tojpäDgffi
ATLAS VAN NEDERLAND, Stich-
ting Wetenschappelijke Atlas van
Nederland. 's-Gravenhage: Staats-
uitgeverij, 1984.
Deel 1 Bevolking, 24 pp.
ISBN 90 12 05001 4;
Deel 5 Wonen, 24 pp.
ISBN 90 12 05005 7.
Vorig jaar is een begin gemaakt
met de publikatie van de tweede
editie van de Atlas van Nederland.
Zoals bekend zal deze tweede edi
tie bestaan ult twintig losse kater-
nen. In ieder katern wordt door
middel van kaarten, diagrammen,
foto's en tekst öön bepaald thema
aan de orde gesteld. De delen 'Be
volking' en 'Wonen' die als eerste
zijn versehenen worden in het hier-
volgende besproken. In deze be-
spreking zal de nadruk vallen op
de organisatie van de katernen en
de kartografie.
Ieder atlasdeel heeft een omslag
waarop aan voor- en achterzijde
een grote foto. Aan de binnenkant
van het omslag vindt men voorin
de inhoud van de gehele atlas en
van het betreffende deel, alsmede
het colofon. Achterin staat aller-
hande nuttige informatie zoals ver
klärende woordenlij st (voor dege-
ne die niet weet wat 'dynamische
kostprijshuur' is), literatuur en
bronvermelding. Het eigenlijke
atlasdeel omvat twintig pagina's.
Voor de layout is een basisstra-
mien opgezet (zie het artikel van
N. J. Bakker in KT 1984. X. 3).
Het geheel is een bonte en aange-
name afwisseling van tekst en af-
beeldingen met de kaarten uiter-
aard als hoofdmoot. De tekst is in-
gezet in een grote duidelijke letter
en is over het algemeen bevattelijk
geschreven. Alle afbeeldingen
-uitgezonderd de foto's- zijn ge-
plaatst op een lichtgrijs fond en
steeds voorzien van een duidelijke
titel voorafgegaan door een num-
mer. Daar waar het onderwerp van
de afbeelding in de tekst ter sprake
komt wordt het betreffende num-
mer vet gedrukt. Verder heeft
iedere afbeelding nog een toelich-
tende tekst.
Tekst en afbeeldingen zijn meestal
wel bij elkaar geplaatst, maar in
sommige gevallen niet wat wel
eens bezwaarlijk is bij het gebruik.
Zo staan bijvoorbeeld in deel 5 de
kaarten 16 en 17 op pagina 7, de
bijbehorende tekst aan de andere
kant van de bladzijde op pagina 8
en het toelichtende tekstje op pagi
na 6 onderaan. Op andere plaatsen
loopt de tekst weer achter op de
kaarten. Het is natuurlijk onmoge-
lijk tekst en afbeeldingen altijd
parallel te laten lopen. Op 66n
plaats is er echter een vrij hinder-
lijke misschikking die men gemak-
kelijk had kunnen voorkomen. In
deel 1 op pagina 9 Staat een vrij
ingewikkeld schema over de 'com-
ponenten van de bevolkingsgroei'
waarin acht mogelijke combinaties
worden onderscheiden. Dit Sche
ma doet ook dienst als legenda
voor een serie van zes kaartjes
over de 'ontwikkeling bevolkings
groei' aan de andere kant van de
bladzijde op pagina 10. Als men
het schema op pagina 9 en de foto
op pagina 10 had omgewisseld had
men de gebruiker het lezen van de
kaartjes aanzienlijk vergemakke-
lijkt.
Over de foto's kan men kort zijn.
De kwaliteit is goed maar men kan
niet zeggen dat ze een belangrijke
bij drage aan het geheel vormen.
De meeste foto's in deel 1 zijn
nietszeggend; in deel 5 is het al
iets beter met de afbeeldingen van
een aantal woonvormen en woon-
milieus.
De diagrammen zijn helder opge
zet en goed uitgevoerd. Er zijn
echter enkele uitzonderingen. In
figuur 6 in deel 1 zijn vier bevol-
kingspiramiden over elkaar heen
afgebeeld (om Nederland met drie
andere Europese landen te verge-
lijken). De wirwar van groene en
blauwe lijnen die respectievelijk
de BRD en Zweden voor stellen
maakt deze voorstelling praktisch
onleesbaar. Een type grafiek waar
ik altijd veel moeite mee heb is te
vinden in figuur 13 van deel 5 'wo-
ningproduktie naar opdrachtgever'.
In deze grafiek - die ik als cumu-
latieve grafiek zou willen betite-
len - vinden we onderin de ontwik
keling in de tijd van de woningpro-
duktie van de 'overheid. met
daar bovenop gestapeld de woning-
produktie van 'particulieren'. De
bovenkant van het geheel is de tota
le produktie. De ontwikkeling van
dit totaal is duidelijk af te lezen
evenals de ontwikkeling in de sec-
tor 'overheid. de gang van za-
ken in de sector 'particulieren' is
echter slechts met de grootste
moeite te achterhalen. In figuur 32
(deel 1) 'buitenlandse migratie
naar nationaliteit' is een soortge-
lijk probleem op een iets andere
wijze uitgebeeld. De ontwikkeling
van de drie componenten is wel ge-
geven maar niet de ontwikkeling
van de totale migratie. Wel Staat
twee keer het woordje 'totaal' ver
meld maar dit is mijns inziens niet
juist. Is dit wel juist dan is of de
legenda niet goed of de uitbeelding
misleidend.
Dan nu een bespreking van de kaar
ten. Als we beide delen samen ne-
men dan teilen we 81 kaarten waar-
van 71 Nederland-kaarten. De Ne-
derland-kaarten komen voor in
verschillende schalen: 1:1 miljoen
(lx); 1:1,5 miljoen (4x); 1:2 mil
joen (12x); 1:3 miljoen (48x); 1:4
miljoen (5x); 1:6 miljoen (lx).
Vergelijkt men de kaarten 1:1,5
miljoen met de kaarten 1:2 miljoen
dan moet men constateren dat de
schaal 1:1,5 miljoen in deze twee
delen eigenlijk overbodig is, om-
dat de gegevens even goed op 1:2
miljoen hadden kunnen worden af
gebeeld. Dat de grotere schaal wat
prettiger aandoet is natuurlijk een
ander verhaal. Voor het overige
KT 1985. XI. 2
57