423.0 423.1 423.2 423.3 423.4 423.5(1) 423.5(2) 423.6 423.7 423.8 423.9 423.9a 18 (b) Korrelachtige struktuur van een oppervlak, bijv. van ruw tekenpapier of van een drukplaat. (c) Patroonverschillen die ontstaan bij vergroten of verkleinen. Opm: Grein in de betekenis (c) is een van de grafische variabelen (42.1a). letterproef Verzameling (losbladig of in boekvorm) van gedrukte voorbeelden van de lettersoorten die door een bepaalde zetterij geleverd kunnen worden. schriftsoorten De verschillende soorten schrift. Opm: In de kartografie gebruikt men (1) geschreefd schrift; (2) kursief schrift; (3) schreefloos schrift; (4) haarschrift; (5) open schrift; (6) lopend schrift, schrijfschrift; en (7) kapitaal schrift. letterbreedte Breedte van een letter uit een bepaald lettertype. Opm: Bij het loodschrift komt de letterbreedte overeen met de breedte van het letterstaafje dat de basis vormt voor de eigenlijke drukletter. Men onderscheidt (1) breed(lopend) schrift en (2) smal(lopend) schrift. schriftplaatsing De wijze waarop de namen in het kaartbeeld geplaatst worden ten opzichte van de bijbehorende Objekten. Opm: Men onderscheidt (1) horizontale plaatsing, (2) gebogen plaatsing en (3) schuine plaatsing. letterstand De helling van een letter ten opzichte van de schrijflijn. Opm: Op grond van de letterstand maakt men onder- scheid in (1) kursief schrift; Italic; schuin schrift; (2) recht schrift; romein; staand schrift; en (3) achter- overhellend schrift. uitlopende namen Namen die het kaartbeeld uit- lopen en zieh voortzetten in de kaderruimte, meestal in een afwijkende schriftsoort. inlopende namen Namen die het kaartbeeld vanuit de kaderruimte binnenlopen. schriftstijl Harmonische eenheid in vorm en uitvoe- ring van het kaartschrift binnen de geldende speeifi- katies. Opm: Vooral bij oudere, met de hand beschrifte kaarten herkent men de eigen schriftstijl van de kartograaf. schriftbeeld De wijze waarop het kaartschrift zieh aan de kaartgebruiker voordoet. beeldhoogte De hoogte van een onderkastletter gerekend met (1) stok, maar zonder (2) staart. afkorting Verkorte, vaak gestandaardiseerde, vorm van een naam of aanduiding in de kaart. Bijv. Br voor brug, PK voor protestantse kerk, Geb voor gebergte. geografische naam In de kaart weergegeven eigen- naam van een Objekt. Bijv. plaatsnaam, riviernaam, veldnaam. Opm: Men gebruikt hiervoor vaak de term (1) toponiem, hoewel deze term in engere zin alleen plaatsnamen betreft. Syn: aardrijkskundige naam. 423.10 soortnaam Nadere aanduiding in de kaart van een afgebeeld objekt door middel van een soortnaam. Bijv. Station, Sluis, enz. Opm: Soortnamen komen ook voor in de vorm van afkortingen. Syn: bijschrift. 423.13 namendichtheid Het aantal namen in een kaart per oppervlakte-eenheid, bijv. per dm2. 423.14 spelling van geografische namen Schrijfwijze van geografische namen op de kaart volgens bepaalde regels. Syn: schrijfwijze van geografische namen. 423.15 officiele spelling Schrijfwijze van geografische na men zoals van overheidswege is vastgesteld. Syn: officiele schrijfwijze. 423.16 transkriptiesysteem Methode voor de omzetting van geografische namen uit de ene taal in de andere, gebaseerd op de uitspraak van die namen. 423.17 transliteratiesleutel Methode voor het letter-voor- letter weergeven van geografische namen uit het ene schrift in het andere. 43.1 (kaart)symbool Teken deraanduiding of onderschei- ding van een objekt of verschijnsel in de kaart. Te onderscheiden in (1) puntsymbolen, (2) lijnsymbo- len en vlaksymbolen (431.12a). Opm: Voor dit begrip gebruikt men ook de termen (kaart)teken of (kaart)signatuur. 43.2 konventioneel (kaart)symbool Kaartteken waarvan de betekenis door algemeen gebruik of door onder- linge afspraak is vastgelegd. Bijv. een cirkeltje voor de aanduiding van plaatsen; een streeplijn voor de aanduiding van staatkundige grenzen. 43.3 iso- Voorvoegsel in samengestelde termen, met de betekenis van gelijk', bijv. in de term isolijn (433.1 431.1 grondvlaksymbool Kaartteken waarvan de vorm is afgeleid van het bovenaanzicht van het weergegeven objekt. Syn: bovenaanzichtsymbool 431.2 silhouetsymbool Kaartteken waarvan de vorm is afgeleid van het zijaanzicht van het weergegeven objekt. Syn: zijaanzichtsymbool 431.3 geometrisch symbool Kaartteken in de vorm van een eenvoudige meetkundige figuur. Bijv. (1) driehoek- symbool; (2) vierkantsymbool; (3) rechthoeksymbool; (4) cirkelsymbool. 0 NVK 1 985

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 36