sehe technieken. Hoe helder, een-
duidig en fraal werd in de oude
kaarten de boodschap overge
bracht?
Als overzichtswerk gaat het boek
uiteraard niet in op de talrijke re
gionale detailkaarten; deze zijn
wel door middel van de vele litera-
tuurverwij zingen in noten (de twee-
de druk geeft deze ook alfabetisch
op auteur) ontsloten. Deze litera-
tuuropgave maakt het boek niet
slechts voor de algemeen geTnte-
resseerde lezer waardevol maar
ook voor de regionale onderzoeker
die in dit boek een verwijzing naar
de bladwijzers van de "Handleiding
voor de studie van de topografische
kaarten van Nederland 1750-1850"
(C.Koeman, 1963/1978) kan vin-
den.
Samen met het boek van M. Donker-
sloot "Topografische kaarten van
Nederland vöör 1750, aanwezig in
de nederlandse rijksarchieven"
(1981) is zo een belangrijk deel van
het kaartmateriaal voor regionaal
historisch onderzoek ontsloten;
niet alleen zijn wij gemformeerd
wölke kaarten daarvoor beschik-
baar zijn maar ook welke vragen
daar al dan niet aan gesteld kunnen
worden.
De hoofdstukken over de ontwikke-
ling van de grafische technieken en
de thematische kartografie zijn
pionierswerk. Vooral het gebodene
over de thematische kartografie
vormt voor een modern kartograaf
een hoogtepunt en doet verlangen
naar meer. De ontwikkelingen in
deze tak van kartografie na 1950
worden wel aangeduid maar niet
behandeld. Dit geldt ook voor de
behandeling van de andere catego-
rieen: van de 20e-eeuwse karto
grafie worden zeer globaal de lij-
nen uitgezet. Invulling van dit
raamwerk door een vakman die
zoveel van de belangrijke verande-
ringen in de kartografie in deze
eeuw heeft meegemaakt en deels
zelf bewerkstelligd kan wellicht
geen geschiedschrijving meer
heten maar de recensent ziet er
wel naar uit. Als mömoires wel
licht?
M. Kok
INTERNATIONAL YEARBOOK OF
CARTOGRAPHY, Volume XXIII.
1983. Edited by K. Kirschbaum
K-H. Meine. Kirschbaum Verlag,
Bon-Bad Godesberg. 202 pp.
ISBN 3 7812 116 9.
Deze 23e editie van het internatio
nale kartografisch jaarboek vormt
met 16 ver schillende bijdragen
weer een illustratie van het we-
reldwijde karakter van ons vakge-
bied.
Een belangrijk gedeelte (7 bijdra
gen, 80 pp.is gewijd aan het on-
derwerp opleiding en vorming. De
opleidingsmogelijkheden en Pro
blemen in Nigeria, Australie,
Verenigde Staten, Canada, Japan
en China worden beschreven. Af-
wijkend van inhoud is een bijdrage
van Kadmon, Israel, die aanspoort
om in het huidige computertijdperk
toch vooral de traditionele karto-
grafische grondbeginselen te blij-
ven onderwijzen.
Verder treffen we in deze bundel
de volgende bijdragen aan: de toe-
passing van een speciale projectie
voor de weergave van de continen-
tale drift (Borsche) en het ontwerp
van een nieuwe, onderbroken we-
reldkaartprojectie (Depuydt).
Board geeft een literatuurover-
zicht, met enkele aantekeningen,
over de kartografische kommuni-
katie.
Voor historisch-geinteresseerden
zijn er artikelen van Meurer over
oude lengte-maten en van Papp-
Vary over zijn ontdekking van het
oudste kartografische leerboek van
een zekere Agoston Toth.
Dit boek verscheen ruim 30 jaar
vöör de publikatie van het steeds
als oudste beschouwde handboek:
Proeve eener algemeene kartogra-
phie van de nederlander H. Zonder-
van (1898).
Tenslotte beschrijft Lichtner een
methode voor de transformatie
van vertekende graadnetten ten be-
hoeve van stadsplattegronden met
behulp van geautomatiseerde tech
nieken.
Zoals gebruikelijk is dit jaarboek
weer een goed verzorgde uitgave.
Het aantal illustraties is -voor
een kartografische publikatie -
betrekkelijk gering. De samenstel-
lers zouden ook eens moeten over-
wegen wat meer onderwerpen uit
de praktische kartografie aan de
orde te stellen.
P. W. Geudeke
HET ZUIDERZEEPROJEKT IN
ZAKFORMAAT, Min. van Verkeer
en Waterstaat, Rijksdienst voor de
IJsselmeerpoIders. April 1984.
188 pp. 59 genummerde kaarten;
1 kaartbijlage 'Het IJsselmeerge-
bied'. Te bestellen bij de R. IJ. P.
afd. Voorlichting, Postbus 600,
8200 AP Lelystad. Prijs f 12,50
excl. verzendkosten. Ook verkrijg-
baar bij de ANWB-kantoren.
Het is een goed initiatief geweest
van de R. IJ. P. om in 'zakformaat'
een beeld te geven van de ontwikke-
ling van het Zuiderzeeprojekt.
In de eerste hoofdstukken van het
boekje komen het veilig stellen van
het woongebied, het terug verove-
ren op de zee van verloren gegaan
land en de export van kennis die
hierdoor werd verkregen aan bod.
De geboorte van het idee om de
Zuiderzee, die een bedreiging
vormde voor het noordelijke deel
van ons land, in te polderen, de
ontwikkeling tot Zuiderzeeprojekt
en de uitvoering er van worden in
de volgende hoofdstukken behandeld.
Uitgebreid wordt stilgestaan bij de
Problemen die men moest overwin-
nen, zoals het beheersen van het
waterpeil, het zoutgehalte, de wa-
terkwaliteit en de ecologie.
Ook de inrichting van het landelijk
en stedelijk gebied binnen de nieu
we polders, de werkgelegenheid,
de visserij, de watersport en de
steeds veranderende inzichten,
krijgen ruim aandacht.
De diverse plannen voor inpolde-
ring van de Markerwaard en de
verdere ontwikkeling worden in de
laatste hoofdstukken uiteengezet.
Het pocketboekje ziet er verzorgd
uit, het is goed gedrukt en gelukkig
stevig gebonden. De lay-out is
strak en herkenbaar; de tekst, die
gemakkelijk leesbaar is, is voor-
zien van veel goed gekozen foto's,
illustraties en kaarten in kleur.
Vooral de laatste vallen op door de
fraaie kartografie en subtiele
kleurstelling, zoals we gewend
zijn van de afdeling Landmeetkun-
dig Werk van de R. IJ. P. De Sche
ma' s op pagina 149 en 150 over
water- en zouttransport in het
IJsselmeer vallen uit de toon door-
dat het zoekplaatjes zijn geworden
vanwege de vele cijfers die er in
staan. Een stroomdiagram zou hier
veel direkter visuele informatie
geven.
Het 'Zuiderzeeprojekt in zakfor
maat' is een zeer informatief
pocketboek dat elke Nederlander,
die zieh betrokken voelt bij dit be
langrijke stuk kultuurgeschiedenis
van ons land, in z'n bezit zou moe
ten hebben. Daarbij is het taalge-
bruik in het boekje zodanig dat het
heel geschikt is voor de school-
62
KT 1985. XI. 1