Classificatie voor kartografische informatie
J.N.H.M. van Snellenberg
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de
eisen waaraan een algemeen toepasbaar classificatie-
systeem voor kätalogisering van kartografische infor
matie moet voldoen. De meeste aandacht zal worden
besteed aan de classificaties naar gebied en naar
kaartontwerp. Deze twee aspekten van de kartogra
fische informatie zijn de meest belangrijke.
Bij navraag onder een dertigtal beheerders van Neder-
landse kaartverzamelingen is gebleken, dat het me-
rendeel van deze verzamelingen gecatalogiseerd is
volgens een eigen classificatiesysteem, terwijl de
minderheid een bestaande tekst-georißnteerde classi
ficatie gebruikt. Niet al deze classificatiesystemen
blijken optimaal te funktioneren. Ik zal in dit artikel
proberen aan te geven op welke wijze er voor karto
grafische informatie een classificatie opgesteld kan
worden, die zowel theoretisch gefundeerd als prak
tisch toepasbaar is. Het fundamentele uitgangspunt
daarbij is dat kartografische informatie van wezenlijk
andere aard is dan tekstinformatie en daarom dus op
andere wijze geordend dient te worden. Net zo min
als bijvoorbeeld grammofoonplaten, kunnen kaarten
goed gecatalogiseerd worden door middel van een
tekstgericht classificatiesysteem.
In de informatica-literatuur wordt onderscheid ge-
maakt tussen gegevens en informatie. Onder 'gege-
vens' wordt verstaan: een geformaliseerde voorstel-
ling van de feiten 'sec'. Informatie is de betekenis,
die door mens of machine aan deze gegevens toege-
kend wordt. Een kaart kan zowel gegeven als infor
matie zijn: door verwerking van gegevens maakt een
kaartproducent een kaart tot informatie-medium,
terwijl voor degene, die een kaart raadpleegt de
kaart een gegeven is, op grond waarvan weer nieuwe
informatie ontstaat. Om het betoog strak te houden
wordt niet telkens onderscheid gemaakt tussen de
kaart als gegeven en de kaart als informatie en alleen
de term 'informatie' gebruikt. In wijdere betekenis
omvat deze term immers ook het begrip 'gegeven'.
Onder kartografische informatie versta ik alle infor
matie op schaal betreffende het aardoppervlak (of
betreffende het oppervlak van elk ander hemellichaam).
Ook databestanden van geografische gegevens, waar-
uit direkt kaarten gegenereerd kunnen worden reken
ik hiertoe.
Terwille van de kortheid wordt in het nu volgende de
term 'kartografische informatie' vervangen door de
term 'kaart'.
Classificatie
ledere kaart die in een verzameling wordt opgenomen
moet in ieder geval de volgende drie handelingen on-
dergaan: hij moet beschreven, gecatalogiseerd en op-
geborgen worden; ieder van deze handelingen heeft
haar waarde binnen de doelstellingen waarvoor de
kaartverzameling is opgezet. Een van die doelstel
lingen is de ontsluiting. Speciaal daarop is de catalo-
gisering gericht. En voor catalogisering is een clas
sificatiesysteem nodig.
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen
classificatie en catalogisering. Classificatie gaat
vooraf aan catalogisering. Om te kunnen catalogise-
ren moet er eerst een classificatiesysteem zijn; ter
vergelijking: post kan niet gesorteerd worden als er
niet eerst een sorteersysteem (bijvoorbeeld het post-
code-systeem) is afgesproken.
Een classificatiesysteem is te vergelijken met een
zeef, waarin gaten van allerlei vorm zitten. De onge-
ordende informatiemassa valt in de zeef, wordt ge-
schud en het resultaat is dat onder de zeef stapeltjes
gesorteerde informatie ontstaan: de catalogus. Er
kan alleen maar een goede catalogus ontstaan als de
gaten van de zeef zijn toegesneden op de aard van de
informatiemassa. Is dit niet het gevaldan blijft er
in de zeef een residu achter (de catalogusrubriek
'overige'), ofwel er komt onder de zeef informatie bij
elkaar te liggen die eigenlijk gescheiden hoorde te
zijn of juist omgekeerd. Op die manier is de ontslui
ting niet efficient. De constructie van de gaten in de
zeef, met andere woorden de constructie van het
classificatiesysteem, is dus van primair belang voor
het goed funktioneren van de catalogus.
Een goed classificatiesysteem is in de eerste plaats
consistent, dat wil zeggen:
1. alles omvattend wat binnen het bereik valt van de
informatiemassa, die gecatalogiseerd moet worden
en
2. opgesteld volgens een criterium dat de mogelijk-
heid biedt heldere en herkenbare grenzen tussen de
te catalogiseren onderwerpen te trekken. De grenzen
binnen de classificatie dienen zoveel mogelijk aan te
sluiten bij de grenzen die de onderwerpen in de wer-
kelijkheid ook met elkaar hebben.
Een classificatiesysteem dat volledig aan deze twee
eisen van consistentie voldoet is evenwel een 'ideaal-
systeem' en daardoor alleen maar benaderbaar. De
wereld is immers tamelijk chaotisch: veel onderwer
pen hebben overlap met elkaar waardoor het vaak
moeilijk is om te beslissen of ze onder de ene of
onder de andere rubriek hören. Bovendien valt nooit
het totaal van alle onderwerpen, die voor de catalogus
van belang zijn - of zullen zijn - te overzien. Deze
Problemen kunnen echter bevredigend opgelost wor
den. Overlap van onderwerpen hoeft geen bezwaar te
zijn als er zie-ook-verwijzingen worden toegepast en
KT 1985. XI. 4
35