Voor de kartografische technleken hoeft men het niet te kopen; hier- aan worden terloops slechts enkele regels gewijd. Overigens zullen kartografen het kaartje op blz. 34 opvallen; daar ging blijkbaar iets mis met de peelcoat: de Marker- waard is daardoor reeds droog ge- legd! In de inleiding wordt in hoog tempo de historie beschreven van de zee- kaart, het hydrografisch opne- mingswerk en de techniek van kaartproduktie. Ook worden daar- in genoemd alle andere hydrografi- sche publikaties (zeemansgidsen, lichtenlijsten enz.de Internatio nale Hydrografische Organisatie en de Internationale Zeekaart. In hoofdstuk 2 wordt een aantal Symbolen en afkortingen van Neder- landse en buitenlandse kaarten naast elkaar gezet, zonder verder eommentaar. In de volgende hoofdstukken worden steeds andere elementen uit de zee kaart gelicht en besproken met veel informatie over het 'hoe' en 'waarom': waterdiepten, grond- soorten, hoogten (bergen, brug- gen, objecten enz.gevaren (als wrakken, rotsen, riffen), lichten, betonning enz. Bij 'verlichting' wordt bijvoorbeeld niet volstaan met het beschrijven van moderne kustlichten, inclusief 'schitterlicht optieken', maar wordt ook de his torie belicht, terwijl zeer uitge- breid wordt ingegaan op de 'zicht- baarheid', afhankelijk van hoogte en lichtsterkte. Op de diverse betonningssystemen boeien en dergelijke) en hun weergave op de kaart wordt uitge- breid ingegaan. Radio- en radarbakens plus bijbe- horende boekwerken, waterbewe- ging, kompasrozen, het komt alle- maal zeer leesbaar aan de orde, voorzien van zeer veel illustraties. De toepassing van 'landverkennin- gen' (gezicht op de kust vanuit zee), waarvan zeer fraaie voorbeelden op nog veel Britse zeekaarten voorkomen, staat in hoofdstuk 8. Na deze min of meer technische beschrijving van diverse kaartele- menten wordt meer ingegaan op het gebruik van de kaart; het lezen er- van, ook het 'tussen de regels doorlezen', met andere woorden het kritisch beoordelen van de kaart. Meer dan bij vele andere kaarten is dat nodig bij zeekaarten (het ontbreken van dieptecijfers kan bijvoorbeeld duiden op onvolle- dige gegevens, dus kans op 'ver- rassingen'). Het boek geeft een aantal praktijk- voorbeelden van scheepsongevallen waarbij zeekaarten in het spei wa ren. Verslagen van deze ongeval- len, met inbegrip van de behande- ling door de Raad voor de Scheep- vaart, zijn overigens als omvang- rijke en uiterst leerzame bij läge toegevoegd. Overige onderwerpen zijn: De beginselen van 'kaartpassen' en het werken op de zeekaart met vele voorbeelden van positiebepa- ling door constructie in de prak- tijk; Berichten aan Zeevarenden; Bij werken van Zeekaarten en ande re publikaties; Routeringsmaatre- gelen voor de scheepvaart; Radio- navigatiewaarschuwingen en het melden van onjuistheden in de kaart aan de Hydrografische Dien sten. Naast de merendeels correcte ge gevens en voorbeelden staan er ook een aantal onjuistheden in het boek, meestal echter niet interes sant voor de lezers van het KT. Maar op pag. 132 blijkt hoe makke- lijk een foutje in de navigatie kan ontstaan; daar wordt een koers van 164° genoemd terwijl die vol- gens 'de kaart' 264° moet zijn! Boem is ho Dat de Nederlandse Hydrografi sche Dienst geen zogenaamde Ver- beterblocs uitgeeft (pag. 148) moet ik ook tegenspreken. In zijn algemeenheid is het jam- mer, dat niet dieper is ingegaan op het verschijnsel Grootschalige Internationale Zeekaart. Sinds 1982 is deze kaart wereldwijd een grote rol gaan speien in het uiter- lijk van de zeekaart. Op vele pun- ten in dit boek mis ik de invloed van deze ontwikkeling. Dit zal echter deels het gevolg zijn van het tijdstip van uitgave van het boek. Ook vind ik het jammer dat er - waar mogelijk - niet meer voor beelden uit Nederlandse kaarten genomen zijn. Het onderwerp 'selektie van diepte- gegevens voor de kaart' (generali- satie van de zeebodem) ontbreekt helaas geheel. Dit vind ik een op- vallend gemis want over dit uiterst belangrijke onderwerp beStaat bij veel kaartgebruikers niet voldoen- de inzicht. Concluderend denk ik dat dit boek mödr iets is voor nautisch geihte- resseerden dan voor puur karto grafen. Voor amateur-navigators lijkt me het ideaal! Maar ook voor de kartograaf die zieh ambtshalve met zeekaarten moet gaan bezighouden biedt dit boek precies wat hij nodig heeft! De schrijvers zeggen het aldus: "Wij zouden dit boek willen zien als een standaardwerk over een onderwerp dat naar onze mening nooit voldoende tot zijn recht is gekomen, misschien vanwege zijn enorme veelzijdigheid. Een Standaardwerk, naar de defini- tie van 'Van Dale', is het (nog) niet; wöl een erg aantrekkelijk boek dat mijn inziens uniek is in zijn gedetailleerd en z<5 veelzijdig ontrafelen van de zeekaart. J. G. Ferwerda VEER, A. A. DE, Geografie van de opvallende boom in het agrarische landschap van Nederland. Proef- schrift Rijksuniversiteit Groningen 1985. 190 pp. 200 kaarten (frag- menten). Prijs f 12, 50 (afhalen) of f 17, 50 (verzending). Adres: Stiboka, Marijkeweg 11, Postbus 98, 6700 AB Wageningen (dr. A. A. de Veer). Hoewel het onderwerp op zieh land- schapskundig is, zitten er zoveel kartografische aspekten aan, dat een bespreking in het Kartografisch Tijdschrift op zijn plaats is. Het proefschrift presenteert de resul- taten van een veldkartering van de Nederlandse opvallende bomen (vooral alleenstaande bomen of boomgroepjes met samen een kroonoppervlak kleiner dan 2500m" op meer dan 50 m van elkaar en met een minimum hoogte van 5 m). De doelstellingen voor die veldkar tering waren: het vervaardigen van ddn of meer kaarten van Nederland die de verspreiding en kenmerken van deze opvallende bomen zicht- baar maakten, het beschrijven van deze kaarten en het bieden van in zicht in de ontstaanswijze van de alleenstaande bomen. Er is in feite een landschaps-infor- matiesysteem voor opgezet, want daar heeft de geautomatiseerde verwerking van de veldwerkgege- vens toe geleid. De manipulatie daarvan op zichzelf is al een karto grafisch gegeven. Andere kartogra fische aspekten zijn de eventuele kartografische bronnen, de wijze van inventarisatie en de presentatie 54 KT 1985. XI. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1985 | | pagina 64