uit Noorwegen en Zweden.
Stafleden van het ITC in Enschede
waren uitgenodigd om de studiedag
te verzorgen. Prof. Gerald
McGrath leidde het programma in
en benadrukte vooral de rol van de
kaartgebruiker. Cornö van Elzak-
ker hield een lezing over het ont-
werpen van Symbolen en Allan
Brown completeerde het ochtend-
programma met de behandeling
van het onderwerp kleuren op kaar-
ten.
In Nederland is het al een goede
gewoonte geworden dat deelnemers
aan studiedagen ook zelf aan het
werk worden gezet. Voor de Deen-
se Vereniging voor Kartografie
was dit een nieuwe ervaring. Na
de lunch werden twee groepen ge-
vormd. Cornd van Elzakker nam
een groep onder zijn hoede en trad
op als bgeleider bij een aantal
praktische oefeningen op het gebied
van symboolontwerp. Een oefening
was gericht op de waarnemings-
eigenschappen van visuele varia-
belen. In andere oefeningen werden
de deelnemers gevraagd om rea
listische ontwerp-problemen op
een systematische wijze tot een
oplossing te brengen. Gebruik
makend van de ITC ('Ostwald')
Kleurenkaart verzorgde Allan
Brown een serie oefeningen voor
de andere groep deelnemers. Deze
oefeningen waren gericht op het
vergroten van de vertrouwheid met
de drie kleurvariabelen (kleursoort,
tint en verzadiging) en op het kiezen
van de juiste kleuren bij het ont-
werpen van verschilfende soorten
kaarten.
De studiedag was zeer geslaagd.
De deelnemers waren enthousiast
en bleven de hele vrijdag lang
(van 9 tot half 6) zeer geihteres-
seerd. Niemand toonde berouw
over de investering van maar liefst
f 215,aan deelnamekosten.
CONSERVATOREN VAN OUDE
KAARTEN IN OTTAWA BIJEEN
Voorafgaand aan de 'llth Inter
national Conference on the History
of Cartographygehouden in de
Public Archives of Canada te
Ottawa, kwamen op 7 juli 1985
een drieenveertig conferentiegan-
gers bijeen in de National Map
Collection te Ottawa, Canada. Voor
de eerste keer werd een aparte dag
voor beheerders van oude kaarten
georganiseerd. In Dublin, tijdens
de lOe Internationale Conferentie
bleek hoe wenselijk het is om van-
uit het kaartbeheer kontakten te
leggen en zo mogelijk gegevens uit
te wisselen en tot afspraken te
komen
Ed Dahl (National Map Collection)
verwelkomde de aanwezigen en
hield een körte inleiding over de
bedoeling van de bijeenkomst, ge-
volgd door een persoonlijke intro-
duktie van elk der aanwezigen.
Betty Kid (directeur National Map
Collection) schetste in het kort
de geschiedenis van de National
Map Collection en de Archives of
Canada. Met een aanwas van
60.000 tot 70.000 kaarten per jaar
en een verzameling van meer dan
1.000.000 kaarten, blijken er al-
tijd achterstanden te bestaan. De
'National Map Collection' is de
grootste en oudste verzameling
kaarten in Canada. Het archief
werd in 1872 opgericht en de kaar-
tenverzameling werd in 1907 apart
opgezet met 1 personeelsfuncktio-
naris, Nu is ze uitgegroeid tot
24 formatieplaatsen met 27 perso-
nen en soms 9 Studenten per jaar
in dienst.
Ed Dahl zette uiteen dat nu de
grootste aandacht wordt besteed
aan het verzamelen van kaarten
van Canada, die in de periode
ca. 1500-1850 versehenen. Daar-
naast wordt er meer tijd besteed
aan het onderzoek en dokumentatie
Voordat een kaart wordt gecatalo-
giseerd, worden eerst de histo-
risch-kartografische en bibliogra-
fische gegevens verzameld en in-
dien mogelijk de verschillende
edities van een kaart met elkaar
vergeleken. Zijn de gegevens voor
de beschrijving bijeen dan wordt
het zo volledig mogelijk ingevulde
beschrijvingsformulier aan de afde-
ling catalogisering gegeven en door
de 'beschrijvervan tagnummers
voorzien voor de invoer in de
Computer.
De bezoekers aan de kaartenver-
zameling kunnen alleen de cata-
logus op microfiche raadplegen.
Voor het personeel is er wdl de
mogelijkheid om on-line de cata-
logus te raadplegen.
Sinds 1977 worden oude kaarten
op een 105 mm microfilm gezet.
De bezoeker voorkomt, door het
raadplegen van deze microfiehe-
catalogus, het onnodig aanvragen
van kaarten, Men ziet welke kaart
achter een bepaalde titel schuil
gaat en wat er wordt afgebeeld
(de microfiches meten ca. 10x13
cm en worden op aparte grote
leesapparaten geraadpleegd)Op
deze manier hoopt men de slijtage
van de kaarten tot een minimum
te beperken.
In de middagzitting werden de vol-
gende onderwerpen aan de orde ge-
steld: 1, acquisitie, 2. berging,
conservering en 'miniaturization',
3. dokumentatie, 4. dienstverle-
ning, 5. eventuele Projekten en
toekomstige vergaderingen,
Uit de discussie kwam naar voren,
dat het op microfilm zetten van
oude kaarten meerdere doelen
dient: het biedt een beter behoud
van oud en zeldzaam materiaal,
het levert een eenvoudige manier
om kopieen te maken van een
kaart (herhaaldelijk fotokopieren
is erg siecht voor een kaart), het
maakt een vluggere naslag moge
lijk en er is uitwisseling met an
dere verzamelingen mogelijk van
foto's van zeldzame kaarten.
Voor Canada blijkt ca. 90% van de
kaarten door regerings- en over-
heidsinstanties te worden gepro-
dueeerd, terwijl 10% van de kaar
ten door bedrijven en privd-instan-
ties worden vervaardigd. Het is
niet eenvoudig om de kaartproduk-
tie uit de private Sektor veilig te
stellen en te verzamelen.
De kaartbeheerders maken zieh
zorgen over het verzamelen en
bewaren van kaartgegevens uit ge-
automatiseerde bestanden, waar-
van geen gedrukte gegevens be
staan. Hoe deze computergegevens
op banden, disks enz. te verzame
len, beheren, conserveren en
voor de bezoeker voor raadpleging
ter beschikking te stellen is een
belangrijk punt van aandacht voor
de körnende jaren.
Als resultaat van de conferentie
zijn twee werkgroepen gevormd.
1. Werkgroep 'Dating', gecoör-
dineerd door Tony Campbell
(British Library, Map Library
London)
2. Werkgroep 'Cartobibliography'
gecoördineerd door Joan Winearls
(University of Toronto, Toronto).
Beide groepen hebben informe le
bijeenkomsten belegd tijdens de
conferentie te Ottawa. Door de
deelnemers uit de verschillende
landen is afgesproken te rappor-
teren aan de coördinator.
Op de volgende Internationale Con
ferentie in 1987 te Parijs hoopt
men verslag uit te brengen en
weer op een aparte dag als kaart-
KT 1986. XII. 1
9