De kaarten bij de structuurschets stedelijke gebieden;
ervaringen in de planningkartografie
J. Berends en M. van Lingen
Als het bij u zo gaat als bij mijdan heeft u bij het
openmaken van de enveloppe met dit tijdschrift direct
de kaartbijlagen bekeken en een oordeel daarover ge-
vormd en gaat u nu pas - een paar of zelfs vele dagen
later - het artikel lezen behorend bij de genoemde
kaarten. De neiging om eerst visueel en dan verbaal
te reageren lijkt me niet zo vreemd voor kartografen:
zij zijn immers meer met visuele taaluitingen bezig
dan met verbale taal.
Toch is een verbaal verhaal onvermijdelijk als we iets
over de totstandkoming van de kaart willen overbren-
gen. Vandaar dit artikel.
In dit artikel zal informatie worden gegeven over het
ontwerp-proces van de kaarten zelf, maar het accent
zal liggen op het aangeven van het bijzondere van de
planningkartografie. Het somt aspecten op die we aan
den lijve hebben ondervonden als zijnde specifiek voor
deze vorm van kartografie en die we in de vorm van
aandachtspunten naar voren willen brengen. Dit
als aanvulling op de discussie die gaande is over het
oprichten van een werkgroep planningkartografie bin
nen de Nederlandse Vereniging voor Kartografie.
Plaatsbepaling van de structuurschets
De Structuurschets Stedelijke Gebieden 1983 (SSG '83)
is een herziening van de Structuurschets voor de Ver-
stedelijking 1978 (zie figuur 1).
De schets '83 omvat de meest recente gedachten en
wensen op rijksniveau over het ruimtelijk beleid voor
de periode tot aan het einde van de jaren 90. Dit be
leid dient als leidraad bij het maken van ruimtelijke
plannen door lagere overheden: de Streek-, struc-
tuur- en bestemmingsplannen, te vervaardigen door
provincies en gemeenten. Ten opzichte van 1978 is
de vorm van de structuurschets enigszins gewijzigd:
- een groter accent is gelegd op de beleidsfilosofie
en de verbeelding van het door het rijk voorgestane
ruimtelijk beleid op lange termijn. Het ruimtelijk
beeld is samengevat in een afzonderlijk hoofdstuk
en weergegeven op een afzonderlijke kaart (zie bij
läge).
- ook de uitvoeringsgerichtheid is vergroot. De be-
langrijkste uitspraken worden samengevat in een
afzonderlijk hoofdstuk dat de zo geheten pianologi
sche kernbeslissing (PKB) vormt en ondersteund
wordt door een afzonderlijke PKB-kaart (zie bij lä
ge).
- de indeling landsdelen, stadsgewesten, Steden Is
ingevoerd en vormt de kapstok voor beleidsuitspra-
ken (zie kolom van de Ruimtelijke Beeldkaart).
- de totstandkoming van de schets verloopt volgens
een vastgelegde procedure (PKB-procedure) die
de volgende stappen omvat:
1. interne voorbereiding van het beleidsvoornemen;
(2. behandeling in de Rijksplanologische Commis-
sie);
3. uitbrengen van het beleidsvoornemen (deel a van
de structuurschets);
4. periode van voorlichting, inspraak, advisering
en bestuurlijk overleg (deel b en c);
5. formuleren en uitbrengen van de regeringsbe-
slissing (deel d van de structuurschets);
6. parlementaire behandeling;
7. uitbrengen van de definitieve pianologische
kernbeslissing (PKB) (in deel e van de struc
tuurschets).
De twee kaarten en het inhoudelijk
verschil tussen beide
Bij de structuurschets zijn zoals eerder gezegd twee
kaarten opgenomen: een behorend bij het hoofdstuk
'Ruimtelijk beeld van stedelijk Nederland op längere
termijn', de andere bij het hoofdstuk 'Pianologische
kernbeslissing' waarin de belangrijkste uitspraken
worden samengevat.
De in dit nummer bijgevoegde kaarten behoren bij de
regeringsbeslissing deel d). Ze zijn vooraf gegaan
door de kaarten behorend bij deel a, het beleidsvoor
nemen. Tussen deel a en deel d hebben inhoudelijke
wijzigingen plaatsgevonden ten gevolge van de inspraak-
en overlegperiode. Dit had tot gevolg dat in de PKB-
kaart nogal wat wij zigingen moesten worden aange
bracht. Ter vergelijking wordt in figuur 2 de PKB-
kaart behorend bij deel a afgebeeld.
De twee kaarten zijn - zo ook de hoofdstukken waar ze
bij hören - verschillend van aard.
De beeldkaart vertolkt het ruimtelijk concept van waar-
uit men tot handeling over gaat: het is het vertrekpunt
voor te nemen beslissingen gericht op de regionale
uitwerking en instrumentatie van het beleid.
De PKB-kaart somt de genomen beslissingen op: ze
vertegenwoordigt de uitvoeringskant.
De twee aspecten ruimtelijk concept en uitvoering
liggen in elkaars verlengde, maar zijn verschillend
van inhoud:
- de een verduidelijkt de intentie van het beleid, de
andere de acties die nodig zijn voor de uitvoering;
- de een heeft iets van een geloofsgetuigenis en de
andere is het spoorboekje daarbtj;
- de een heeft een utopisch en de andere een pragma-
KT 1985. XI. 2
21