Emmen Hoogeveen Meppel ASSEN Emmen Hoogeveen Meppel basislijn 6 tolerantiezone Figuur 6. De Douglas-Peucker lijnvereenvoudigings- algorithme punten in de lijn en de waarde van n plus de grootte van de tolerantiezone. Het gebruik van algorithmes zoals hiervoor besproken is vaak niet alleen nodig omdat men de kaart wil ver kleinen, maar ook bij het thematisch kaartontwerp met de Computer. Vaak wordt er voor dit doel te ge- detailleerd gedigitaliseerd; dit werkt vertragend als men bijvoorbeeld door 'trial-and-errorde kaart lay-out wil optimaliseren en steeds moet wachten tot het topografische gedeelte van de thematische kaart op het beeldscherm of via de plotter is uitgetekend. loren gaan. Het uiteindelijke resultaat wordt bepaald door het totaal aantal punten in de lijn (de dichtheid ervan), maar ook door de homogeniteit (de spreiding van de punten) en natuurlijk de waarde van n. Een grote waarde van n levert een sterke generalisatie op en wanneer de lijn tevens een läge puntdichtheid heeft, wordt de kans op verlies van karakteristieken extra groot. Konklusie: een eenvoudige algorithme die niet echt kartografisch verantwoord is. Deze onder andere in het kartograüsche software- pakket GIMMS gei'mplementeerde lijngeneralisatie- algorithme is zeer doelmatig, maar qua reken- en geheugenruimte niet bijzonder efficife'nt. Het principe berust op werken met een basislijn van n punten en een toleratiezone met een zekere breedte (DOUGLAS PEUCKER, 1973). Deze werking is het beste uit te Jeggen aan de hand van een voorbeeld. Uitgangspunt is weer het Drente-bestand. Vanaf een punt (begin van de lijn) wordt een basislijn van n punten uiteengezet (bijvoorbeeld n=6). Dat wil zeggen dat er een rechte lijn wordt getrokken tussen het eerste en n-de punt. Bij de vorige algorithme zouden nu alle tussenliggende punten vervallen. Deze algorithme wil echter met de karakteristieken van de lijn rekening houden. Daartoe wordt er aan weers- zijden van de lijn een tolerantiezone gelegd. Vervol gens wordt van alle punten tussen het eerste en n-de punt de afstand loodrecht op de basislijn berekend (figuur 5, links). Hierna wordt, als er punten buiten de tolerantiezone Valien, het punt met de grootste loodrechte afstand na het eerste punt in het nieuwe bestand opgenomen. Vervolgens wordt tussen dit punt en het n-de punt een nieuwe (verkorte) basislijn getrokken (figuur 5, midden) en het proces wordt zo vaak herhaald, totdat er geen punten meer buiten de tolerantiezone vallen (figuur 5, rechts). Figuur 5. De werking van de Douglas-Peucker lijn- vereenvoudigingsalgorithme (voor een verklaring zie tekst) Uiteindelijk blijft de karakteristiek van de oorspron- kelijk lijn zo redelijk bewaard. Kijken we nu naar Drente als geheel dan zien we met n=6 en een toleran- tie-zone van 1 cm een resultaat als in figuur 6. Het resultaat wordt ook hier beihvloed door het aantal punten, de dichtheid en de spreiding van het aantal baaislijn 6 tol*ranti«zon« J 28 KT 1986. XII. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 30