voor het maken van een kaart. Wanneer een onderzoek wordt ge- start, waarvoor kaarten als bron van informatie nodig zijn is het noodzakelijk dat een aantal ken merken in een gegevensbestand zijn opgenomen. Bij het zoeken naar kartografische documenten speien in ieder geval de volgende kenmerken een belangrijke rol: aard van de kaart, aard van de in formatie, vorm van de reproduk- tie, regio, grootte, schaal, oplage van publikatie, plaats van verkoop, plaats waar kaart opgeborgen is. Het ontsluiten van kaarten die in publikaties verschijnen, is een vorm van dokumentatie waar nog weinig aandacht aan is gegeven. Voor hen die onderzoek gaan doen of onderwijs willen geven, zeker in de vakgebieden der aardweten- schappen, is dit een onmisbare kategorie kaarten. Voor een Insti- tuutsbibliotheek met zeer beperkte mogelijkheden, zeker om kaarten te ontsluiten, blijft deze vorm van dokumentatie een wensdroom. Hierna volgde de lezing van de heer De Vries (Cobidoc). In 1976 werd de Commissie Bibliografie en Dokumentatie ingesteld (Cobidoc) en in de tachtiger jaren werd het Nederlands Instituut voor Biblio- theek en Informatievoorziening opgericht, dat zieh bezig houdt met on-line informatie Systemen. Ter verduidelijking werden de prij- zen genoemd van het raadplegen van data bestanden: telefoonkosten f 12,50 p/u; in Europese bestan den zoeken kost circa 10, - p/u; in Amerikaanse bestanden circa f 60,- p/u. Via een uitgebreide kombinatie van trefwoorden kan men informatie opvragen bij de database. De film 'Invisible Ingredient' liet op zeer duidelijke wijze zien hoe een onderzoeker, verbonden aan een bedrijf, op zoek ging naar be- paalde literatuur. Doordat de data base gevoed wordt met informatie ingevoerd vanuit verschillende databestanden, was de onderzoeker in Denemarken in staat een publi katie te achterhalen die door een medewerker van TNO in Zeist was gepubliceerd en in de database in Italiö werd gevonden. De middagzitting werd gevuld met een inleiding van de heer P. Tiele- man (Fysisch-Geografisch en Bo- demkundig Laboratorium) en een demonstratio van on-line zoeken. Tieleman sprak over kartografi sche aspekten in de databases: Pascal (CNRS, Paris), Geoarchive (Geosystems, London) en Georef (American Geological Institute, Falls Church, Va. Kartografische dokumenten kunnen uit een literair dokument (tekst) en een visueel dokument bestaan (beeld-kaart-foto). In de meeste databases voor aardwetenschappen vindt men niet alleen fysische geo- grafie maar ook kartografie. De kaart wordt ontsloten doordat men de begeleidende tekst ontsluit. De kracht van een database zit in het creören van een thesaurus: de hoeveelheid descriptoren die wor den toegekend. De Georef-thesaurus funktioneert zeer goed. Deze database van 'The American Geological Institute' (AGI) omvat wereldwijd technische literatuur op het gebied van de geo- logie en de geophysica. Bovendien organiseert en indexeert Georef artikelen van meer dan 4. 500 vervolgwerken en andere publikaties afkomstig van de 18 professionele geologische en aard- wetenschappelijke verenigingen die lid zijn van de AGI. Dat Georef internationaal werkt mag blijken uit het feit dat 40% van de geihdexeerde publikaties op de Verenigde Staten betrekking heeft en 60% op de rest van de wereld. Geoarchive is een database die alle typen informatie bevat op het ge bied van de geowetenschappen. Ze komt tot stand door Geosystems, een organisatie in Groot-Brittanniö. Geoarchive omvat materiaal uit allerlei bronnen zoals tijdschriften, conferentieverslagen, proefSchrif ten, technische rapporten, kaar ten en boeken daterend vanaf 1974. De derde database, Pascal, be- vindt zieh in Parijs en is de ma chine leesbare versie van het Franse abstract tijdschrift 'Bulle tin signölatique'. Het is een multi- disciplinaire database van het 'Centre Nationale de la Recherche Scientifique', waar in ook de publi katies van het 'Bureau de Recher- ches Göologique et Miniöres' zijn opgenomen. Ter illustratie van de lezing van de heer Snabiliö was een tentoonstel- ling van kaarten ingericht in de bibliotheek van het Instituut. Er waren voorbeelden te zien van de verschillende categorieön kaarten, die zowel door Studenten, als door stafleden van het Instituut voor publikaties waren gemaakt. M. H. G. Clement-van Alkemade RECTIFICATIE Bij het artikel van H. C. Pouls - Oude landmeetkundige metho- den en de hedendaagse termino- logie - in KT. 1985. XI. 3, zijn de figuren 4 en 5 niet helemaal duidelijk overgekomen. De hier opgenomen aanvulling op figuur 4 laat de in het artikel be- doelde percelen zien waarvan met de gemeten maten wel de oppervlakte is te berekenen maar waarmee niet de figuur getekend kan worden. In het onderschrift van figuur 5b staat vermeld dat deze kaart voor een betere vergel'ijking ondersteboven is geplaatst. In werkelijkheid is de kaart per abuis echter gewoon rechtop geplaatst. Misschien ten overvloede zij vermeld dat de voorgestelde uni forme legenda voor streekplan- kaarten van F.E.Gombert op blz.37 t/m 40 in hetzelfde KT- nummer door u zelf in kleur kan worden uitgevoerd door het uit- knippen en opplakken van de als bijlage toegevoegde kleurhokjes. KT 1985. XI. 4 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 15