7 jaar, 10 jaar en langer dan 10 jaar. De verhouding tussen de aangestreepte frequenties bedraagt voor diensten in boezem- en polderland ongeveer 4:3:3:0 en in stroomgebieden ongeveer 3:3:4:0. In de läge de- len van Nederland is de behoefte aan snelle herziening dus iets groter dan op de hogere gronden. Uit de vraaggesprekken bleek, dat vrijwel iedereen Problemen heeft met de veroudering van de thans be- schikbare kaartbladen, zelfs als deze vrij recent zijn. Een aantal diensten geeft ook aan dat de door hen ge- noemde frequentie pas geldt na voltooiing van de thans in uitvoering zijnde grote werken, zoals ruilverkave- lingen. Bij velen bestaat de verwachting dat de veran- deringen in de toekomst minder snel zullen gaan dan in de afgelopen tijd. In dit kader is een citaat uit een bijna 100 jaar oud boekje (4) zeer leerzaam: het is bijna niet te gelooven, hoevele veranderingen ons Nederlandsche terrein ondergaat in een twintigtal ja- ren, tengevolge van ontginningen, inpoIderingen, aan- leg van kanalen, spoorwegen, wegen voor gewoon ver- keer, uitbreiding van Steden, dorpen, gehuchten, enz." Om veroudering van de kaart te vertragen, wordt van zoveel mogelijk werken in ontwerp of in uitvoering al de nieuwe toestand weergegeven, overigens met ver klärende tekst en een waarschuwing in de toelichting. Maar een goedgekeurd ontwerp wordt wel eens tijdens de uitvoering gewijzigd, of in het geheel niet uitge- voerd. Dan vindt een aantal gebruikers de huidige at- tendering door middel van tekst onvoldoende en geeft de voorkeur aan aangepaste Symbolen. De hoofdkaart. Men is over het algemeen tevreden over de mate van detaillering. Een toenemende wens tot meer detaille- ring wordt zichtbaar, wanneer men de diensten rang- schikt van landelijk, via regionaal naar lokaal werk- zaam. Bij nadere analyse blijkt dat de wens tot meer detaillering vooral de stroomgebieden betreft. Men vindt dat met name de onderverdeling hiervan en de typering van de kunstwerken (afmeting van stuwen en eapaciteit van sluizen), schraal afsteekt bij de weer- gave in boezem- en poldergebieden. In laatstgenoem- de gebieden vindt een aantal diensten dat de detaille ring de grenzen van wat mogelijk is dicht nadert en soms zelfs overschrijdt. Uit de vraaggesprekken bleek ook, dat vrijwel nie mand behoefte heeft aan weergave van de rioolstelsels in een gebied. En wie dit wel heeft, gebruikt hiervoor kaarten op een veel grotere schaal. Wel belangrijk zijn de begrenzingen van de gerioleerde gebieden, als- mede de externe transportleidingen en de lozingspun- ten. De wijze van weergave werd overwegend als 'duidelijk' op de detail-vragenlijst aangestreept. Uit de vraagge sprekken bleek echter, dat de meeste gebruikers de kaart moeilijk leesbaar vinden en weinig gebruikers- vriendelijk. Verbetering ziet men niet in het weglaten van details (met uitzondering van rioleringen), maar in het aangeven van de hoofdstructuur van de water - stelsels, waardoor hoofd- en bijzaken beter van el- kaar te onderscheiden zijn. Veel gebruikers hebben problemen met de vele beteke- nissen van de kleur 'wit' in de kaart en een aantal heeft ook aanmerkingen op het gebruik van biezen. De veranderingen in de 5e editie zijn in het algemeen gunstig beoordeeld. Dit betreft zowel de nieuwe Sym bolen (en met name die voor persleidingen), als de co dering der eenheden, de buitenwatertint, de bladver- schuiving en -uitbreiding en de zwaarder gedrukte topografie. Door het niet meer inkleuren van de weg- verharding is volgens velen de leesbaarheid duidelijk toegenomen, wat meestal opweegt tegen de verminder- de orienteringsmogelijkheid. Verder is het voluit te- kenen van de waterschapsgrenzen voor een aantal de vervulling van een lang gekoesterde wens. Toch komt dit een beetje als mosterd na de maaltijd, gezien de grote concentratie van waterschappen in de laatste de- cennia (van bijna 3000 in 1937 tot minder dan 200 in 1984), waardoor de begrenzing ook eenvoudiger is. Het kleurgebruik is minder positief ontvangen: op het eerste gezicht vindt men bladen van de 5e editie mooier, maar in het gebruik blijken de zwaardere kleuren de leesbaarheid van teksten en Symbolen te verslechteren. Ook vindt men het contrast tussen de zwaardere topografie en de grijze polderwatergangen te gering. Ook het beknopte randschrift is niet onverdeeld gunstig ontvangen. Enige gebruikers merken op dat dit kan worden ondervangen door het op tijd doen verschijnen van de bij de kaart behorende Provinciale Beschrijving. De bijkaarten. Op de detail-vragenlijsten is de helft van de vragen over de bijkaarten niet beantwoord. Dit hangt samen met het reeds genoemde geringe gebruik van deze kaarten. Er zijn diverse wensen geuit, zoals een be- tere indeling voor de peilschalen en opname van meet- punten voor de grondwaterstand op bijkaart 1. Verder het gebruik van meer kleur op bijkaart 2, mits dit de leesbaarheid verbetert, en meer kwantitatieve infor- matie over de watervoorziening. Aanbevelingen Het gebruikersonderzoek heeft duidelijk gemaakt, dat de Water staatskaart op een aantal punten verbetering behoeft en voor de aanpak hiervan zijn een aantal aan bevelingen opgesteld. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen enerzijds Verbeteringen die relatief makkelijk zijn door te voeren en bovendien de uniformiteit van de thans lopende editie weinig of niet verstoren, en ander zijds Verbeteringen die een längere voor Studie vergen en het kaartbeeld mogelijk ook ingrijpend zul len wijzigen. Aanbevelingen op körte termijn. Er zijn een negental aanbevelingen geformuleerd om de gebruikswaarde van de nog te verschijnen bladen van de 5e editie te verhogen. Dit betreft onder meer een verkorting van de looptijd tussen aanvang en ge- reedkomen van een blad; verfijning van de onderver deling in stroomgebieden; vereenvoudigde aangifte van gerioleerde gebieden; bij stellen van de kleurba- lans; tijdig uitbrengen van de Provinciale Beschrij- vingen en het verbeteren van de kontakten met de ge bruikers. Aanbevelingen op längere termijn. Voor de opzet van de 6e editie (waarvan de eerste bla den na 1990 zullen verschijnen) zijn de volgende voor- bereidingen noodzakelijk: 36 KT 1985. XI. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 46