De wat stagnerende pianologische ontwikkeling in
Nederland en het hoge aantal beroepsbeoefenaars ma-
ken methodologische innovatie op dit moment wellicht
ook minder opportuun.
In de ontwikkelingslanden is de situatie totaal anders.
Daar is er sprake van een haast niet te beihvloeden
groei van de Steden die pianologisch begeleid moet
worden door een minimaal aantal lokale deskundigen.
Vandaar dat de afdeling Stedelijk Onderzoek van het
ITC, waar stedebouwkundigen en pianologen uit ont
wikkelingslanden bijgeschoold worden op het gebied
van snelle inventarisatietechnieken door middel van
luchtfotolhterpretatie, al vroeg aandacht is gaan
schenken aan meer efficibnte verwerkingsmethoden
die een versnelling van het planningsproces mogelijk
zouden kunnen maken.
Het USEMAP pakket
Sinds 1973 is het ITC bezig met de ontwikkeling van
een uitgebreid pakket pianologisch georienteerde pro-
grammatuur om ruimtelijke gegevens met de Compu
ter te kunnen analyseren en karteren (USEMAP).
Vanaf het begin van de ontwikkeling hebben de plano-
logische en onderwij skundige toepassingen centraal
gestaan en is computerkartografie voor dat pakket
maar een van de aspecten geweest (De Bruijn, 1974).
Het USEMAP-pakket maakt het mogelijk gegevens van
fotointerpretatie eenvoudig te verwerken en te analy-
seren in combinatie met data uit andere bronnen.
Invoer is uiterst flexibel en kan geschieden door mid
del van ponsformulieren met een codegetal voor elke
gridcel en door middel van digitaliseren waarbij lijn—
stukken, gesloten polygonen en segmentbestanden
mogelijk zijn (het laatste door koppeling aan GIMMS-
software). Kaarten uit het gridbestand kunnen per
gridcel interactief aan een grafisch scherm gecorri-
geerd of veranderd worden. Er zijn uitvoerprogram-
ma's voor enkelvoudige tabellen en kruistabellen en
voor kaarten. Kaarten kunnen op een gewone regel-
drukker gemaakt worden maar ook op een plotter en
op een kleurenprinter terwijl ze ook op grafische
beeldschermen (met 'hardcopy unit') uitgevoerd kun
nen worden. Op de (matrix) printer kunnen kaarten
van verschillende schaal gemaakt worden door keuze
van het aantal puntjes dat voor de weergave van een
gridcel gebruikt wordt, bijvoorbeeld 3x5 of 7x7. Er
zijn maximaal 6 grij Stinten. Bij gebruik van het kleu-
renlint zijn er 7 kleuren met 6 dichtheden beschik-
baar.
Verwerkingsprogramma's maken het mogelijk om
combinaties van kaarten te maken, kaarten te verge-
lijken en het resultaat op te slaan of uit te voeren,
kaarten te veranderen en te 'scoren' (dat wil zeggen
een waardering aan een bepaald kaartkenmerk toe te
kennen)de omgeving van iedere gridcel te bekijken,
cirkelvormige verzorgingsgebieden te berekenen,
bevolkingsspreiding te schatten met behulp van grond-
gebruik en globale bevolkingstotalen enz. Bij elke
bewerking zijn restricties mogelijk.
De in een databestand (verzameling thematische
aspectkaarten) opgeslagen gegevens van een gebied
kunnen zo gebruikt worden om nieuwe informatie voor
het ruimtelijk beleid (en voor geografisch onderzoek)
te creeren in de vorm van kaarten en tabellen die ge-
baseerd zijn op meervoudige combinaties en bewer-
kingen van de oorspronkelijke enkelvoudige aspect
kaarten. Voor een verdere beschrijving wordt verwe-
zen naar De Bruijn (1978 en 1983).
USEMAP is de afgelopen jaren voortdurend uitgebreid
en verbeterd, gebaseerd op de ervaringen opgedaan in
onderwij s en toegepast onderzoek. Maar het werd
duidelijk dat bij de voortgaande ontwikkeling van
USEMAP II, de versie die in 1974 begonnen was, lang-
zamerhand het einde in zieht kwam. Een aantal nieuwe
wensen konden niet ingevoerd worden zonder ingrij-
pende veranderingen van het oorspronkelijke concept
en er ontstond behoefte aan een nieuwe opzet van de
Software waarin nieuwe ontwikkelingen op het gebied
van hardware en informatica verwerkt konden worden.
In 1982 is de computerafdeling van het ITC begonnen
met de ontwikkeling van een nieuw gridcelsoftware
pakket, GIPSY, (Bouw et al, 1983) wat implementatie
van USEMAP III mogelijk zou maken, samen met
andere ITC toepassingen zoals (remote sensing)
beeldverwerking.
De eerste versie van de nieuwe Software nadert nu
zijn voltooiing en bevat belangrijke verbeteringen ge
baseerd op de voorgaande ervaringen met USEMAP II.
Een aantal van de nieuwe kenmerken zijn:
- uitgebreide eommunicatiemogelijkheden met de
gebruiker ('user interface') en voor de gevorderde
gebruiker een zekere mate van programmeerbaar-
heid;
- een uit te breiden databestand dat door verschillen
de gebruikers gedeeld kan worden;
- een toegenomen aantal geo-operatoren met een
grotere efficientie;
- de mogelijkheid voor grotere databestanden (meer
gridcellen);
- de mogelijkheid om tekstinformatie (kaartbeschrij-
vingen) op te nemen, met 'automatische' standaard-
legenda's.
Een aantal programma's wordt momenteel getest en
het is de verwachting dat USEMAP III medio 1985
binnen het ITC operationeel zal zijn.
USEMAP in het onderwijs
Het pakket wordt intensief in het onderwijs gebruikt,
met name bij de afdeling Stedelijk Onderzoek. In het
begin van de cursus is de Computer een hulpmiddel bij
de training in luchtfotointerpretatie van stedelijk
grondgebruik.
Later gaat het om het gebruik van de Computer op
zieh. De Studenten moeten een aantal oefeningen doen
op het gebied van ruimtelijke gegevensverwerking. Die
oefeningen betreffen onder meer kwantificering van
veranderingen in stedelijk grondgebruik en bevolking,
verschillende typen thematische kaarten, een geschikt-
heidskaart voor de locatie van een startbaan van een
regionale luchthaven en een analyse van de geluids-
hinder bij verschillende alternatieven voor die start
baan. Ook wordt het verzorgingsgebied van een stads-
buslijn bestudeerd. Alle oefeningen worden uitgevoerd
door Studenten die geen computerkennis en -ervaring
hebben. Dat is mogelijk doordat alle frequent gebruik -
te programma's interactief zijn, dat wil zeggen dat
de Computer vragen stelt die de gebruiker in Staat
stellen gegevens in te voeren en bewerkingen te spe-
cificeren waarbij de meest voorkomende fouten door
de programma's herkend worden en leiden tot een
KT 1985. XI. 1
37