W VHd3^
i y"
l V v v
pZg23
IV f
Hn21
VI
Hn21
Zd21
Vfl
9Hd30
VI.-
pZr»21 k/||
t
%o V
i
z*d21
pZ«23
pZg23
Blfl
Hd2T V
VII
Hn23
VI
Hn21
VII
vre
t
Hn23
VI
gHdjß
pZn23
-4£!>
Hn23
VI/
ZÜ
1,5km «C
MOERIGE GRÜNDEN
MOERIGE PODZOLGRONDEN
i vWp 1 moerige bovengrond
z>X/n humushoudend zanddek en
1U—11 moerige tussenlaag
MOERIGE EERDGRONDEN
I vWz I moerige bovengrond op zand
HUMUSPODZOLGRONDEN
veldpodzolgronden
leemarm en zwak lemig fijn zand
lemig fijn zand
laarpodzolgronden
1 cHr>21 I leemarm en zwak lemig fijn zand
l cHn23l lemig fijn zand
haarpodzolgronden
I Hd21 I leemarm en zwak lemig fijn zand
lHd23 lemig fijn zand
I Hd30 l grofzand
DIKKE EERDGRONDEN
ENKEERDGRONDEN
hoge zwarte enkeerdgronden
zEZ21J leemarm en zwak lemig fijn zand
lemig fijn zand
KALKLOZE ZANDGRONDEN
EERDGRONDEN
beekeerdgronden
&Z&23:j lemig fijn zand
gooreerdgronden
[VpZrtZlJ leemarm en zwak lemig fijn zand
t;pZn£3'-1 lemig fijn zand
VAAGGRONDEN
vlakvaaggronden
leemarm en zwak lemig fijn zand
duinvaaggronden
I Zd21 I leemarm en zwak lemig fijn zand
TOEVOEGINGEN
plaatselijk ijzerrijk, ondieper dan 50 cm
beginnend en ten minste 10 cm dik
l° °l grind ondieper dan 40 cm beginnend
I 1 zavel-of kleidek, 15 a 40 cm dik
E
ÜJ zanddek, 15 40 cm dik
U vergraven
OVERIGE ONDERSCHEIDINGEN
dobbe
tffr/ eenmanses
stuwwal
III.IV enz zijn grondwatertrappen (Gt's). Zie voor verklaring
de tabel op blz 19. De Gt's I, II en V komen niet voor in dit kaartfragment
