bewerkingen worden toegepast. Ook de betrouwbaarheid van het basismateriaal moet daarbij in beschouwing worden genomen. De introduktie van het nieuwe MAP, MAP2 geheten, werd verzorgd door Lentjes, Van Lith en Roos van De Dorschkamp. Naast verbeteringen aan de afstembaarheid van het pro- gramma op de specifieke behoeften van gebruikers is verdere systema- tisering van de commandostruktuur tot stand gebracht. Daarnaast zijn van enkele programmadelen de be- rekeningen geheel herzien en aan- gepast aan de Nederlandse situatie. De uitvoer van het programma is eveneens verder gesystematiseerd. Tenslotte, en dat is wel het belang - rijkste, is een nederlandstalige handleiding geschreven. Het is de bedoeling, dat MAP2 binnen afzien- bare tijd verkrijgbaar zal worden gesteld. Blom (LH) gaf als laatste spreker een resumö van wat er die dag aan de orde was geweest. Vooral spre- kend vanuit het perspektief van de ruimtelijke planning konkludeerde hijdat de tijd gekomen is om me thodische konsistentie tot stand te brengen in het bedrijven van land- schapsplanning. Nu MAP door z'n eigen vernieuwing als het wäre ar men en benen heeft gekregen, kö rnen de methodische onvolmaakthe- den van dat vakgebied aan de opper- vlakte. Blom maakte dit via een körte, maar veelzeggende verge- lijking tussen vier Adviezen Land- schapsbouw van Staatsbosbeheer aannemelijk. Het merendeel van de bovengenoem- de gebruikers van MAP is verenigd in de Geografische Gebruikers Groep (GGG). Dat is een samen- werkingsorgaan met afdelingen op LH-niveau en DLO-niveau Di- rektie Landbouwkundig Onderzoek). Doel van de GGG is het stimuleren en coördineren van de ontwikkeling van de grafische weergave van geo grafische gegevens per Computer. Vanuit deze doelstelling zal de GGG binnenkort de aan deze MAP- dag geleverde bijdragen in een pu- blikatie bijeenbrengen. Deze publikatie zal verkrijgbaar zijn via het secretariaat van de GGG. Adres: ir. J.R.W. Blom, Vakgroep Tuin- en Landschapsar- chitectuur, Gen. Foulkesweg 13, 6703 BJ Wageningen, tel. 08370- 82696. F. Rip GRO NDWATEH NIET GEKARTEERD GUT 1,11 GMT II GMT II,III GHT III GMT III,V,VI GHT III,V GHT IV GHT VI BUITEN BESCHOUHING zijn. Burrough benadrukte, dat de uitkomsten niet als absoluut mögen worden beschouwd. Dit is het ge- volg van de voortplanting van fou- ten in basisgegevens en door on- juistheden in de gehanteerde mo- dellen, waarover naar zijn mening nog te weinig bekend is. Den Besten (Stiboka) ging in op de betrouwbaarheid van de weergave van een kaartbeeld met behulp van cellen. Hij behandelde verschillen- de celbemonsteringsmethoden en de keuze van de celgrootte. Zijn konklusie was, dat bij weergave via rastercellen enig informatieverlies onvermijdelijk is. De beste resul- taten zullen zijns inziens worden bereikt, wanneer bij een kaart- schaal van 1:25. 000, cellen van 5x5 mm worden gebruikt. Daarbij moet dan worden aangegeven, welk percentage van het celoppervlak door het originele gegeven werd bedekt. Deze methode, de modale percentagegewijze bemonstering, vergt niettemin een bewuste toe- passing, vooral wanneer overlay KT 1985. XI. 3 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 15