in Amsterdam. Na een introductie door de conservator, W. Mörzer Bruyns, had men twee uur de tijd om de rijke collectie te bezien. Daarna gingen de deelnemers van- uit het museum aan boord van een rondvaartboot voor een toeht door de Amsterdamse grachten. Na ruim een uur werd niet ver van de Universiteitsbibliotheek aangelegd. Daar werd een bezoek gebracht aan de kaartenverzameling en diverse automatiseringsprojecten. Er was een kleine tentoonstelling georgani- seerd, die een kort overzicht gaf van het bezit aan oude atlassen en kaarten, voornamelijk betrekking hebbend op Europa. Op vrijdag 19 Oktober werd het buitenmuseum van het Zuiderzee- museum te Enkhuizen bezocht. Na een körte inleiding over het ont- staan van het Zuiderzeemuseum gaf F. Walberg, adjunct-directeur van het museum, een inzicht in hoe de Waghenaer-tentoonstelling georganiseerd was. Alvorens de tentoonstelling te be zichtigen hield E. Jacobs (Rijksuni- versiteit, Leiden) een inleiding over het leven en werk van Waghe- naer. Reacties van de deelnemers op de organisatie en de strekking van de conferentie waren voornamelijk van positieve aard. Jan Smits KARTOGRAFISCHE INFORMATIE ZOEKEN MET DE COMPUTER Op donderdag 18 april 1985 zal aan het Fysisch Geografisch en Bodem- kundig Laboratorium van de Uni- versiteit van Amsterdam een the- madag worden gehouden over het zoeken van kartografische informa- tie met de Computer. Het program- ma voor deze dag werd samenge- steld onder auspicien van de Werk- groep Kaartbeheer en in samen- werking met het Bureau COBIDOC. 's Ochtends worden er lezingen ge houden die inzicht zullen geven in het online opvragen van informatie. Daarna zal 's middags aan de hand van demonstraties (Pascal, Geo- archive, Georef, Dialog) het online zoeken worden getoond. Het volledige programma voor de ze dag vindt u als losse bijlage in dit tijdschrift. IBN BLIHID Tijdens het recente ICA-seminar in Rabat maakte een marokkaanse collega mij attent op de arabische dichter-geograaf Ibn Blihid (1893- 1957). Hij ver schatte mij een door dr. Assad S. Abdo (Riyadh) in het Engels geschreven artikel over deze interessante man. Hieraan wordt het volgende ontleend. Ibn Blihid werd geboren in Gassiah een stadje in de Nedjd, 200 km ten NW van Riyadh waar hij onderwijs in de Koran ontving en de lagere school bezocht. Van jongs af aan geraakte hij betrokken bij de han- del van dadels en kamelen en gedu- rende meer dan 40 jaar doorkruis- te hij in karavaanverband, trek- kend van oase tot oase, door wa- di's en over duinen, het Arabisch schiereiland. Zijn reizen gepaard aan zijn intellectuele belangstel- ling bezorgden hem een grote ken- nis van het land, in het bijzonder van zijn geboortestreek de Nedjd. Ibn Blihid's naam werd in eerste instantie bekend door zijn gedich- ten waar in hij de stichter van Saudi-Ar ab iö, koning Ibn Saoed, bezong en diens veldslagen en moed beschreef. Pas omstreeks zijn 50ste levensjaar waagde Ibn Blihid zieh aan geografische on- derwerpen. Hij begon met enige artikejen in een plaatselijke krant waarin hij de ligging probeerde te achterhalen van Suq Okaz, een plaats bij Mekka waar in de pre- Islamitische periode jaarmarkten met een culturele inslag werden gehouden. In 1951 versehenen de eerste twee van de vijf delen van zijn grote werk 'Sahih AI Akhbar' of zoals de volledige naam in het Nederlands luidt: 'De wäre vertelling over hoe ArabiS er in het verleden uit- zag'. In de eerste twee delen on- derzocht Ibn Blihid een 700-tal plaatsnamen genoemd in vroeg- arabische gedichten. Van elke naam Steide hij de geografische gesteldheid vast (stad, wadi, bron enz.Voorts vermeldde hij de passages in de literatuur (inclusief gedichten) waar de betreffende naam nog meer werd genoemd. Aan deze gegevens voegde hij plaatselijke bijzonderheden uit eigen observatie toe. In de weinige gevallen dat hij het geografisch ob- ject niet uit eigen aanschouwing kende, stuurde hij er anderen op uit om hem de nodige inlichtingen te verschaffen. De laatste 3 delen van 'Sahih AI Akhbar' bevatten een Studie van de plaatsnamen die voorkomen in de boeken van twee bekende arabische geografen uit het verleden AI Bakri (lle eeuw) en Yakut (12de eeuw). Ibn Blihid probeerde vast te stel len welke van de circa 1300 topo- nymen, welke door zijn middel- eeuwse voorgangers werden ge noemd -overigens zonder plaats- bepaling - nog in gebruik waren en welke in de loop der tijden door nieuwere namen waren vervangen. Vervolgens bewerkte en annoteer- de Ibn Blihid het werk van de ara bische geograaf AI Hamadani uit de lle eeuw getiteld: 'De beschrij- ving van het Arabisch schiereiland' volgens de bewerker het beste boek voor de Studie van plaatsnamen van de regio in kwestie. Ibn Blihid overleed in 1957 tijdens de voorbereiding van een Studie over plaatsen in Arabie met dezelf- de naam doch met afwijkende loca- tie. Dit werk bleef aldus onvol- tooid. Samenvattend kan worden gesteld dat Ibn Blihid meer dan enig ander tot de Studie van geo grafische namen in Saudi-Arabie bijdroeg. Aangenomen mag worden dat moderne kaar teer der s van het land dikwijls bij hem te rade zul len gaan. F. J. Ormeling sr. RECTIFICATIE Artikel 'Bouwwerken en Steden op oude kaarten' in KT 1984-X-4 p. 46-53. Een rechtzetting aangaande boven- genoemd artikel, dat op mijn naam is gesteld, is op zijn plaats. Dit artikel is niet zö algeheel van mijn hand als de lay-out sugge- reerde en tegelijk is het aandeel van prof. dr. C. Koeman niet zo bescheiden. Het betrof een verta- ling en bewerking (tevens verkor- ting) van een artikel dat door prof. Koeman in 1980 geschreven is en in de Wolfenbütteler For schungen, Band 7, verscheen; mijn aandeel was een zeer verre- gaande redaktionele ingreep. De juiste onderschriften van fi- guur 6 en 7 moeten luiden: Fig. 6. Plattegrond van de stad Fan-Yang, waarop rechts- onder de wijk met rege- ringsgebouwen. 140-190 n. C. Fig. 7. Plattegrond van Imola door Leonardo da Vinci. 1498 (met toestemming van HM de Koningin Eli zabeth II Royal Library Windsor). M. Kok 10 KT 1985. XI. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 12