meer minde
bijkaarten bijka
onderwerp(en)
gee
formaat CD groter CD kleiner voc
ongevouwen gevouwen CD
huidige groter Q kleir
schaal (bv. 1:25 000) (bv.
4 j aar CD 7 j aar CD 10 jaar Q >-1
op kantoor CD in terrein CD beide
De belangrijkste te bespreken vragen:
1. Geeft de Waterstaatskaart (incl. bijkaarten)
de gewenste beschrijving van uw gebied
t. a. v. de waterhuishouding, de waterkering
en de administratieve indeling?
Aan welke aanvullende informatie heeft u nog
behoefte bij het opstellen van de plannen,
welke straks verplicht zijn volgens de Wet op
de Waterhuishouding?
2. Hoe vaak gebruikt u de Water staatskaart
(incl. bijkaarten)
Wat is de aard van het gebruik?
3. Wat vindt u van de schaal van de kaart en wat
van de mate van detaillering (en dat in sa
menhang met elkaar)
4. Voldoet de huidige opzet van 6dn hoofdkaart
en twee transparante bijkaarten?
Of heeft u liever minder bijkaarten, dan wel
juist meer (bijv. voor waterkeringen of
riolering)
5. Gebruikt u andere kaarten voor hetzelfde
doel?
Welke kaarten zijn dat?
6. Wat vindt u dat de herzieningsfrequentie van
de Water staatskaart moet zijn?
7. Wat zou het voor u betekenen wanneer de
Water staatskaart niet meer zou verschijnen?
8. In 1980 is een start gemaakt met de 5e editie
van de Waterstaatskaart. Omdat u waar-
schijnlijk nog geen exemplaren van deze
editie in uw bezit hebt, treft u als bij lagen
een blad van de 4e alsmede hetzelfde blad
van de 5e editie aan ter vergelijking. Een
toelichting op de wij zigingen is eveneens
bijgesloten. Wat is uw mening over deze
5e editie
Edn tot twee weken voor het eigenlijke vraaggesprek
werden de volgende bescheiden toegestuurd:
- een blad van de 4e editie van de Waterstaatskaart;
- eenzelfde blad van de 5e editie, hoofdkaart bij
kaart;
- beschrijving van de opzet van de 5e editie;
- voorwoord en inhoudsopgave van de laatst versehe
nen Pro vinciale Beschrijving (Zeeland, 1971).
De vraaggesprekken werden gehouden in de tweede
helft van 1983 door twee medewerkers van de Rijks-
waterstaat en ook van de ontvangende dienst waren
meestal twee personen aanwezig. In het algemeen
terdege voorbereid, wat erop duidt dat de gekozen
opzet effectief werkte. Vaak werd ook opgemerkt dat
men dit persoonlijk kontakt met de makers van de
Waterstaatskaart zeer op prijs Steide en verkoos bo-
ven een schriftelijke enquete.
De vooraf toegezonden lijst met belangrijkste vragen
diende als leidraad bij de gesprekken. Daarnaast
werd veel waardevolle informatie verkregen over de
werkwijze van de dienst en het karakter van het
ambtsgebied, terwijl van onze kant aanvullende infor
matie kon worden gegeven over de vervaardiging van
de Waterstaatskaart en aanverwante zaken.
Tijdens het vraaggesprek, waarbij de kaarten steeds
-letterlijk- op tafel lagen, is geen leesbaarheidstest
gehouden. De gesprekspartners werden geacht zowel
een gedegen water staatkundige kennis te hebben, als
ervaring in het gebruik van kaarten daarbij. Het leek
daarom niet nodig hun mening over de leesbaarheid
nader te toetsen.
Aan het slot van het vraaggesprek werd een detail-
vragenlijst uitgereikt en toegelicht (zie figuur), met
het verzoek deze na invulling terug te zenden. Op het
voorblad hiervan werden vragen gesteld over de ge
wenste verschijningsvorm en aard van het gebruik.
Op de binnenbladen werd de mening gevraagd over de
mate van detaillering en duidelijkheid van weergave
van alle elementen die op de hoofdkaart en beide bij
kaarten voorkomen. Om de invultijd tot een minimum
te beperken konden vrijwel alle antwoorden door enkel
aankruisen worden gegeven. Verder konden overbodig
geachte kaartelementen worden doorgestreept en ont-
brekende worden toegevoegd. Van de achtergelaten
detail-vragenlijsten is in eerste instantie 80% terug-
gestuurd en na ddn herinnering liep dit op tot 93%.
wekelijks
huidige
opzet
huidige
maandelijks/af en toe
noc
(Gedeelte van de vragenlijst Gebruikersonderzoek
Waterstaatskaart.
34
KT 1985. XI. 2