321.8 meridiaankonvergentie Hoek tussen het geogra- fisch noorden (932.6) en het kaartnoorden (321.4) in een gegeven punt. Opm: Te onderscheiden van de term (1konvergen- tie der meridianen, waarmee het poolwaarts naar elkaar toe lopen van de meridianen wordt bedoeld. 321.9 netstreepje Streepje dat aangeeft waar een netlijn (321.5) de binnenkaderlijn (21.13) snijdt. De vol- ledig getrokken netlijn is in dit geval weggelaten. 321.10 (net)kruisje Kruisje in de kaart gevormd door twee streepjes die de ligging van twee loodrecht op elkaarstaande netlijnen (321.5) aangeven. Opm: Deze kruisjes worden vaak in kombinatie met netstreepjes (321.9) op een kaart aangegeven ter vervanging van een volgetrokken vierkantennet (321.1). 321.1 1 middenmeridiaan Centrale meridiaan van een meri- diaanzone(321.12)of projektiezone (31.22a), welke tevens de noord-zuid as van het vierkantennet vormt. Syn: centrale meridiaan. 321.12 meridiaanzone Smalle, door twee meridianen be- grensde strook van het aardoppervlak, die volgens een projektiesysteem (31.22(2)) wordt afgebeeld. Opm: De assen van de afgebeelde zones worden gevormd door de evenaar en de middenmeridiaan (321.11De (1zonegrenzen zijn in dit geval meri dianen. 321.13 grensmeridiaan Meridiaan die een meridiaanzone (321.12) begrenst. Syn: randmeridiaan. 321.14 gaping Opening welke zichtbaar wordt als men twee of meer aan elkaar grenzende, maar in verschillende projektiezones (31.22a) gelegen kaartbladen pro beert aaneen te sluiten. 321.15 overlap Gebied dat op twee aangrenzende bladen (22.15) gemeenschappelijk wordt afgebeeld. Opm: Men spreekt in dit geval ook van (1overlap- pende kaartbladen. 321.16a koördinaten (a) Grootheden (afstanden en/of hoe- ken) die de ligging van punten in een vlak of in de ruimte eenduidig vastleggen. (b) Verkorte vorm van de term kaartkoördinaten (321.19a). Opm: Geografische koördinaten (31.19) zijn alleen gebaseerd op hoeken als maateenheid. Rechthoekige koördinaten (321.17) zijn gebaseerd op afstanden. Verder kent men nog de (1) poolkoördinaten die gebaseerd zijn op afstanden en hoeken. 321.17 rechthoekige koördinaten Loodrechte afstanden van een punt tot de assen van een rechthoekig koör- dinatensysteem, waardoor de ligging van het punt eenduidig wordt vastgelegd. Opm: Voor de vastlegging van een punt in het kaart- vlak zijn steeds twee koördinaten nodig, nl. de x- koördinaat (321.20) en de y-koördinaat (321.21) 321.17a rechthoekig koördinatensysteem Methode ten be- hoeve van de vastlegging van de plaats van punten ten opzichte van een rechthoekig assenkruis. De horizontale x-as en de vertikale y-as duidt men aan als (1) koördinaatassen. Opm: Dit systeem wordt in de kaart afgebeeld in de vorm van een vierkantennet (321.1), netkruisjes (321.10) en/of netstreepjes (321.9). 321.1 8 oorsprong Het snijpunt van de koördinaatassen van een rechthoekig koördinatensysteem (321.17a). OpmWanneer de koördinaten van de oorsprong nul zijn, is de oorsprong tevens nulpunt (321.18a). De oorsprong van het nationale Nederlandse recht hoekig koördinatensysteem valt samen met de pro- jektie van de stang op de O.L.V. toren in Amersfoort op het projektievlak van de stereografische projektie. Dit punt heeft de geografische koördinaten 52°1 9'22" N.B. en 5°23'15,5" O.L. 321.18a nulpunt Het punt in een rechthoekig koördinaten systeem waarvan de rechthoekige koördinaten nul zijn. Opm: Wanneer het nulpunt niet samenvalt met de oorsprong (321.18) spreekt men van verschoven nulpunt (321.1 9). 321.1 9 verschoven nulpunt Een fiktief punt in het kaartvlak dat zodanig is gekozen ten opzichte van de oor sprong (321.18) dat alle koördinaten positieve waar- den krijgen. Opm: In het nationale Nederlandse rechthoekig koördinatensysteem is het nulpunt ten opzichte van de oorsprong (321.18) in het kaartvlak 155 000 m naar links en 463000 m naar beneden verschoven. De oorsprong heeft daardoor de koördinaten x=155000, y=463000. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat alle koördinaten (in Nederland) positieve waarden krijgen, maar bovendien kan verwisseling van x- en y-koördinaten worden ontdekt. 321.1 9a (kaart)koördinaten Samenvattende aanduiding voor de rechthoekige koördinaten (321.1 7) van een punt op de kaart. Opm: Voor het opgeven van koördinaten geldt de regel dat altijd eerst de x-koördinaat (321.20) wordt vermeld, gevolgd door de y-koördinaat (321.21). 321.20 x-koördinaat Loodrechte afstand van een punt tot een lijn door het nulpunt van een rechthoekig koör dinatensysteem, evenwijdig aan de y-as. Syn: abscis. 321.21 y-koördinaat Loodrechte afstand van een punt tot een lijn door het nulpunt van een rechthoekig koör dinatensysteem, evenwijdig aan de x-as. Syn: ordinaat. 321.22 zone-aanduiding Kodering ter aanduiding van de projektiezone (31.22a) waarin een punt is gelegen. Opm: Deze nadere aanduiding is noodzakelijk voor die projektiesystemen (31.22(2)) waarbij meerdere projektievlakken worden toegepast en de recht hoekige koördinaten zieh in de verschillende zones herhalen (bijv. in de UTM-projektie). 12 NVK 1985

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 40