C la s s if ica t ie naar kaar tonderwerp Toepassing van tekst-georiönteerde onderwerpsclas- sificaties op kaarten levert een onbevredigend resul- taat op. De belangrijkste reden hiervoor is, dat deze classificaties gericht zijn op ordening van kennis en wetenschap. Maar het doel van kaarten is niet in de eerste plaats het vastleggen van kennis en wetenschap. Kaarten geven een beeld van de verspreiding van verschijnselen in de ruimte. De achterliggende kennis en wetenschappelijke verantwoording blijft in het kaartbeeld zelf buiten beschouwing. Ook kan niet zomaar elk willekeurig onderwerp op een kaart weergegeven worden. Betreft het een onderwerp waaraan iedere ruimtelijke dimensie ontbreekt, bij voorbeeld de grammatiea van het Sanskrit, dan is het onmogelijk dit op een kaart weer te geven. Kaart - onderwerpen hebben dus altijd een ruimtelijke dimen sie, die echter niet bij elk onderwerp even belangrijk is. Om een goede classificatie naar kaartonderwerp op te bouwen moet hiermee rekening worden gehouden: on- derwerpen waarbij de ruimtelijke dimensie een grote rol speelt moeten vooraan in de classificatie komen, die waarbij deze dimensie minder belangrijk is, achteraan. Deze belangrijkheid van de ruimtelijke dimensie duid ik in het vervolg als de geografische relevantie aan. Kaartonderwerpen hebben behalve een geografische ook een kartografische relevantie. De kartografische relevantie hangt samen met de manier waarop een kaart, principieel althans, tot stand komt: voor het maken van een kaart is een geodetische grondslag noodzakelijk; op basis van deze geodetische grond slag wordt de topografie weergegeven: daarop wordt een verschijnsel weergegeven, het thema van de kaart. Er bestaan kaarten met onderwerpen die hoofd- zakelijk 'kartografisch' zijn. Voorbeelden hiervan zijn kaarten, die speciaal gemaakt zijn om het effekt van generalisering weer te geven of kaarten, die de ligging van een triangulatienetwerk weergeven enz. Bij deze kaarten is de kartografische relevantie groot. Bij een geologische kaart of een kaart die de verspreiding van olifanten weergeeft, is de kartogra fische relevantie veel minder groot. De topografische kaarten nemen een tussenpositie in. Kartografische en geografische relevantie van onder werpen geven een houvast bij het opstellen van een classificatie naar kaartonderwerp. De kartografische relevantie speelt de hoofdrol bij het bepalen van de grondstruktuur van de classificatie als geheel, de geografische is belangrijk bij het opstellen van het gedeelte van de classificatie met betrekking tot de zogenaamde thematische kaarten. De hoofdindeling ziet er als volgt uit. (De gebruikte cijfers zijn hier niet bedoeld als code en de onder- werpsaanduidingen zijn ook niet de definitieve onder- werpsaanduidingen in de classificatie. 1. geodetische en kartografische onderwerpen; 2. topografische onderwerpen; 3. thematische onderwerpen. De hoofdindeling van de thematische onderwerpen ziet er als volgt uit: 1. fysische onderwerpen; 2. milieu-onderwerpen; 3. sociaal-economische onderwerpen; 4. sociaal-culturele onderwerpen. In deze opeenvolging is van boven naar beneden duide- lijk de afname van de geografische relevantie (en ge- lijktijdige toename van de belangrijkheid van andere dimensies als de ruimtelijke) waar te nemen. Voor de uiteindelijke totstandkoming van de classifi catie moet ook nog met enkele zaken van meer prak tische aard rekening gehouden worden. Er zijn vele kaarten en vooral veel atlassen, die een groot aantal onderwerpen weergeven (bijvoorbeeld nationale atlassen, wegenkaarten en navigatiekaarten). Het is daarom nuttig om aan het begin van de classifi catie een ingang voor 'kaartonderwerpen in het alge- meen' op te nemen, speciaal bedoeld voor polythema tische atlassen. Op het eind van de classificatie wordt er een speciale plaats ingeruimd voor gebruikskaarten met meerdere onderwerpen. De motivering hiervoor is als volgt. Een gebruikskaart heeft in veel gevallen meerdere niet onder een noemer te brengen onderwerpen. Maar het doel van de kaart is meestal wel onder een naam te vangen, namelijk de gebruikelijke aanduiding van de kaart, zie bovengenoemde voorbeelden. De ver- schillende onderwerpen van de kaart liggen verankerd in het doel. Het is daarom logisch en praktisch verant- woord om dit type kaarten onder hun eigen aanduiding op te nemen in de classificatie. Dit voorkomt een groot aantal verdubbelingen bij de catalogisering. Bovendien is de gebruiker beter bediend met een di rekte ingang dan met een verwijzing. Een classificatie naar gebied is in vergelijking met een classificatie naar kaartonderwerp betrekkelijk ge- makkelijk op te stellen. Gebieden zijn immers meest al duidelijk af te grenzen en te inventariseren. Onder werpen, met name op het gebied van sociale en cultu- rele verschijnselen, zijn vaak moeilijk af te bakenen. Nog moeilijker is het een complete inventarisatie van alle mogelijke onderwerpen te verkrijgen. De enige methode om volledigheid te benaderen is het naslaan van zoveel mogelijk kaarten en atlassen. Hierdoor ontstaat er een beeld van wat er aan onderwerpen op kaarten verschijnt. Toch zal er bij het opstellen van de classificatie en met name bij het coderen, meer nog dan bij gebied, rekening gehouden moeten worden met over het hoofd geziene onderwerpen en met onder werpen, die in de toekomst een rol kunnen gaan spe ien. Op twee manieren is hier in de classificatie en in de ordening rekening mee gehouden: ten eerste door (behalve op het eerste en tweede niveau) per onder werp honderd plaatsen te reserveren voor deelonder- werpen. Verder is per deelonderwerp een ingang 'Overige. toegevoegd. Deze ingang is bedoeld voor onderwerpen die in de betreffende deelrubriek nog niet voorkomen, maar daar eventueel wel voor in aan- merking komen. Deze ingang 'Overige. dient dus uitsluitend als parkeerplaats en voorkomt dat kaarten met onderwerpen die (nog) niet in de classificatie voorkomen bij gebrek aan beter gecatalogiseerd wor den onder een onderwerp waar ze niet thuis hören. Binnen een geautomatiseerde catalogus zal het vrij eenvoudig zijn de parkeerplaatsen periodiek te ont- ruimen en nieuwe onderwerpen in het bestaande clas- sificatiesysteem in te passen. Hiernaast volgt een overzicht van de classificatie naar kaartonderwerp. 40 KT 1985. XI. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 50