i)®sn)ff©68mg@ffl
CAMPBELL, J. Introductory
Cartography. New Jersey: Pren-
tice-Hall, Englewood Cliff, 1984.
460 pp. 12 kleuren en 247 zwart-
wit illustraties.
ISBN 0-13-501304-6. Prijs 45, 85.
Nu 'Elements of Cartography' van
Robinson alsmaar dikker wordt,
en steeds meer geschreven lijkt
voor collega's dan voor Studenten,
is er in de Verenigde Staten blijk-
baar behoefte aan een weer meer
eenvoudig leerboek voor inleidende
kartografie-colleges. Dit boek van
Campbell is in 66n 'course' weer
te behappen, is eenvoudiger ge
schreven, wat traditioneler van
opzet, met vooral wat meer aan-
dacht voor technische zaken.
De opzet van het boek is overzich-
telijk. Het eerste deel behandelt
het verzamelen van informatie,
waarbij de meeste ruimte wordt
besteed aan gegevens over de loka-
tie: grootte en vorm van de aar de
(24 pp.projecties en hun eigen-
schappen (50 pp. landmeetkunde
(27 pp.en het ontlenen van infor
matie aan Remote Sensing beeiden
en luchtfoto's. De werking van de
benodigde apparaten en de Proces
sen worden in eenvoudige taal dui-
delijk uitgelegd, en als er al for-
mules aan te pas komen, wordt er
extra tijd besteed aan hun verkla-
ring. Wil men verder op de ge-
noemde onderwerpen door, dan is
er literatuur over aangegeven.
In het tweede deel worden compila-
tie (40 pp. produktie (25 pp.en
reproduktie (50 pp.beschreven:
de reproduktie is verdeeld in die
van zwart-wit en kleurenkaarten.
Kaartontwerp is wat mager - ook
qua recente literatuur - maar daar
is ook niet veel over in de USA.
Ook voor reproduktie geldt dat,
maar men had hier naar bijvoor-
beeld het leerboek van Keates
kunnen verwij zen.
Bij de compilatie is het deel over
karteermethoden overgeslagen.
Dat komt apart in deel 3 ter spra-
ke als: Het karteren van ruimte-
lijke variaties (65 pp. verdeeld
over op punt, lijn, vlak en op volu-
mes betrokken gegevens) naast de
apart gepresenteerde computer-
kartografie (35 pp. Het is blijk-
baar ook in de Verenigde Staten
zelf nog niet mogelijk om de aan-
pak met behulp van de Computer
in de rest van het verhaal te inte
greren. Ook hier is sprake van
een duidelijke uiteenzetting van de
basisbegrippen, goed geillustreerd
met foto's en kaarten, maar met
weinig idee van de consequenties
van toepassingen van de verschil-
lende Software pakketten met be-
trekking tot de kaarttypen. Er is
Uberhaupt wat summiere aandacht
voor karteermethoden. Met die be-
perking is het een nuttige inleiding
in het vak.
F. J. Ormeling
HAKE, G. Kartographie II, derde
editie. Sammlung Göschen deel
2166, 382 pp. 120 ill. en 11 kleu-
renbijlagen. Berlijn: Walter de
Gruyter, 1985.
ISBN 3-11-010286-2. Prijs
DM 29, 80.
Hake is de auteur van de beste,
meest toegankelijke en betaalbare
encyclopedie van de kartografie
die er op de markt is, en het is
een gebeurtenis als er van een van
de 2 deeltjes waar deze encyclope
die uit bestaat, een nieuwe druk
uit is. Het hier besproken tweede
deel behandelt de thematische kar
tografie, atlasproduktie, kaart-
redaktie en reproduktietechniek,
geautomatiseerde kartografie en
kaartgebruik (het eerste deel,
laatstelijk besproken in KT 1982-
3, behandelt de topografische kar
tografie).
Toegegeven, de encyclopedie van
Ogrissek is dikker en iets goedko-
per (DDR 25,80 M)en die van
Wilhelmys dikker, en het boek van
Witt misschien diepgaander. Toch
is Hake's werk zo geschreven dat
het de duidelijkste omschrijvingen
biedt en op alle deelgebieden van
de kartografie het meest up-to-
date is.
Dat laatste komt vooral naar voren
bij vergelijking van de tweede en
derde editie: In hoofdstuk 2, over
atlassen, zijn nu ook apart stads-
atlassen behandeld; in het derde
hoofdstuk, over aan kaarten ver-
wante vormen van weergave, zijn
nu ook satellietbeelden en hun be-
werking opgenomen. Er is aparte
aandacht voor Kartografische plan-
nings- en calculatietechnieken,
voor kleurproefsystemen en Scan
ners in hoofdstuk 4 over kaartre-
daktie en reproduktie. Hoofdstuk 5,
automatisering in de kartografie,
is geheel herschreven en bijna
verdubbeld - met informatie over
Computer graphics, computer-
aided design, databanken en infor-
matiesystemen. Hoofdstuk 6, over
kaartinterpretatie, is nagenoeg ge-
lijk, evenals het laatste hoofdstuk
over de geschiedenis van de karto
grafie. In het eerste hoofdstuk,
over thematische kaarten, is de
rangschikking van het materiaal
een stuk logischer, maar verder
is er niet veel veranderd. Tenslot-
te is ook de theorie van de thema
tische kartografie de afgelopen
negen jaar (de vorige editie stamt
van 1976) weinig verder gekomen.
De stof is nog beter leestiaar door
vereenvoudigde literatuurverwij-
zingen; het literatuuroverzicht is
tot 1984 bijgewerkt, en de afbeel-
dingen van de apparaten zijn ver-
nieuwd. De 11 kleine kleurenbij la
gen zijn voor de helft geactuali-
seerd en met een satellietbeeld uit-
gebreid. De opzet is hetzelfde ge-
bleven: een oplopende onderverde-
ling in deelonderwerpen, waarvan
definities, toepassingen en voor-
beelden uit de Duitse Kartografi-
KT 1985. XI. 4
49