twintigtal Symbolen ingevoerd die we niet kennen van andere toeristenkaarten. Het is jammer dat het stre- ven naar standaardisatie van deze Symbolen waar Staatsbosbeheer, ANWB en ANVV zieh mee bezig houden, niet gevolgd is, maar er zijn op de kaart verder geen problemen met identificeren van de ver- schillende rekreatiemogelijkheden. Wat wöl moeilijk is, is het identificeren van de fietspaden. Voor een deel zijn ze met zwarte stippellijnen naar voren ge- haald, voor een deel moet men hun aard afleiden uit het voorkomen van eontourtjes op plaatsen waar ze andere wegen snijden. Hun dikte is niet maatgevend omdat er ook autowegen met deze dikte voorkomen. De kaart zou mijn inziens voor fietsers veel beter bruikbaar worden wanneer de aparte fietspaden met een enkelvoudige lijnsignatuur zouden worden weer- gegeven. De drie belangrijkste vragen die naar aanleiding van het onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van de kaart gesteld worden, zijn: a. Maakt de kaart enthousiast voor het gebied? b. Laat de kaart zien wat de mogelijkheden van het gebied zijn? c. Laat de kaart zien hoe die mogelijkheden bereik- baar zijn? Op de eerste vraag hebben we al geantwoord. Het ge bied ziet er zo mooi uit op de kaart, dat er een enorme werving vanuit gaat. Met de grondgebruiks- tinten wordt een goed idee gegeven van de diversiteit van het landschap (en de foto's geven aan hoe de ver- schillende onderdelen zelf eruit zien). Laat de kaart zien wat de mogelijkheden zijn? Zeker. De Symbolen staan contrasterend in de kaart, hebben associatieve vormen en zijn dus snel te herkennen. Niet van alle bijzondere bouwwerken is de aard aan- gegeven (wat is een reinwaterkelder; wat is de func- tie van 't Eksternest?) maar bij alle andere rekrea tiemogelijkheden is dat meteen duidelijk. De bereikbaarheid van de mogelijkheden is iets min der goed in beeld gebracht. Het probleem om fiets paden te identificeren is al gemeld; beginpunten van uitgezette wandelingen zouden kunnen worden aange- geven, en de naam van het Station Almere-Stad ont- breekt. Er is niet duidelijk wat het Flevo/Schokland- pad inhoudt en wat het verschil is tussen een fietspad en een hoofdfietsroute. Noorderplassen, Pampushout, Muiderzand en Overvaartsebos zijn niet per openbaar vervoer bereikbaar, maar dat is een fout van de Gemeente Almere, en niet van de karteerder. Algemene indruk, ondanks deze detailopmerkingen, is: wat een geweidige mogelijkheden zijn er voor de bewoners van Almere, en wat een moeite wordt er gedaan de bewoners die mogelijkheden onder ogen te brengen. Daarmee zijn de inwoners van deze nieuwe stad zeker te benijden. Uit de tijdschriften - vervolg van pag. 62 WHEELER, P. T. A survey of external use of the map Library, Dept. of Geography, University of Nottingham. Bull, of the Soo. of University Cartographers vol. 19 (1985) nr. 1, pp. 21-26. Het gebruik van de kaartenverzameling van de universi- teit van Nottingham. Computerkartografie DARU, R. Grafische ontsluiting van databestanden. Informatie vol. 27 (1985) nr. 6, pp. 602-612. Het belang van (karto)grafische ontsluitingsmogelijkhe- den van databanken om de toegankelijkheid tot deze be standen te beoordelen. BOER, A M. DE, (Micro)laser plotters in de kartografie. Geodesia vol. 27 (1985) nr. 7/8, pp. 246-249. Plotters die tekeningen (kaarten) direct vanuit een digi- taal bestand op microfilm overbrengen. GÖPFERT, W. Integration of remote sensing data and car- tographic databases into a Land Information System. Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen (1985) nr. 43 (serie II), pp. 163-173. Pleidooi voor de toegang tot zowel vector, raster als alfanumerieke gegevens voor toepassing in de sfeer van de landinformatiesystemen. HILKHUYSEN, P. F. L. VAN ALPHEN, Het administra- tief vastgoed informatiesysteem (AVS) van de gemeente Rotterdam. Geodesia vol. 27 (1985) nr. 9, pp. 283-288. Het gebruik van een administratief informatiesysteem met grafische mogelijkheden (een GIMMS toepassing). KRAKAU, W. Probleme des Materialeinsatzes bei der Her stellung von Karten. Vermessungstechnik Jg. 33 (1985) Heft 8, pp. 266-269. Ontwikkeling van onder andere de kartografie door inzet van de micro-elektronika. MULLER, J. C. Sdration visuelle et sdration automatique. International Yearbook of Cartography vol. 24 (1984), pp. 131-150. Het visueel en geautomatiseerd classificeren van gege vens volgens het matrice ordonable principe. YOELI, P. Computer assisted determination of the Valley and ridge lines of DTM's. International Yearbook of Cartography vol. 24 (1984), pp. 197-205. Het met de Computer bepalen van de lijnen in een digi- taal terrelnmodel die respektievelijk de hoogste en laagste punten in het terrein verbinden. ZARZYCKI, J. M. Digital photogrammetric mapping. Vermessung, Photogrammetrie und Kulturtechnik vol. 83 (1985) nr. 9, pp. 350-352. Het direkt uit luchtfoto's maken van digitale bestanden. M. J. Kraak KT 1985. XI. 4. 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 55