422.10 kleurenschema Systematische rangschikking van kleuren in de verschillende grijswaarden (422.18) van de gebruikte drukkleuren of kombinaties daarvan. Opm: Een kleurenschema kan worden uitgevoerd in een matrix- of een cirkelvorm. Syn: kleurenkaart. 422.11 volle kleur Een kleur die gedrukt is zonder raster (422.22). 422.1 2 (echte) halftoon Het kontinue verloop van grijswaar den tussen wit en zwart, zoals die bijv. wordt ver- kregen met behulp van fotografische film. Opm: De Engelse term hiervoor is continuous tone'; het Engelse 'half tone' wordt gebruikt voor grijs waarden verkregen met punt- of lijnrasters. 422.1 3 relieftint Kleurtint (422.8) die gebruikt wordt voor de licht-donker variatie in reliefschaduwering (442.4). 422.14 schaduwtint De relieftint (422.13) die in reliefscha duwering (442.4) gebruikt wordt voor de schaduw- zijde. Opm: De schaduwzijde in reliefschaduwering be- hoeft niet overeen te komen met de natuurlijke schaduwzijde. 422.15 zon(licht)tint De relieftint (422.13) die in relief schaduwering (442.4) gebruikt wordt voor de weer- gave van de zonzijde. Opm: De zonzijde in reliefschaduwering behoeft niet overeen te komen met de natuurlijke zonzijde. 422.16 kleurgradatie Rangschikking van kleuren naar hun kleureigenschappen (422.16a). 422.1 6a kleureigenschappen De drie fysisch meetbare basis- eigenschappen van een kleur: grijswaarde (422.1 8), kleurtint (422.8(a)), en verzadiging (422.16b). 422.16b verzadiging De mate van verontreiniging van een kleur met grijs dat dezelfde grijswaarde (422.18) heeft als die kleur. Opm: De verzadiging geeft de relatieve zuiverheid van een kleur aan. 422.17 grijstrap Een reeks van grijswaarden (422.18) van wit naar zwart in een getrapte schaal. Opm: Een glijdend verlopende reeks grijswaarden van wit naar zwart wordt een (1) grijswig genoemd. Een in grijswaarden opeenvolgende serie van kleur- tinten (422.8(b)) wordt een (2) kleurtrap genoemd. 422.1 8 grijswaarde De hoeveelheid lichtdie een kleurweer- kaatst. Opm: De grijswaarde is lager naarmate meer licht wordt weerkaatst. Deze kleureigenschap kan ook worden aangeduid door de term (1) helderheid. Hoe lager de grijswaarde is, des te groter de helder heid (en omgekeerd). 422.1 9 kleurkontrast Een in het oog springend onderscheid tussen kleuren of tinten. 422.20 kleurenharmonie Het aangenaam en welgeordend samengaan van kleuren of tinten. 422.21 kleurenassociatie De verwantschap die er bestaat tussen een kleuren het objekt of verschijnsel dat door die kleur in de kaart wordt voorgesteld. Bijv. blauw voor water, groen voor vegetatie. Opm: Een deel van de kleurenassociatie berust op (1kleurensymboliek, de symbolische betekenis die aan bepaalde kleuren wordt toegekend. Bijv. rood voor wärmte, blauw voor koude. 422.22 raster (a) Regelmatig patroon van punten, lijnen of andere grafische elementen (42.1). Bijv. puntraster (422.27a) en lijnraster (422.27). (b) Transparante drager waarop een regelmatig patroon van punten, lijnen of andere grafische elementen is aangebracht, bestemd voor gebruik in de reproduktietechniek. Bijv. glasraster (633.5) en kontaktraster (633.6). (c) Puntenveld bestaande uit horizontale rijen en vertikale kolommen, waarvan elk element afzonder- lijk adresseerbaar is. 422.22(1) rasterpunt Elk der punten waaruit een puntraster (422.27a) is opgebouwd. 422.23 rasterpatroon De opbouw van een raster (422.22(a)) als resultaat van de specifieke rangschikking van de samenstellende grafische elementen (42.1). 422.23a rastercatalogus Catalogus waarin de verschillende soorten rasterpatronen zijn opgenomen, welke een bepaalde leverancier in de vorm van afwrijfraster of plakraster beschikbaar heeft. 422.24 gerasterd vlak Kleurvlak (431.24) dat als gevolg van het rasteren (632.3) een lichtere tint heeft dan de volle kleur. 422.24a rasterpercentage Percentage van het oppervlak dat met een kleur is bedrukt of door de punten of lijnen van een raster wordt ingenomen. 422.25 rasterdichtheid Het aantal grafische elementen (42.1) in een raster per lengte-eenheid. Bijv. het aantal lijnen per cm. Syn: rasterlineatuur. 422.25(1) rasterafstand De afstand tussen het glasraster (633.5) en het negatiefvlak bij het maken van een gerasterde opname in de reproduktiecamera. 422.26 rasterstand De hoek waarondereen raster (422.22(b)) is geplaatst, gemeten vanuit de vertikale richting. Opm: Bij onjuiste rasterstand van twee of meer in kombinatie gebruikte rasters ontstaat moire (642.1 6). 422.27 lijnraster Raster dat is opgebouwd uit een reeks evenwijdige lijnen, het (1(enkel)lijnraster, of uit twee elkaar snijdende reeksen evenwijdige lijnen, het (2) kruis(lijn)raster. 422,27a puntraster Raster dat is opgebouwd uit puntjes. 422.28 grein (a) Verschijningsvorm van een grafisch beeld dat is opgesplitst in kleine, onregelmatige elementen. NVK 1 985 KARTOGRAFISCH VAKWOORDENBOEK AFLEVERING 3 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 35