verspreiding van verschijnselen
wordt weergegeven. Het aan deze
classificaties ten grondslag liggen-
de onderzoek heeft geleid tot een
samenhangend geheel waarover
binnenkort gerapporteerd zal wor
den.
Als laatste spreker meldde
G. Bäärnhielm (Kunglige Bibliote-
ket, Stockholm) dat er na 10 jaar
weer een kaartenlijst als jaarlijks
Supplement op de Zweedse nationa
le bibliografie zal verschijnen. Het
geheel gaat echter niet zonder Pro
blemen. De wettelijke inlevering
van kaarten is incompleet, de part-
time beschrijver die voor het sa
menstellen van de lijst is aange-
trokken heeft geen specifieke ken-
nis van geografie of kartografie.
Tijdens de tweede dag werd aan-
dacht geschonken aan catalogiseren
en automatiseren van archieven.
F. Hoste (Algemeen Rijksarchief
Den Haag) gaf aan dat er met be-
hulp van geautomatiseerd beschrij-
ven een mogelijkheid wordt gebo-
den om archiefbeschrijvingen ook
te gebruiken voor het opbouwen van
systematische catalogi.
A. Cook (India Office Library
Records, The British Library,
Londen) vroeg zieh af wat de ge-
bruiker van kartografische materi
alen (KM) in archieven dient te we-
ten. Niet de bibliografische be-
schrijving, noch de historische
beschrijving met betrekking tot de
kartografie is het belangrijkste,
maar het doel waarvoor het KM is
geprodueeerd en waarom het deel
uitmaakt van een ar chief. Voor wat
betreft de manuscript-KM moet de
beschrijver ieder KM proberen te
bezien met de ogen van de origine-
le gebruiker en vanuit dat concept
zijn beschrijving opzetten.
Hierna gaf B. Bakker (Gemeentelij-
ke Archiefdienst, Amsterdam) een
uiteenzetting over het ontstaan van
de historisch-topografische atlas.
De topografisch-historische atlas
sen zijn rond 1600 ontstaan en heb-
ben hun grootste bloei gehad tot
aan de tweede wereldoorlog. Hoe-
wel er bij enkele, vooral nationale,
bibliotheken wel iets van een pren-
tenkabinet aanwezig is, blijkt de
topografisch-historische atlas toch
voornamelijk een Nederlands feno-
meen te zijn.
De morgensessie werd beeindigd
door de heren R. van Essen en C.
Verlaan (Dienst Zuiderzeewerken,
Lelystad) die een lezing hielden
over de reorganisatie bij de Dienst
Zuiderzeewerken van de acht teke-
ning-archieven tot den centraal
archief. Deze centralisatie bracht
een geautomatiseerde ontsluiting
c. q. registratie met zieh mee,
een microverfilming van de teke-
ningen en een normalisatie van de
inhoud van de tekeningen (via NEN-
normen).
Na de lunch konden de deelnemers
een bezoek brengen aan het Alge
meen Rijksarchief.
's Avonds werd een bezoek gebracht
aan het Museum Meermanno-West-
reenianum dat speciaal voor de
ze gelegenheid opengesteld was.
R. Ekkart, conservator van het
museum, gaf een uitgebreide inlei-
ding over het ontstaan van de col-
lecties Meerman en Westreenen,
de Schenking hiervan (inclusief ka-
pitaal en behuizing) aan de Staat
der Nederlanden in 1848 en het
acquisitiebeleid. Na deze inleiding
konden de deelnemers genieten van
de prachtige collecties (middel-
eeuwse) handschriften, ineunabula,
andere oude boeken en de verdere
collecties van kunst-, archeologi-
sche en gebruiksvoorwerpen.
Op de derde dag, woensdag 17 Ok
tober, werd de conferentie ver-
plaatst naar de Universiteit van
Leiden. Als eerste spreekster
hield mevr. S. Tyacke (The British
Library, Londen) een inleiding
over de gecomputer iseerde kaart-
records van de British Library.
Om geautomatiseerde catalogise-
ring te kunnen implementeren
werd in Groot-Brittannie het
'British Committee for Map Infor
mation and Catalogue Systems'
(BRICMICS) opgericht, waarin zo-
wel de nationale bibliotheken, de
Mapping and Charting Establish
ment als de Library Association,
de Society of Archives en de Map
Curators Group verenigd zijn.
De British Library converteert
momenteel haar kaartbeschrijvin-
gen van 1974-1984 naar het aange-
paste UK MARC.
Hierop aansluitend toonde mevr.
B. A. Morris (Geografisch Instituut,
Universiteit van Edinburgh) hoe het
mogelijk is om met behulp van de
bestaande softwarepakketten
'ORACLE' en 'GIMMS' door de
Computer indexbladen (ddn van de
belangrijkste instrumenten van de
kaartbeheerder) te laten samen
stellen. Op deze indexbladen kun
nen tal van gegevens - zoals blad-
nummer, editie, jaar van uitgave
enz. - worden weergegeven.
Vervolgens wees H. van de Waal
(Geografisch Instituut, Utrecht)
erop dat ontwikkelingen op het ge-
bied van de informatica hun invloed
uitoefenen op de geo-informatie.
Hij koppelde het beheer van KM
aan de ontwikkelingen op het ge-
bied van geo-informatiesystemen
en gaf aan welke maatregelen nodig
zijn om KM hun rol als informatie-
drager te kunnen laten vervullen.
Deze maatregelen houden onder
andere het volgende in:
- KM dienen te vallen onder het
beleid ten aanzien van de alge-
mene informatieverzorging;
- er dient een nationaal coördine-
rend lichaam voor de geo-infor-
matie gevormd te worden;
- er dient een nationale kaartbe
heerder svereniging te zijn;
- er dient gepartieipeerd te worden
in de werkzaamheden van de
IFLA Geography Map Library
Section;
- er dient een nationaal informatie-
centrum voor de kartografie op
gericht te worden;
- er moeten faciliteiten voor KM
geSchapen worden in de nationale
geautomatiseerde boek-catalogi;
- het carto-informatiesysteem
dient een flexibel, multifunctio-
neel systeem te zijn met geauto-
riseerde hulpbestanden.
Als laatste spreker voor de pauze
gaf M. Feijen (PICA, Den Haag)
een uiteenzetting over de funeties
van het 'Project for Integrated
Catalog Automation' (PICA)-sy
steem. Vanwege de integratie van
de CCK-database is er een aange-
past kaartformat ontwikkeld. Ver
dere uitbreiding van speciale, voor
KM benodigde, funeties zullen in
1985 geimplementeerd worden.
Na de lunch vergaderden de deelne
mers die een LIBER-organisatie
vertegenwoordigden.
Ter gelegenheid van de conferentie
was er een kleine tentoonstelling
opgezet onder de titel 'Historiae
oculus geographia'. Zij bevatte
vele oude kaarten, plattegronden en
tekeningen uit de Vossius en Bodel
Nijenhuis collecties en waren chro
nologisch en naar onderwerp ge-
rangschikt. Naast een bezoek aan
de kaartenbibliotheek werd er ook
nog een demonstratie van de (PICA)
bibliotheek-systemen bijgewoond.
Donderdagmorgen werd een bezoek
gebracht aan het Rijksmuseum
'Nederlands Scheepvaart Museum'
KT 1985. XI. 1
9