Bodemkaart van Nederland 1 250.000 G.G.L. Steur, F. de Vries en A.M. van Slobbe Ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Stichting voor Bodemkartering verscheen de Bodem kaart van Nederland 1:250.000. Deze nieuwe globale bodemkaart heeft een aantal indrukwekkende voor- gangsters: de Bodemkaart van Nederland schaal 1:200.000, opgenomen aan het eind van de jaren vijftig en uitgegeven in 1961; de Voorlopige Bodemkaart van Nederland schaal 1:400.000, uitgegeven in 1950; en de twee befaamde kaarten van Staring: de Geologische Kaart (1858-1867) en de Schoolkaart voor de Natuur- kunde en de Volksvlijt van Nederland (1860), beide op de schaal 1:200.000. De eerstgenoemde kaart van Staring heeft gediend als basis voor de latere grond- soortenkaarten van P. R. Bos, die onder andere door publikatie in de Bosatlas een grote verspreiding kre- gen (1). Vooral de Bodemkaart van Nederland schaal 1:200.000, bij velen bekend onder haar acronym Nebo-kaart, heeft vele jaren gefunktioneerd als overzichtskaart van de bodemgesteldheid van ons land. Deze kaart, waarvan meer dan tienduizend exemplaren hun weg naar de gebruiker vonden, is thans uitverkocht. Een herdruk lag niet voor de hand omdat de kaart is uit- gebracht met een opzet en een indeling van de legenda, die als verouderd moeten worden beschouwd. Deze in deling is immers ouder dan het thans gehanteerde Systeem van bodemklassifikatie voor Nederland. Bovendien is de kaart destijds samengesteld met veel minder kennis van de onderlinge verbanden en met veel minder gegevens dan waarover men thans be- schikt. Niettemin heeft ze op voortreffelijke wijze weihaast een generatie lang haar doelstellingen ge diend en vaak veel meer dan dat. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het tot stand komen van de nieuwe Bodemkaart van Nederland 1:250.000. Kaartinhoud De Bodemkaart van Nederland 1:250.000 is een over zichtskaart van de in Nederland voorkomende gronden. De bodemkundige gegevens zijn voor het overgrote deel verkregen door vereenvoudiging en generalisatie van de informatie die is opgenomen op de gepubliceer- de Bodemkaarten van Nederland 1:50. 000. Bovendien is gebruik gemaakt van een aantal in concept aanwezi- ge kaarten van die serie. Daarnaast is informatie verkregen van de Rijksdienst voor de IJsselmeer- polders, de Dienst der Domeinen en het Fysisch- geografisch en Bodemkundig Laboratorium van de Universiteit van Amsterdam. De opzet en de indeling van de nieuwe bodemkaart wijken nogal af van die van haar voorgangster, de Nebo-kaart. Deze laatste is immers gepubliceerd in een tijd van overgang van de fysiografische indelingen (stroomruggen, poelgronden, läge zandgronden) naar het morfome tri sehe systeem van bodemklassifikatie met een strikt geformuleerd categoriebnschema en een nieuwe nomenclatuur (koopveengrond, veldpodzol- grond, enkeerdgrond). Uiteraard volgt de nieuwe bo demkaart, die is gebaseerd op de bodemkaart schaal 1:50.000, de morfometrische indeling. De bodemkaart 1:250.000 heeft als hoofdindeling een consequente indeling naar grondsoort. Op basis hier- van worden zeven hoofdklassen onderscheiden. V - veengronden en moerige gronden Z - zandgronden M - zeekleigronden R - jonge rivierkleigronden K - oude kleigronden L - leemgronden S - stenige gronden Binnen deze hoofdgroepen zijn onderverdelingen ge maakt naar verdere kenmerken van de bodem volgens het Systeem van bodemklassifikatie voor Nederland (2) en naar de algemene indelingskriteria zoals die op bodemkaarten van de Stichting voor Bodemkartering worden gebruikt, uiteraard aangepast aan de schaal van de kaart (3), onder andere de korrelgrootteverde- ling, de zwaarte van de bovengrond, de profielopbouw en het kalkgehalte. Tenslotte is met enkele toevoegingen en bijzondere onderscheidingen een aantal bijzondere facetten van de bodemgesteldheid aangegeven. Dit betreft onder andere gronden die periodiek worden overstroomd, zoals wadden, schorren, kwelders en uiterwaarden; in zoet water afgezette getij denafzettingen; moerig materiaal, keileem of grof zand in de ondergrond; opgehoogde, afgegraven en vergraven gebieden; smal- le geulen; stuwwallen; geTsoleerde zandkoppen. Grafische presentatie Schaalkeuze. De keuze van de schaal is in de eerste plaats bepaald door de tendens in West-Europa kaarten op een schaal 1:250.000 uit te brengen. Daarnaast gold de volgende praktische overweging. Er zijn in Nederland middel- en kleinschalige topografische kaarten beschikbaar op de schalen 1:100.000 en 1:250.000, naast overzichts- kaarten op kleine schaal zoals 1:500.000 en 1:600.000. De topografische kaart 1:100.000 is te grootschalig om als overzichtskaart te dienen en bovendien sterk verouderd (1957-1958). De overzichtskaarten 1:500.000 en 1:600.000 moeten als te klein voor de doelstelling worden beschouwd. Wat resteert is de KT 1985. XI. 4 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 29