Een nauwgezette keuze voor beide bestanddelen is daarom van groot belang. De volgende bewerkingen kunnen (meestal) met behulp van een geografisch informatiesysteem uitgevoerd worden: 1. selecteren van gegevens betreffende een bepaald door de gebruiker te benoemen gebied, vaak wille- keurig af te bakenen; 2. berekening van onderlinge afstanden, kortste routes enz. in netwerken; 3. berekening van oppervlakten ook in door de gebrui ker af te perken gebieden; 4. integratie van netwerkgegevens met gebieds- gegevens; 5. grafische weergave van resultaten. Instrumentarium voor computer- kartograf ie Naast een Computer, die voor de verwerking en tijde- lijke opslag van gegevens moet zorgen is vooral de randapparatuur van belang. Voor computerkartografie worden dezelfde randapparaten gebruikt als voor meer op industri'öle toepassingen gericht Computer Aided Design (CAD) en Computer Aided Manufacturing (CAM). De meeste CAD/CAM-systemen zijn uiterst kostbaar en daardoor vaak niet erg interessant voor toepassing op bijvoorbeeld gemeentelijk niveau. De introductie van de microcomputermet vaak uitste- kende grafische eigenschappen, brengt computerkar tografie binnen het bereik van de meeste gemeentelij- ke ruimtelijke ordeningsdiensten. Omdat de computerconfiguratie ten behoeve van CAD/ CAM grote overeenkomst vertoont met het benodigde voor computerkartografie is in het vervolg uitgegaan van CAD/CAM-jargon. Een CAD/CAM-systeem bestaat uit een centrale ver- werkingseenheid met daar om heen een of meerdere werkstations (beeldbuis, digitizer), uitvoerapparaten (plotters) en achtergrondgeheugen (schijf of band). Van al deze apparaten is een veelheid aan soorten commercieel verkrijgbaar. Afhankelijk van het be- schikbare budget en het beoogde doel kan daaruit een keuze gemaakt worden. In het volgende passeren enkele typen de revue. Werkstations. De gebruiker van CAD/CAM communiceert met een CAD/CAM-systeem via een Werkstation. Een derge- lijk Werkstation bestaat minimaal uit een (kleuren) beeldbuis met een afzonderlijk toetsenbord. Daarnaast staan de gebruiker vaak nog andere invoerapparaten ter beschikking, zoals een grafisch tablet of een licht - pen. Er zijn verschillende soorten beeldbuizen, niet alleen is er onderscheid tussen zwart-wit en kleur, maar vooral de opbouw van het beeld kan volgens verschil lende Systemen geschieden. En wel de volgende: - raster scan, dat op dezelfde wijze werkt als de normale TV; het beeld wordt lijn voor lijn opge- bouwd vele malen per seeonde; - stroke-writing, waarbij het beeld wordt getekend door de elektronenbundel op een met schetsen ver- gelijkbare wijze. Een andere naam voor deze methode is vector-writing. Om het beeld vast te houden, is aan de binnenzijde van de beeldbuis een laag speciaal materiaal aangebracht. De elektronenbundel veroorzaakt het oplichten van de getroffen piek. De tijdsduur van dit lichteffekt is af hankelijk van het gekozen materiaal, meestal een of andere fosforverbinding. De beeldkwaliteit, de kleur en het aantal malen dat het beeld per seeonde her- nieuwd moet worden voor een stabiele weergave is daardoor mede bepaald door de samenstelling van het beeldschermmater iaal. Bij bepaalde typen beeldbuis is dit doorlopend ver- nieuwen van het beeld niet nodig. De eigenschappen van deze apparaten (storage tubes) zijn met name ge- schikt voor statische beeldweergave. De voor- en nadelen van de verschillende beeldbuis- typen tezamen met ondersteunende elektronica maken nauwgezette afweging van middelen en doel noodzake- Hjk. Invoerapparaten. De meeste CAD/CAM-systemen hebben meer dan een mogelijkheid om gegevens in te voeren en met het systeem te communiceren. Het meest voorkomende invoerapparaat is het toetsenbord. Ook hiervan be- staan verscheidene soorten. Het centrale deel van het toetsenbord komt overeen met dat van een typemachi- ne. Daar om heen zijn veelal andere toetsen gegroe- peerd. Het indrukken van een dergelijke 'funktietoets' betekent dat een bepaalde handeling, zoals het ver- plaatsen van de Cursor (het oplichtende vierkantje op het beeldscherm) of het uitwissen van een teken ver- richt zal worden. Een tot de verbeelding sprekend invoerapparaat is de lichtpen (eigenlijk een lichtdetectiepen). Indien de pen licht 'ontdekt' wordt het computerprogramma even onderbroken en wacht dan op een commando. Dat kan, afhankelijk van het programma, bijvoorbeeld het op- slaan van een van de kaart opgenomen gegeven in het geheugen zijn. Een lichtpen is niet op alle soorten beeldbuis toepasbaar. Een voor kartografie toepassingen belangrijk invoer apparaat is het grafisch tablet. Het bestaat uit een fijn raster van elektrische draden, vaak 1024 horizontale en 1024 verticale. Längs deze verbindingen worden elektrische stroomstootjes gestuurd. Met behulp van een apparaat (puck of soms mouse genoemd) dat deze stootjes kan registreren wordt de relatieve locatie gemeten. Hiermee is het mogelijk om kaartgegevens te digitalizeren. De programmatuur kan daarbij bepa len of extra informatie kan worden toegevoegd. Som- mige van deze Software bepaalde bewerkingen zijn voorgeprogrammeerd in een op het grafisch tablet aanwezige menu. Door de betreffende plaats op het menu aan te stippen wordt na een bepaalde handeling de gewenste opdracht uitgevoerd. U itvoer appar aten. Het bekendste uitvoerapparaat is de regeldrukker. Voor sommige kartografische toepassingen is dit vol- doende. Moet evenwel met betere resultaten gewerkt worden dan kan een automatische tekenmachine (plot- ter) worden ingezet. Plotters zijn er in alle maten en prijsklassen. In principe werken ze allemaal hetzelfde. Een computer programma stuurt de pen naar het beginpunt van een te tekenen lijnstuk. Bij aankomst volgt het commando 'pen neer'; vervolgens blijft de pen op het papier ter- wijl de coördinaten van het te tekenen lijnstuk de posi- tie van de pen bepalen, totdat het eindpunt is bereikt; dan volgt het commando 'pen omhoog'. 20 KT 1985. XI. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 22