Utreoht BESLISSINGEN CONCEPT1983 /y - SS STRUCTUURSCHETS VOOR DE STEDELIJKE GEBIEDEN nadere provtnciaie afweg«ng ruimtelijke ontwlkkeilngsmogettjkheden (*waarO»i uilgaoospur Figuur 2. Concept PKB-kaart. Vergelijking met de kaart behorend bij deel d geeft inzieht in de kartografische wijzigingen die voortvloeiden uit inhoudelijke aanpassingen van de schets. tisch karakter; - de een omvat 'zachte' en de andere meer 'harde' gegevens; - de een omvat analoge en de andere digitale gege vens. Kijkend naar dit parenlijstje is het -althans voor mij - goed aan te voelen dat het voor beleidsvoorbe- reidende instanties makkelijker is en in ieder geval minder riskant om de conceptuele kant achterwege te laten en zieh te beperken tot de uitvoeringskant. In het allerergste geval niet uitsluitend in de presentatie naar buiten maar zelfs al in de (interne) voorberei- dingsfase. Het is mijn stellige mening dat zoiets fu- nest is voor de kwaliteit van de ruimtelijke ordening. Er moet gewerkt worden aan en vervolgens vanuit een visie. Het is nodig dat allereerst een visie wordt ont- wikkeld en dat die vervolgens wordt uitgedragen, om- dat de ontwikkelde visie (het 'Wat willen we?') bepa lend is voor de uit te zetten koers ('Hoe bereiken we dat?') en omdat de visie handvatten geeft en motiva- tieverhogend is voor hen die belast zijn met de uitvoe- ring van iets dat anders betekenisloos dreigt te wor den. Naar mijn mening is de SSG '83 er in geslaagd om beide aspecten - visie en uitvoering - in even- wicht te brengen. Dit evenwicht wordt weerspiegeld en afleesbaar gemaakt door het presenteren van twee kaarten in plaats van dbn alleen op beslissingen ge- richt. Het tot uitdrukking brengen van de onderlinge inhoudelijke verschillen, alsook de interne en onder linge samenhangen, door passende kartografische uit- drukkingsmiddelen vormde de opgave en uitdaging voor de betrokken kaartenmakers. Aandacht spunten bij de ruimtelijke beeldkaart Allereerst de opmerking dat de beeldkaart een beleids- kaart is. Het stelt dus niet de werkelijke situatie nu of straks voor, maar het is de verbeelding van het voor- gestane beleid. Het verbeeiden van intenties van het beleid is in de kartografische wereld geen alledaagse bezigheid. Het vereist dat de betrokken kartograaf de inhoudelijke elementen waar het om gaat goed kan aanvoelen en bereid is te experimenteren met de visuele verbeel- dingsmogelijkheden. Hierin ligt in eerste instantie het zwaartepunt van de werkzaamheden. KT 1985. XI. 2 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 25