maal niet aanwezig voorzover het voldoende voor
zichzelf spreekt.
De items welke op een streekplankaart voorkomen
hebben betrekking op alle pianologische zaken die in
een provinciaal territorium van belang zijn. Deze
items kan men de 'plankategorieen' van een streek
plan noemen en deze vormen eveneens het kader voor
de hierna te presenteren uniforme legenda. Het zijn
achtereenvolgens:
1. kategorie landelijk gebied - over het te voeren
beleid in de verschillende typen landelijk gebied;
2. kategorie stedelijk gebied - over het te voeren
beleid voor stads- en dorpsgebieden;
3. kategorie werkgebied - over beleidsvoornemens
omtrent bedrijfs- en fabrieksterreinen;
4. kategorie recreatie - over het te voeren beleid
ten aanzien van de verschillende recreatie-objekten;
5. kategorie infrastruktuur - over het te voeren be
leid ten aanzien van verkeersstromen en andere com-
municatietechnieken;
6. kategorie 'overig' - over het beleid aangaande
alle overige zaken van belang voor provinciale terri-
toria inclusief militaire terreinen.
De uniforme legenda en haar karto-
grafische weergave
Streekplankaarten worden gewoonlijk in kleur afge-
drukt: iedere hierboven beschreven kategorie krijgt
den kleur. De verschillende komponenten van een plan-
kategorie worden met tinten van deze (uitgangs)kleur
nader gedifferentieerd. Tevens worden lijnsignaturen
(voor wegen en dergelijke)lettertekens (om bijvoor-
beeld een zandwingebied aan te geven) en allerlei an
dere Symbolen gebruikt (zoals een pijl voor de uit-
breidingsrichting van stedelijk gebied).
Als basiskaart wordt veelal de topografische kaart
1:25. 000 gebruikt. Deze is vaak fotografisch ver-
kleind om het hele streekplangebied op ddn kaartblad
te kunnen weergeven. Het lijnenbeeld van de topogra
fische kaart wordt 'opgerasterd' (vergrijsd) om het
visuele gewicht van de basiskaart wat af te zwakken.
Door lichte kleuren te gebruiken, dat wil zeggen kleu-
ren met een hoge 'brightness' of 'value', zijn zowel
basiskaart, maar vooral ook de streekplankategorie-
en goed zichtbaar.
Bovengaande principes zijn ook toepasbaar op de
hier voorgestelde uniforme legenda.
De kleuren die erin gebruikt worden zijn afkomstig
van het Stiboka-kleurenschema, een kaart die iedere
lezer van het Kartografisch Tijdschrift bekend zal
zijn. Er zijn kleuren gekozen met een hoge 'bright
ness' omdat deze het meest geschikt zijn om als
'gids' voor de diverse plankategorieen te fungeren.
De lichte kleuren zorgen er enerzijds voor dat de
basiskaart en eventuele zwarte arceringen of letters
van de plankategorieen goed leesbaar blijven. Ander-
zijds bestaat de streekplankaart meestal uit grote,
gekleurde vlakken (een chorochromatische kaart)
zodat ook uit een oogpunt van onderlinge harmonie en
onderscheidbaarheid de kleuren ervan niet te vol en
te diep van tint moeten zijn. Een nadere opmerking
over de keuze van de kleuren is op zijn plaats.
Getracht is bij de gangbare denkbeeiden over weer
gave van plankategorieen aan te sluiten. Het NIROV-
rapport 'Codering, arcering en kleuren op bestem-
mingsplankaarten' (3) geeft hiervoor een aanzet. Het
rapport maakt onder scheid in zgn. warme en koele
tinten. De eerste zijn roodachtig en bestemd voor be-
bouwde gebieden, de tweede vaak groenachtig en be
stemd voor de overwegend onbebouwde (buiten)gebie-
den. In beginsel kan dit principe op de streekplankaart
worden toegepast: wat dit betreft is het voornamelijk
een schaalverschil wat de beide typen plannen onder-
scheidt.
Zo kan men rood goed gebruiken voor de kategorie
stedelijk gebied en paars voor de werkgebieden (onder
andere in de Bosatlas wordt dit op diverse grootscha-
lige kaarten ook gedaan).
Vervolgens zijn voor het buitengebied (voornamelijk
de landelijke gebieden) tinten van groen toegepast: alle
typen landelijk gebied (zie legenda) hebben 6ön tint van
groen, met steeds meer geel erin. Zuiver geel in de
ze reeks tenslotte heeft alleen het 'primair agrarisch
produktiegebied' vanwege de kleurenassociatie met
granen.
De verschillende recreatie-items hebben tinten in het
gebied tussen groen en cyaan: het duidt op een binding
met enerzijds rurale landrecreatie en anderzijdsroept
cyaan associaties op met watervertier. De plankatego
rieen 'infrastruktuur' en 'overig' zijn voornamelijk
zwart vanwege hun algemeen strukturerend karakter.
Militaire terreinen en 'bijzondere doeleinden' tenslot
te hebben een tint gekregen tussen rood en geel van
wege respektievelijk de noodzaak van opvallendheid en
overeenkomst met het gebouwde milieu (zie de legenda
voor duidelijke explicatie).
De legenda 'werkt' als volgt.
Links staan de trefwoorden met een versimpelde 'ver
klar ing'. Rechts daarvan in de kolom 'Hoofdinforma-
tie' komen de tinten van de kleuren die bij de opeenvol-
gende trefwoorden hören, aangeduid met een driedeli-
ge kleurencode van het Stiboka-kleurenschema. Desge-
wenst kan men van de bijgeleverde kaartbijlage de
juiste kleurentinten uitknippen en in de overeenkomstig
genummerde vakjes in het tijdschrift plakken. Hele-
maal rechts, in de kolom 'Aanvullende informatie',
bevinden zieh nog rasters en/of letters welke men
over de kleuren heen afgedrukt moet denken.
Bij de kategoriebn 'stedelijk gebied', 'werkgebied' en
'recreatie' zijn er voor toekomstige zaken twee me-
thoden van weergave. De provincie kan globaal een
plaats voorschrijven: in dit geval komt er in bijvoor-
beeld het geval van toekomstig stedelijk gebied slechts
een rode pijl of een rood Vierkant (eventueel met aan-
tal woningen, zie legenda) in het omringende landelijk
gebied (groen). Er kan ook min of meer exakt een
plaats gegeven worden: binnen een omgrensd gebied
wordt met een grove arcering de nieuwe bestemming
in rood aangegeven. Men kan de toekomstige items
herkennen aan de onderbroken omkadering; dit in te-
genstelling tot de bestaande items welke alle een door-
lopende omkadering bezitten.
Bij een geplande stadsuitbreiding ziet men dan eerst
met behulp van de 'nader uit te werken grens' een ge
bied waarbinnen öfwel een pijl öfwel een vierkantje
staat.
In het geval van 'min of meer exakt' is deze grens niet
nodig en ziet men aan de vorm van de grove arcering
hoe de uitbreiding eruit gaat zien.
36
KT 1985. XI. 3