Ordnanee Survey te Southampton, overgenomen door het Kartogra- fisch Bureau van de Verenigde Na- ties. Sedertdien rapporteren de V. N. over de vorderingen van dit internationale projekt. In 1962 or- ganiseerden de V. N. een techni sche conferentie over de IWK te Bonn (BRD) waar, rekening hou- dend met recente technologische ontwikkelingen, de van 1913 date- rende specifikaties van de kaart werden herzien. Ten tijde van deze conferentie waren meer dan 700 van de 1000 bladen teilende IWK- serie versehenen. Op de recente Derde Regionale Kartografische Conferentie voor de Amerika's georganiseerd door de V. N. in New York werd de toe- komst van de IWK ter discussie gesteld. Geconstateerd werd dat met uitzondering van Arctisch Ca- nada en Antarctica vrijwel de gehe- le wereldlandoppervlakte thans door IWK-bladen is bedekt. Vele bladen blijken echter verouderd te zijn. In diverse landen staat de produktie van de IWK op een laag pitje. Ontwikkelingslanden komen er dikwijls in het geheel niet aan toe. Het revisietempo der IWK- bladen is dientengevolge laag. Tij- dens de discussie werd de relevan- tie van een wereldbedekking op de schaal 1:1 miljoen in de huidige tijd in twijfel getrokken. In feite maakte geen der 44 ter conferentie aanwezige lidstaten zieh nog warm voor het projekt. De suggestie tot het houden van nieuwe IWK-confe- rentie tot aanpassing van de speci- ficaties werd dan ook overheerst door het voorstel het gehele IWK- projekt maar stop te zetten. Ten- slotte besloot de vergadering een onderzoek in te stellen naar het huidige en mogelijk toekomstige gebruik van de IWK en indien ge- rechtvaardigd voorstellen te formu- leren voor alternatieve wereldkar- teringsprogramma's ter vervan- ging van de IWK eventueel in digi tale vorm. In het geplande onder zoek, uit te voeren door de V. N. dienen uiteraard die instanties te worden betrokken die de IWK als basiskaart voor thematische karte ringen gebruiken. Hiertoe behoort natuurlijk ook de International Civil Aviation Organisation te Montreal, die de IWK als basis kaart voor haar World Aeronauti- cal Chart 1:1 miljoen gebruikt. F. J. Ormeling sr. MAPDAG Op 10 mei 1985 werd bij het Rijks- instituut Bos- en Landschap sonder - zoek De Dorschkamp verslag ge- daan van de ervaringen, die ver- schillende gebruikers hebben op- gedaan met het eomputerprogram- ma 'Map Analysis Package' (MAP). Op grond van het gepresenteerde kan de bruikbaarheid van MAP voor de verwerking van geografi- sche gegevens worden vastgesteld. De presentatie van het op MAP ge- ente MAP2 tijdens deze bijeen- komst heeft een nieuwe fase inge- luid voor de gebruikers: die van de methodische verdieping. MAP is een programma voor het opslaan en bewerken van geografi- sche gegevens op rasterbasis. Het telt zo'n 50 commando's, waarmee de in een gegevensbestand opge- slagen kaarten kunnen worden be werkt. Er zijn zowel bewerkingen binnen een kaart mogelijk, als be werkingen waarbij meerdere kaar ten betrokken zijn. De veelzijdig- heid van de beschikbare comman do's in kombinatie met de grote manipuleerbaarheid van in raster- cellen opgeslagen gegevens maken MAP een waardevol hulpmiddel voor analyse van de geografie van een gebied. MAP is momenteel in gebruik bij de Landbouwhogeschool Wageningen (LH), bij de Stichting voor Bodemkartering (Stiboka), het Rijksinstituut voor Natuurbe- heer (RIN) en bij De Dorschkamp. Door Rip (LH) werd het onder- zoeksprojekt 'De Haaglanden' be- handeld. Daarbij was een door de PPD opgestelde Landschapsontwik- kelingsvisie voor het gebied bis sen Den Haag en Zoetermeer met MAP nagespeeld. De belangrijkste konklusie daaruit was, dat de diskrepantie, die in de planning kan bestaan tussen ge- tekende plannen en de argumenta- tie daarbij, bij MAP-gebruik di rekt boven tafel komt. Willen plannenmakers hun voordeel doen met Computer gebruik, dan zal de gebruikelijke kwalitatieve benade- ring moeten worden aangevuld met kwantitatieve stappen en een gro- ter databewustzijn. Kortom, een methodischer aanpak van plannings- projekten dan voorheen zal noodza- kelijk zijn. Tevens presenteerde Rip sterk ver beterde MAP-kaartjes. Het is nu mogelijk om naar wens grijstonen te gebruiken of kleuren toe te ken nen aan kaarteenheden (zie figuur). Het tijdperk van kaartbeelden, op- gebouwd uit cijfers en letters kan daarmee als geeindigd worden be- schouwd. Van Lammeren (LH) behandelde de inschakeling van de Computer bij de voorbereiding van het bestem- mingsplan voor de Wageningse Ui- terwaarden. Aan de orde kwam vooral de inbedding van Computer- gebruik in de werkwijze van de vakgroep Planologie, waarbij de problematiek van de 'informatie- frustratie' en de behoefte aan rich- tingzoekmethodieken centraal ston- den. Gebruik van MAP lijkt voor deze vraagstukken een zodanige be- antwoording te bieden, dat zowel de ideevorming als de inhoudelijke diskussie daarmee kunnen worden bevor der d. Vanuit De Dorschkamp werd door De Poel uiteengezet, hoe voor het landgoed Hackfort de ekologisch kansrijke situaties waren gei'denti- fieeerd. De nadruk lag bij deze le- zing op de mogelijkheden, die MAP biedt, om volgens het overlay-prin- eipe thematische kaarten van een gebied te kombineren. Het gemak en de snelheid, waarmee dat mo gelijk is, stimuleert het verkennen van mogelijke alternatieven. De Poel noemde hierbij met name on- derwerpen als de bemestingsdruk en de grondwatersituatie, die beide van belang zijn voor het toekomstig beheer van dit landgoed. Een tweede bijdrage van De Dorsch kamp werd gepresenteerd door Dijkstra. Hij behandelde een deel van een uitgevoerde Studie naar de landschappelijke gevolgen van de aanleg van een stuwdam in een dal in Toscane. Bij dit onderzoek is MAP toegepast voor het in kaart brengen van de punten vanwaar in de toekomst het stuwmeer of de stuwdam zichtbaar zullen zijn. Ook hier bleek MAP, gebruikt in kom binatie met andere methoden, een bruikbaar hulpmiddel te zijn. Geheel anders was de invalshoek van Burrough (Rijksuniversiteit Utrecht), die de bijdrage van MAP beschreef aan het KlSII-landevalua- tieprojekt (Kenya), Daarbij ging het om het karteren van de geschikt- heid van de bodem voor het telen van maTs. Onder meer met behulp van MAP was berekend, op welke plaatsen de terrassering van hel- lingen de erosiegevoeligheid zozeer zou verminderen, dat maisteelt ook over 40 jaar nog mogelijk zou 12 KT 1985. XI. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 14