Een bibliografie van de in Nederland en Nederlands-
Indie uitgegeven atlassen in de periode 1880-1940
C. Koeman
In het najaar van 1985 kan de verschijning worden tegemoet gezien van het zesde deel van 'Atlantes Neerlandici'
de bibliografie van de in de Nederlanden versehenen atlassen. In de reeds versehenen delen I-V (1967-1971)
werden de atlassen behandeld die tussen 1532 en 1880 zijn versehenen. In dit zesde deel, dat wordt uitgegeven
bij de Uitgeversmaatschappij Canaletto te Alphen aan den Rijn, worden de atlassen behandeld, versehenen in de
periode 1880-1940. Het vormt aldus een vervolgdeel op de delen I - IV (deel V is een registerdeel) en behandelt
350 verschillende atlassen, het werk van 194 verschillende auteurs, op de markt gebracht door 100 uitgevers.
Dat dit deel mede tot taak heeft een leemte te vullen in de bibliografie der Nederlandse atlassen möge blijken uit
het feit dat van de hierboven genoemde 350 atlassen het merendeel nimmer in het Tijdschrift van het Koninklijk
Nederlands Aardrijkskundig Genootschap werd besproken.
Hoe is de bibliografie tot stand
gekomen
Wat doet een bibliograaf Wanneer een bibliograaf
een atlas omschrijft, geeft hij göön commentaar op de
inhoud. Maar hij registreert systematisch alle biblio-
grafische kenmerken. Dat zijn onder andere aantal
kaarten, formaat, schaal, auteur en jaartal. Deze
werkwijze werd toegepast door de heer H. J. A. Homan
en ondergetekende op de atlassen die in de periode
1880-1940 in Nederland en Nederlands-Indie uitgege
ven zijn. Eerst werd gedurende de periode maart
1975 - September 1976 een potentiele lijst van atlassen
samengesteld door dr. D. C. A. J. Schouten, gebaseerd
op indertijd door uitgevers verstrekte catalogi en op
de zgn. boeklijst van Brinkman. Deze lijst vormde als
het wäre de steiger, waarbinnen het gebouw opgetrok-
ken werd. Aan de hand van deze lijst werden atlassen
opgevraagd uit bibliotheken, en kaart na kaart be-
schreven, waarmee zeven jaar gemoeid was. De
eerste beschrijvingen, van gemakkelijk bereikbare
thematische en historische atlassen, werden door
drs. Peter van der Krogt geleverd.
Mevrouw H. Verwoerd Steide haar beschrijving van de
Beekman-atlassen beschikbaar. Gedurende zes jaar
werd de arbeid gefinancierd door de Interfaculteit der
Aardrijkskunde en Prehistorie van de Rijksuniversi-
teit Utrecht. In het laatste Stadium assisteerde ing.
F. L. T. van der Weiden, een 'Old faithful' van het
Atlantes Neerlandici projekt uit de jaren vöör 1972.
De delen I-V van Atlantes Neerlandici versehenen in
de periode 1967-1970 bij Theatrum Orbis Terrarum
te Amsterdam. Voor het zesde deel tekent, zoals ge-
zegd, als uitgever de Uitgeversmaatschappij Canalet
to.
Over de in de delen I- III beschreven Nederlandse at
lassen uit de 19e eeuw werd in 1968 gerapporteerd
(C. Koeman, 1968).
Het zoeken naar schoolatlassen in bibliotheekcatalogi
bleek meestal vergeefse moeite. Schoolatlassen zijn
schoolboeken, redeneert een bibliotheek; die nemen
we niet op. Gelukkig is er een Nationaal Schoolmuseum
in Zoetermeer en was er een schoolmuseum in Am
sterdam waar veel atlassen bewaard werden. Het be-
zit van het voormalige schoolmuseum te Amsterdam
bevindt zieh thans in de Universiteitsbibliotheek. Met
uitzondering van de twee kartografisch georienteerde
Universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Utrecht
hebben de overige grote bibliotheken in de categorie
van de schoolatlassen weinig te bieden. Dit gebrek
werd gecompenseerd door de archieven van de uitge
vers J. B. Wolters, P. Noordhoff en J. W. Thieme die
een grotendeels complete collectie van al hun uitgaven
bevatten, waaruit dankbaar geput werd. Verder ble-
ken particuliere verzamelaars materiaal te bezitten
dat eiders ontbrak.
Niet alleen schoolatlassen werden opgenomen. Van de
in Atlantes Neerlandici VI opgenomen 350 titels be-
staat ongeveer 15% uit diverse categoriebn wegen- en
toeristenatlassen, plus thematische atlassen. Onge
veer 10% van de inhoud bestaat uit historische atlas
sen.
Resultaten en conclusies
Heeft de inventarisatie een bepaalde struetuur in de
geschiedenis van de Nederlandse atlassen zichtbaar
gemaakt? Zijn er sprongen in de ontwikkeling of is
het een rechte lijn van geleidelijke verbetering ge-
weest? We menen de volgende sprongen in de ontwik
keling gedurende de lange periode 1800 - 1940 te kun-
nen aanwijzen:
- 1830: Klassikaal onderwijs in de aardrijkskunde.
Voor het eerst Schoolatlas op atlastitel.
- 1848: Begin van de proletarisering. Het Neder-
landsch Onderwijzers Genootschap biedt alternatie-
ve goedkope atlasjes en losse kaarten aan.
- 1874-1880: Wetenschappelijke fundering van de
aardrijkskunde in het onderwijs manifesteert zieh
in vele nieuwe atlassen. In 1880 zijn er van elf
auteurs atlassen op de markt.
- 1920-1930: Een lawine van schoolboeken waarin
kaarten en tekst in dezelfde band zijn opgenomen.
KT 1985. XI. 3
29