KAARTEN TEN BEHOEVE VAN DE WATERWINNING (1) Algemeen In opdracht van de Commissie Grondwaterbeheer te Utrecht en van waterleidingmaat- schappijen wordt gedetailleerd bodemkundig-hydrologisch en bodemfysisch onderzoek uit- gevoerd in gebieden waar grondwater wordt onttrokken ten behoeve van de drinkwatervoor- ziening. Doel van dit onderzoek is onder andere om de invloedssfeer van de onttrekking en de gevolgen van de grondwaterstandsverlagingen voor de landbouw aan te geven. De op- pervlakte van de gebieden varieert van 500 tot 1500 ha. De resultaten van het onderzoek worden weergegeven op een bodem- en een grondwatertrappenkaart, schaal 1 5000 of 1 10 000, enopaanvullendeen afgeleide kaarten. Een aanzienlijkdeel van de uit dit onder zoek verkregen resultaten wordt met behulp van modellen door de Computer berekend. De kaartfragmenten op de bladzijden 35 en 37 hebben betrekking op een onderzoek in de om- geving van Vasse (Overijssel). Het pompstation ligt in de rechter bovenhoek (P). Schaal 1 10 000, dat wil zeggen 1 cm op de kaart is 100 m in het terrein en 1 cm2 op de kaart is 1 ha in het terrein. Uitvoering De bodem- en grondwatertrappenkaart worden in kleur uitgevoerd, de overige kaarten over- wegend in zwart-wit; bladformaat gevouwen 28 cm x 24 cm. Bij de kaarten behoort een rap- port. Beschrijving rapport Naast een globale beschrijving van ontstaan en opbouw van het gebied bevat het rapport een toelichting op alle kaartbijlagen. De verwerking tot invoergegevens voor de Computer, het gebruikte rekenmodel en de verkregen resultaten worden eveneens besproken. Bodem- en grondwater- De gronden, aangegeven op het bovenste kaartfragment, zijn op de gebruikelijke wijze inge- trappenkaart deeld volgens het landelijke systeem. De boringsdiepte reikt tot het niveau van de gemiddeld laagste (zomer)grondwaterstand (GLG). Bij de veldopname is veel aandacht besteed aan de vaststelling van het oorspronkelijke en het huidige grondwaterverloop. Het eerste, dus niet door de onttrekking beinvloede niveau, is met behulp van grondwatertrappen op het frag- ment aangegeven. Deze kaart vormt het basisgegeven voor de overige kaarten; bodemgren- zen en -codes zijn op alle fragmenten aangegeven. Grondwaterstands- Op het onderste kaartfragment is de verlaging van de gemiddeld laagste (zomer)grondwa- verlagingskaart terstand (GLG) als gevolg van de onttrekking per legenda-eenheid op de bodemkaart aange geven en samengevat in zes klassen Uit het kaartbeeld blijkt dat de grootste verlaging (50 cm) is opgetreden vlak bij het pompstation (P), terwijl op een afstand van ruim 1 km na- genoeg geen verlaging kon worden vastgesteld. De verlagingskaart vormt een belangrijk ge- geven bij de vaststelling van de opbrengstdepressie (zie blz. 37). Levering In kleur (kleurenfoto) of zwart-wit (lichtdruk) (STIBOKA). 34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 121