iökö of 1:10000
322.1 geografisch koördinatensysteem Denkbeeidig net
van meridianen (31.14) en parallellen (31.1 3) op het
aardoppervlak of een ander hemellichaam, bestemd
voor de plaatsaanduiding van punten.
Opm: Bij de toepassing van dit systeem kan men
uitgaan van de verdeling van een cirkel in 360°,
danwel 400°. In het eerste geval spreekt men van
(1sexagesimale graadverdeling, in het tweede van
(2) centesimale of decimale graadverdeling.
Syn: sferisch koördinatensysteem.
322.2 graadnet Afbeelding van het geografisch koördinaten
systeem (322.1) in de kaart.
Syn: geografisch net.
322.3 geografische vakindeling Graadnet (322.2) dat zo-
danig is onderverdeeld dat de geografische koör-
dinaten van een punt snel kunnen worden afgelezen.
322.4 GEOREF Wijze van plaatsaanduiding gebaseerd op
het geografisch koördinatensysteem, speciaal voor
militair gebruik.
Opm: Deze term is de afkorting van World Geographie
Reference System.
Het GEOREF systeem is toepasbaar voor de gehele
aarde en is onafhankelijk van een kaartprojektie.
322.5 opzoeknet Elk willekeurig kaartnet (graadnet, vier-
kantennet of andere vakindeling) dat dient om de
plaats van een gegeven Objekt te vinden, en waarvan
de vakken in de rand van de kaart door letters en cij-
fers zijn aangeduid.
OpmDe vakaanduiding wordt soms in het kaartveld
herhaald.
322.7 graad(net)vak Kaartvak begrensd door twee meridi
anen en twee parallellen, meestal in ronde waarden.
Opm: Het aantal lengtegraden behoeft niet steeds
gelijk te zijn aan het aantal breedtegraden.
322.8 graad(net)lijnen De in de kaart afgebeelde parallel
len (31.13) en meridianen (31.14).
322.8(1) geografische waarden De in de rand aangegeven
waarden van de afgebeelde graadnetlijnen (322.8).
322.9 graad(net)streepje Streepje dat aangeeft waar een
graadnetlijn (322.8) de binnenkaderlijn (21.13)
snijdt. De volledig getrokken netlijn is in dit geval
weggelaten.
322.10 graad(net)kruisje Kruisje in de kaart ter aanduiding
van het snijpunt van een parallel en een meridiaan.
322.1 1 randparallel Parallel (31.1 3) die het kaartveld (21.10)
begrenst.
322.1 2 randmeridiaan (a) Meridiaan (31.14) die het kaartveld
(21.10) begrenst.
(b) Synoniem van grensmeridiaan (321.13).
33.1 schaal (a) Verhouding tussen een grootheid in de kaart
en de overeenkomstige grootheid in werkelijkheid.
(b) Verkorte vorm van de term kaartschaal (33.4).
33.2 schalenreeks Reeks van kaartschalen (33.4), waar-
bij de schaalgetallen (33.14) in eenvoudige verhou
ding tot elkaarstaan, bijv. 1:1000,15000,1:10000.
33.4 (kaart)schaal Verhouding tussen afstanden op de
kaart en de overeenkomstige afstanden in werkelijk
heid.
Opm: De schaal wordt in de rand van de kaart aan
geduid in de vorm van een grafische schaal (21.25),
schaalstok (21.26) en/of numerieke schaal (33.9).
Syn: lengteschaal.
33.4a schaal voor de wassende breedte Diagram ter aan
duiding van het verloop van de kaartschaal bij toe-
nemende breedte op kaarten afgebeeld in een niet-
parallelgetrouwe projektie (31.38), bijv. de Mercator-
projektie (31.29).
Syn: schaal voor vergrotende breedte.
33.4b nominale schaal Schaal welke dient als basis voor
de graadnetberekening (31.1)
33.5 elementaire vergroting Verhouding tussen een
oneindig kleine afstand in willekeurige richting op
de kaart en de hiermee korresponderende afstand in
werkelijkheid.
Opm: Bij konforme projekties is de elementaire ver
groting in een punt voor alle richtingen gelijk; bij
niet-konforme projekties is de elementaire vergro
ting afhankelijk van de richting.
33.6 hoogteschaal Verhouding tussen een vertikale af
stand in kaartverwante afbeeldingen (83.1) en de
overeenkomstige afstand in werkelijkheid.
Syn: vertikale schaal.
33.7a oppervlakteschaal Verhouding tussen de oppervlakte
van een gebied op de kaart en de oppervlakte van het
overeenkomstige gebied in werkelijkheid.
33.9 numerieke schaal Kaartschaal (33.4) weergegeven
door middel van getallen, meestal in de vorm van een
breuk of een verhoudingsgetal, bijv.:
33.10 schaalindeling Groepering van kaartschalen naar
hun orde van grootte in schaalklassen (33.11).
Syn: schaalklassifikatie.
33.11 schaalklasse Verzameling van kaartschalen die bin
nen bepaalde klassegrenzen Valien.
Opm: Naar schaalklasse wordt vaak een indeling
gemaakt in grootschalige kaarten (bijv. schaal
1:10000 en groter), middelschalige kaarten, en
kleinschalige kaarten (bijv. schaal 1:250000 en
kleiner).
33.1 2 schaalgroep Groep van kaarten waarvan de schalen
niet veel uiteenlopen en die wat inhoud en vorm-
geving betreft, met elkaar verwant zijn.
33.1 2a(1optimale schaal Kaartschaal die het meest geschikt
is voor de weergave van een vastgestelde kaart-
inhoud met het oog op het gebruik van de kaart.
NVK 1985
13