Achtergronden van de computerkartografie
in Viaanderen
m
M.A.M.G. van Naelten
Motivering en doe 1 ste 11 ingen
Voor de wat jongere computerkartograaf, die vandaag
achter een uiterst geperfeetioneerd CAD/CAM
systeem of een grafische kleurenterminal zit te wer
ken, moet het bijzonder moeilijk zijn om zieh voor te
stellen hoe en in welke omstandigheden het hele com
puterkartografie -gebeuren tot stand is gekomen.
Toch ligt de Startperiode nauwelijks twintig tot vijfen-
twintig jaar in het verleden.
Het is de bedoeling om met dit artikel, op grond
vooral van persoonlijke ervaringen, een reconstruc-
tie te maken van dit moeizaam gebeuren, zoals het
vanaf de zestiger jaren in Viaanderen heeft plaatsge-
vonden. Er zijn heel weinig documenten over die be-
ginperiode openbaar. Slechts een heel beperkt aantal
personen was bij het gebeuren voldoende betrokken
om over de strikt noodzakelijke informatie te beschik-
ken, die toelaat het groeiproces te overzien.
In het weinige wat over deze periode bekend is ge-
maakt, zitten bovendien een aantal lacunes, die het
verdienen na twintig jaar te worden weggewerkt. Zo
zijn er de vaak onbekende werkers achter de scher-
men, dankzij wie het hele groeiproces, traag maar
zeker, tot resultaten leidde. De meesten zijn tot nog
toe, bij gebrek aan publicaties over die periode en dit
onderwerp, overwegend onbekend gebleven. De weten-
schappelijke eerlijkheid gebiedt deze lacunes op te
vullen. Dat kan in dit geval alleen op grond van infor
matie, die berust bij personen, die het hele gebeuren
van zeer dichtbij hebben meegemaakt en de schrijver
van dit artikel was in die zin uitstekend geplaatst. De
kansen, die destijds zijn geboden en genomen om in
die ontwikkeling mede een zeer aktieve rol te speien,
zijn vaak alleen ontstaan dankzij de steun en belang-
stelling van velen, die van dichtbij of op veilige af-
stand het schijnbaar toch voortvarend gebeuren onder-
gingen. Door deze omstandigheden is aan een kroniek-
vorm nauwelijks te ontkomen, hoewel dit wellicht iets
minder gebruikelijk is in deze materie. Toch is deze
publicatievorm niet zo vreemd als het op het eerste
gezicht zou lijken.
De doelstellingen van de reconstructie gaan evenwel
verder dan gewoon het schrijven van een kroniek om
te tonen hoe en hoe moeizaam een innovatie in deze
diseipline in Viaanderen tot stand kwam. Wie vandaag
op die twintigjarige periode en op de achtergronden
terugkijkt, zal meteen begrijpen waarom vooral de
Leuvense computerkartografie, en ook zijn latere
Nijmeegse vertakking, een richting zijn uitgegaan,
waardoor ze een toch wat aparte positie in het geheel
innemen. Uiterst beperkte middelen moesten worden
gecompenseerd door de visie en het vertrouwen van
enkele mensen, waaronder zowel beleidsvoerders als
onderzoekers voorkomen. Ze hebben samen, en zon-
der veel praat- maar overwegend doe-werk, de orien-
tatie en de achterliggende filosofie met betrekking tot
de inzet van de computerkartografie in Viaanderen
zeer sterk bepaald.
De aanknop ingspunten bij de start
Het opzetten van een nieuwe werkwijze is vaak het
resultaat van een samenloop van gunstige omstandig
heden. Dit is ook het geval geweest met de computer
kartografie in Viaanderen. De allereerste sporen
leiden terug naar 1963. Een bezoek aan het 2e 'Euro
pean Regional Science Congress' in 1962 te Lund, sa
men met enkele medewerkers van de studiegroep
SODEGEC (1), belast met het opmaken van het streek
plan van de Denderstreek gelegen in de driehoek Ant-
werpen-Gent-Brussel, had de informatie opgeleverd,
dat Zweden zijn laatste tellingen op gridbasis had uit-
gevoerd. Binnen de studiegroep was toen al een ruime
belangstelling aanwezig voor het gebruik van Compu
ters. De wens om bepaalde technieken, zoals de toen
nog erg omstreden factoranalyse, toe te passen en de
noodzaak om als gevolg van het ontbreken van recente
volkstellingen, het gebrek aan informatie op te vullen
met eigen veldwerk en enquötes, leidden tot de eerste
stappen in de richting van de Computer, zij het voor-
lopig beperkt tot data-analyse. Het werk zelf werd
uitbesteed aan een particulier bureau. Het wat moei-
lijker gebeuren is opgeknapt in het nog vrij beperkte
rekencentrum van de Gentse universiteit door onder
meer prof. C. Grosjean en zijn medewerkers. Meteen
werd duidelijk dat het verwerven van uitvoerige infor
matie een belangrijk punt was, maar ook dat men in
dat geval over technische middelen moest beschikken,
om de ruimtelijke spreiding van de informatie zicht-
baar te maken. Zelf leren programmeren bleek ook
toen al een niet meer te ontwijken optie, omdat het de
dialoog tussen de programmaschrijvers en de opdracht-
gevers op dezelfde golflengte bracht.
Binnen de studiegroep is in februari 1963 door de au-
teur van dit artikel een eerste schets gemaakt van de
toen zichtbare mogelijkheden. De titel droeg de wat
duistere benaming: 'Cyberno-cartografische Technie
ken in dienst van de planologie' (2). De inhoud was
echter duidelijk genoeg voor de directie, vooral voor
F. Houtart, de toenmalige directeur van SODEGEC,
die het initiatief aanmoedigde en ook meteen een
markt zag. In het weekblad 'Tijd', verscheen op 6 de-
cember 1963 een bondig artikel, met dezelfde titel als
de discussietekst (3). Een volledige ronde längs alle
potentiöle opdrachtgevers, op verzoek van de werk-
KT 1985. XI. 2
47