Het gespecialiseerde overheidsbedrijf. Per land is er veelal slechts n overheidsdienst met een specifieke kartografische taakstelling. De namen van deze diensten varieren van Geografisch of Karto- grafisch Instituut tot Topografische Dienst. De hoofd- taken van deze diensten zijn: het verrichten van geo- detische, landmeetkundige (en indien daar de midde- len toe aanwezig zijn) fotogrammetrische werkzaam- heden, het coördineren van de kadastrale aktiviteiten en het vervaardigen van kaarten voor het algemeen belang. Het aantal vakspecialisten binnen deze diensten is ho- ger dan in de niet gespecialiseerde diensten. Ook de uitrusting is uitgebreider dan die van de civieltechni- sche of cultuurtechnische diensten. Hier moet men zieh trouwens niet te overdreven voor Stellingen van maken: slechts drie van de acht landen hebben een Topografische Dienst die kan beschikken over een fotogrammetrische uitrusting. Slechts twee hebben reproduktiefaciliteiten van enige betekenis. De overi ge hebben een uitrusting die niet uitsteekt boven die van een willekeurige afdeling landmeten en kartogra- fie van een middelgrote Nederlandse gemeente uit de jaren vijftig of zestig. De produktieaktiviteiten worden vaak aan banden ge- legd door zeer beperkte financiele budgetten en door zwak management. De meer gespecialiseerde werkzaamheden (Doppler- metingen, fotogrammetrische restitutie, reproduktie anders dan lichtdrukken) moeten in de meeste geval- len worden uitbesteed. Soms wordt dit werk gegund aan Nigeria of Ivoorkust, maar in de regel wordt er teruggevallen op de pater familias, het IGN. Het keukengerei en zijn leveranciers. Indien we het totale produktievolume aan kartografi sche aktiviteiten beschouwen, dan kunnen we consta- teren dat dit -naar wester se maatstaven gemeten- nog erg aan de bescheiden kant is. Dit weerspiegelt zieh in het netwerk van verkooppun- ten van produktiemiddelen, dat nog zeer wijdmazig is. Kantoorboekhandels die professionele tekenmaterialen verkopen bevinden zieh alleen in de hoofdsteden en zelfs daar is het assortiment maar heel beperkt. Hetzelfde geldt voor de verkooppunten van landmeet kundige materialen. Deze leveren uitsluitend op be ste lling. Voor een provinciale overheidsdienst of een privö- landmeter c. q. tekenaar kan de reisafstand naar het dichtsbijzijnde verkooppunt in een ongunstig geval op- lopen tot 500 of meer kilometer. Hetgeen, gezien de staat van het wegennet, vaak neerkomt op twee dag- reizen. De koks en de keukenmaten. De meeste mensen die in de landmeetkundige en kar tografische branche werkzaam zijn, hebben een civiel- technische of cultuurtechnische opleiding genoten (het middenkader op MTS-niveau, de leidinggevenden op HTS-niveau). Slechts een enkeling heeft een gespecia liseerde (landmeetkundige) achtergrond. De tekenaar s hebben hun vak meestal al doende ge- leerd, hierin soms gecoached door een oudere teke naar, maar vaak zijn ze volledig 'seif made'. Het gemstitutionaliseerde technische onderwijs in West-Afrika is in zijn algemeenheid nog erg jong. Het aantal leerlingplaatsen is nog zeer gering: onge- veer 1-LTS plaats per 3. 000 inwoners en 1 MTS-plaats per 10. 000 inwoners. De studiemogelijkheden zijn be perkt. Werktuigbouwkunde en bouwkunde zijn de meest voorkomende studierichtingen. Slechts een enkele technische school (meestal de grootste, die in de hoofdstad gevestigd is) heeft een aparte studierichting landmeten. Afgezet tegen het totaal aantal studieplaatsen scoort dit vak echter helemaal niet siecht. In sommige landen is het aantal leerlingenplaatsen soms groter dan in de elektrotechniek. Voor een landmeetkundige opleiding op HTS-niveau kan een potentiele leerling alleen terecht in Bamako, Da kar of Abidjan. Voor een universitaire opleiding kan een student bin nen de West-Afrikaanse regio alleen terecht bij de Universiteit van Ibadan (Nigeria). De meeste franco phone Studenten maken hier overigens maar weinig ge- bruik van. Voornamelijk omdat hun beheersing van het Engels maar vrij pover is. De meesten geven daarom (als zij de gelegenheid krijgen) de voorkeur aan een Studie in Frankrijk (Toulouse of bij het IGN in Parijs). Gespecialiseerde opleidingen in de kartografie bestaan er in het geheel niet. Eters en eetgewoonten E6n van de dingen die in West-Afrika opvallen is dat er in het geheel geen leeskultuur bestaat. Het is zeer uitzonderlijk om een Afrikaanse familie aan te treffen die meer lektuur in huis heeft dan de verplichte school- boeken van de kinderen. Dit spiegelt zieh af in het aanbod van de boekwinkels: schoolboeken, schrijf- en kantoorartikelen en enkele weekbladen vormen de hoofdmoot. 'Vrije tijdsboeken' ontbreken nagenoeg geheel behalve in de boekhandels in de grote Steden, wier cliSntele grotendeels van Europese origine is. Maar er zijn veranderingen op komst. De huidige ge- neratie jongeren vertoont duidelijk tekenen van een ontluikende leesgierigheid. De belangstelling rieht zieh vooralsnog voornamelijk op tijdschriften. Maar dat kan beschouwd worden als ddn van de fases in het proces. Wat geldt voor het gebruik van boeken, geldt ook ten aanzien van kaarten. Van oudsher bestaat er geen kartografische traditie en deze omstandigheid beperkt ook heden ten dage nog steeds het feitelijke kaartge- bruik. Enkele voorbeelden: de wegenkaarten worden bijna uitsluitend door buitenlanders (lees: westerlin- gen) gekocht. De omzet in topografische kaarten wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de verkoop aan projekten met buitenlandse medewerkers. De prachtige serie bodemkundige overzichtskaarten die er bestaan van Bdnin, zijn in het land zelf niet ver- krijgbaar. Geihteresseerden dienen ze te bestellen bij de ORSTOM in. Toulouse. Maar ook hier zijn er verschijnselen die er op duiden dat er veranderingen aan de gang zijn. Genoemd is reeds de stijgende behoefte aan de registratie van in- dividuele grondgebruiksrechten hetgeen zieh weerspie- gelt in een groeiende vraag naar en produktie van 'titres fonciers'. Een ander (letterlijk) teken aan de wand zijn de 'kaart-schilderijen' en de 'kaart-wandkleden' die men bij overheidsambtenaren aan de muur van de salon kan KT 1985. XI. 3 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 59