431.4 driedimensionaal symbool Kaartteken dat een waarde
weergeeft door middel van een perspektivisch gete-
kende, driedimensionale figuur. Bijv. (1bolsymbool;
(2) bloksymbool; (3) zuilsymbool; (4) kubussymbool.
431.5 (kaart)diagram Diagram dat als symbool in kaarten
wordt toegepast.
431.7 beeldsymbool Kaartteken waarvan de vorm is afge-
leid van het weer te geven objekt of verschijnsel,
danwel daarmee wordt geassocieerd.
431.8 gestileerd symbool Kaartteken dat naar de vorm een
gestileerde weergave is van het afgebeelde objekt.
Opm: Gestileerde Symbolen zijn voorbeelden van
beeldsymbolen (431.7).
431.9 zinnebeeidig kaartteken Kaartteken met een sym
bolische betekenis. Bijv. gekruiste sabels teraandui-
ding van een slagveld; hameren sikkel teraanduiding
van de staatsvorm.
431.10 vlakraster Een met een rasterpatroon (422.23)
gevuld vlak ter aanduiding van een verschijnsel dat
binnen dat vlak voorkomt.
Opm: Een vlak gevuld met punt- of lijnelementen
noemt men (1) struktuurraster; een vlak opgevuld
met andere tekens noemt men (2) symboolraster.
431.11 gelokaliseerd puntsymbool Puntvormig kaartteken
dat de ligging van een bepaald objekt of van een
plaatsgebonden verschijnsel exact aanduidt.
431.12 gebiedsymbool leder kaartteken ter aanduiding van
een verschijnsel dat in een bepaald gebied voorkomt.
Opm: Deze aanduiding kan geschieden door middel
van een vlaksymbool (431.12a) of een in het gebied
geplaatst puntsymbool.
431.12a vlaksymbool Een vlakvullend symbool waarmee de
kenmerken of eigenschappen van een gebied wor
den weergegeven.
Opm: Vlaksymbolen komen voor in de vorm van een
vlakkleur (422.1), een vlakraster (431.10) of een
kombinatie van beide.
431.1 3 abstrakt symbool Kaartteken waarvan de vorm geen
direkte verwantschap heeft met het weergegeven
verschijnsel of objekt.
Opm: Abstrakte Symbolen komen meestal voor in de
vorm van geometrische Symbolen (431.3).
431.14 willekeurig symbool Kaartteken waarvan de vorm
volkomen willekeurig is gekozen, in tegenstelling tot
associatieve Symbolen (431.15).
431.1 5 associatief symbool Kaartteken waarvan de vorm of
kleurassociatie oproept met het voorgestelde objekt
of verschijnsel.
Opm: Beeldsymbolen (431.7) en zinnebeeidige
kaarttekens (431.9) zijn voorbeelden van associatieve
Symbolen.
431.16 getrapte Symbolen Reeks in breedte of oppervlakte
trapsgewijs toenemende (of afnemende) Symbolen,
toegepast voor de weergave van in grootteklassen
ingedeelde waarden.
431.17 topografisch symbool Kaartteken ter aanduiding
van terreinobjekten op topografische kaarten.
431.19 lokalisatiepunt Het aanwijsbare punt binnen een
puntsymbool dat de exacte ligging van het door dat
symbool weergegeven objekt of verschijnsel aan
duidt.
Opm: In het geval van een cirkel neemt men hiervoor
het middelpunt; bij een Vierkant of rechthoek meestal
het hoekpunt rechtsonder.
431.20 grenssymbool Kaartteken ter aanduiding van ad-
ministratieve grenzen, meestal in de vorm van een
streepjeslijn of kruisjeslijn.
Syn: grenssignatuur; grensteken.
431.21 grensbies Gekleurde of gerasterde bies ter aan
duiding of ter accentuering van een administratieve
grens.
Opm:ln het laatste geval wordt de grensbies ge-
bruikt ter ondersteuning van het grenssymbool
(431.20).
431.22 plaatssymbool Gelokaliseerd puntsymbool (431.11
ter aanduiding van nederzettingen, meestal in
grootte varierend naar gelang het inwonertal.
Opm: De weergave van nederzettingen (in klein-
schalige kaarten) door middel van een vereenvou-
digde omtrek, al-of-niet opgevuld met kleur of
raster, noemt men (1) plattegrondje.
431.23 konventionele kleur Kleur die naar algemeen gebruik
of door onderlinge afspraak wordt gebruikt om
bepaalde verschijnselen of kenmerken weer te ge
ven. Bijv. (1konventionele hoogtekleuren, een serie
van groen via geel naar (rood)bruin verlopende
kleuren die gebruikt wordt om hoogtezones (432.16)
weer te geven.
431.24 kleurvlak Een aaneengesloten vlak op de kaart dat
met een bepaalde kleur of tint is bedekt.
431.25 kleurvulling Opvulling met kleur van een punt- of
lijnsymbool. Bijv. de rode vulling tussen de con-
touren van een weg.
431.26 kleurzone Gebied tussen twee opeenvolgende iso-
lijnen dat met een homogene tint is opgevuld.
432.1 hoogtepunt Stip op de kaart waarmee men een
hoogtecijfer (432.2) lokaliseert.
Opm: Op de Nederlandse topografische kaarten is
dit de decimaalstip in het hoogtegetal.
Bij het weergeven van de plaats van een dieptecijfer
(432.2(1)) spreekt men van (1) loding of peiling.
432.2 hoogtegetal Getal dat de hoogte van een punt boven
of onder een niveauvlak (444.8) aangeeft.
Opm: Ook de term hoogtecijfer wordt hiervoor
gebruikt.
0 NVK 1985
19