De volgende typen plotters zijn te onderscheiden: 1. pen-plotters, waarbij afhankelijk van de gewenste kleur gebruik wordt gemaakt van een of meerdere pennen; 2. elektrostatische plotters, waarbij het papier be- weegt over een rol en elektrostatisch geladen wordt. Plotters kunnen tekenmateriaal op een plat vlak of op een rol bewerken; dit zijn respectievelijk flat bed en drumplotters. Daarnaast bestaat er de mogelijk- heid direct af te beeiden op microfilms, of (kleuren)- copieön te krijgen van de beeiden op de beeldscher- men. Nieuwe ontwikkelingen maken gebruik van de drie ook uit de kleurenfotografie bekende kleuren (geel, magenta en cyaan), die in door het programma bepaal- de verhouding via kleine injectienaalden direct op het papier worden gespoten. Voorbeeld toepassing geografisch informatiesysteem Jefferson County ligt in Colorado aan de voet van de Rocky Mountains en beslaat een gebied van ruim 1500 Vierkante kilometer. In totaal wonen er 350. 000 men- sen. Het Planning Department bestaat uit 35 mede- werkers en heeft een budget van 600. 000 per jaar. Het Department werkt al jaren en met succes met een planningsysteem, gebaseerd op een eenvoudige data- bank bestaande uit gegevens opgeslagen per grid. Deze gegevens kunnen met behulp van een overlaypro- gramma met elkaar geeombineerd worden. Voorbeel- den van toepassingen van dit soort programma's ook in Nederland zijn te vinden in de geraadpleegde litera- tuur (8, 9, 19). De toepassing in Jefferson County is vooral interes sant vanwege de achterliggende filosofie. De techniek is gedateerd, zowel wat betreft de computerprogram- ma's als de gebruikte apparatuur. De omvang van het Planning Department is evenwel zo klein, dat ze het beste vergeleken kan worden met een afdeling ruimte- lijke ordening van een middelgrote Nederlandse ge- meente. Vandaar dat de combinatie van doel en mid- delen ook voor Nederlandse omstandigheden interes sant is. Filosofie achter het systeem. De reden om een nieuwe aanpak voor te staan is gele gen in de volgende kritiekpunten op de traditionele wijze van plannen: - de traditionele eindtoestandsplanning is te statisch, waardoor een gebrek aan continutteit in het ruimte- lijke ontwikkelingsproces ontstaat; - de communicatie tussen planners en beslissers, projectontwikkelaars en het publiek verloopt gebrek- kig; - de kosten zijn hoog en het tijdsbeslag is groot voor alle betrokkenen. Tegenover deze kritiek stelt het Planning Department een Computer Assisted Planning Process, afgekort CAPP, bestaande uit twee componenten (15, 16, 18): - beleidsplanning: in dit proces worden problemen, doelstellingen en mogelijke oplossingen gegenereerd, geanalyseerd en vastgesteld. Het plan bestaat dan eigenlijk uit een verzameling beleidsuitgangspunten met ondersteunende kaarten met daarop de ruimte- lijke consequenties van een uitgevoerde beleidslijn. Dit geeft dan de volgende voordelen: - omdat een dergelijk plan doorlopend kan worden bijgesteld ontstaat een continue begeleiding van het ontwikkelingsproces; - het helpt de communicatie tussen de betrokken partijen; - het is dynamisch in plaats van statisch; - het is (na installatie) kosten- en tijdbesparend. - het Computer systeem: dat het beleidsplanningspro- ces ondersteunt, bestaande uit een databank en een infor matie sy steem Overzicht van het systeem. De doelstelling van CAPP is: - Planners te helpen bij taken waarbij grote hoeveel- heden gegevens en veel berekeningen nodig zijn; - Planners te voorzien van een systeem dat het moge- lijk maakt op eenvoudige wijze taken te specificeren in samenhang met criteria, en tevens deze taken efficihnt en snel uit te voeren; - Een algemeen kader te scheppen om nieuwe taken en nieuwe gegevens te accommoderen. De belangrijkste planningsactiviteiten die door CAPP verricht worden zijn: - 'Data development and retrieval': de gebruikte ge gevens beschrijven het gebied met behulp van fysie- ke, economische of sociale karakteristieken. De verzameling van gegevens geschiedt volgens figuur 2. Hierbij wordt gebruik gemaakt van trans- parante vellen, met voorgecodeerde gridcellen, die over de in te voeren kaart gelegd worden. De gege vens worden vervolgens in de Computer gebracht. Aan bepaalde gebieden kan dan een waardering ge- geven worden. Beide gegevens-bestanden kunnen in de vorm van regeldrukkerkaarten geproduceerd worden. Sommige gegevens zijn alleen in de vorm van polygo- nen voorhanden. Deze moeten dan alsnog vertaald wor den in grids (figuur 3). De wijze waarop gegevens bewerkt worden staat afge- beeld in figuur 4. Deze bewerkingen leveren drie resultaten: 1. kaarten in de vorm van regeldrukkerkaarten; 2. statistieken; 3. nieuwe gegevens voor verder onderzoek. - 'Land analysis': dit betreft de mogelijkheid voor planners om een gebied te evalueren in overeen- stemming met een combinatie van karakteristieken. De gewenste ontwikkeling voor verschillende doel- einden kan daarmee bepaald worden. De volgende taken zijn te onderscheiden: - Het identificeren van grondgebruikscategoriebn: deze taak betreft het identificeren van voor reali- satie van beleid in aanmerking körnende gebieden. Gebieden worden daartoe ingedeeld in probleem- klassen. In sommige gebieden zal een bepaald beleid geen problemen veroorzaken, terwijl in andere gebieden wel degelijk moeilijkheden kun nen ontstaan. Het Planning Department maakt kaarten waar deze conflictpunten op staan aange- geven. - De tweede taak behelst het bepalen van de ge- schiktheid van de verschillende gebieden voor verschillend grondgebruik. Hiertoe moet er aan een bepaald grondgebruik een waarde worden toe- gekend. Deze waarde is afhankelijk van het door een bepaalde groep in te nemen standpunt. Het computersysteem CAPP is zo opgezet dat andere KT 1985. XI. 1 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 23