621.11 vergroten Overbrengen (621.7) waarbij de schaal
van het nieuwe produkt groter is dan die van het
origineel.
Opm: Men onderscheidt: vergroten met behulp van
een ruitennet (621.9), met een reduktiepasser
(61 4.26), met de mechanische pantograaf (614.34),
met de optische pantograaf (614.14) en fotografisch
vergroten (632.1 5).
621.12 verkleinen Overbrengen (621.7) waarbij de schaal
van het nieuwe produkt kleiner is dan die van het
origineel.
Opm: De methoden zijn identiek aan die van het
vergroten (621.11
621.13 inpassen Het toevoegen van nieuwe kaartelementen
(21.2) op de juiste plaats, in een bestaand kaart-
origineel.
Opm: Dit toevoegen kan zowel met de hand als
fotografisch gebeuren.
621.14 aanbrengen Het met de hand toevoegen van be-
paalde elementen in een kaartontwerp, een model,
een kaartorigineel of een kaart.
621.14a annoteren Het met de hand toevoegen van aan-
vullende gegevens op een luchtfoto.
621.15 intekenen (a) Het tekenen van aanvullende ge
gevens of korrekties in een bestaande tekening of
een kaartorigineel.
(b) Het aanbrengen van de thematische inhoud op
een topografische ondergrond (21.19).
621.15a op elkaar plaatsen Het tekenen of monteren van
Symbolen op dezelfde plaats, waarbij over het al-
gemeen de kleinere Symbolen in de grotere worden
uitgespaard.
621.16 arceren Het tekenen van een (1) arcering: een
bundel van evenwijdige, op gelijke afstand van
elkaar lopende lijnen.
621.1 7 kleuren Het met de hand aanbrengen van kleur op
een model, tekening of kaart.
Opm: Het meestgebruikelijk is kleuren met water-
verf of met kleurpotloden.
621.17a verlooptint aanbrengen Het aanbrengen van een
kleur of tint zodanig dat de grijswaarde (422.18)
geleidelijk verändert.
Syn: vignetteren.
621.1 8 wassen Het inelkaar laten overlopen van kleuren, in
natte toestand.
621.1 8a doezelen (a) Het inelkaar laten overlopen van kleuren,
in droge toestand.
(b) Het gelijkmatig maken van met de hand aan
gebrachte kleuren.
Opm: Voor het doezelen gebruikt men een speciaal
hulpmiddel, de (1) doezelaar.
621.19 inkleuren Het aanbrengen van kleur in vlakken en
Symbolen.
621.20a afdekken Het weghalen van ongewenste details of
fouten op een negatief (film of gravure) met behulp
van een afdekmiddel (613.3).
OpmDe term afdekken wordt ook gebruikt voor het
weghalen van bepaalde details op een positieve
tekening met behulp van dekwit.
Syn: uitdekken; wegdekken.
621.21 schaduweren Het met de hand aanbrengen van een
reliefschaduwering (442.4) met behulp van potlood,
penseel of verfspuit (614.20).
Opm: Reliefschaduwering kan ook worden vervaar-
digd längs fotografische of digitale weg.
621.24 greinen Het ruw maken van het oppervlak van
kunststoffolies (612.1) en drukplaten waardoor de
tekeninkt resp. drukinkt beter wordt vastgehouden.
621.26 matteren Het lichtelijk ruw maken van het opper
vlak van een tekeningdrager (61.2) om deze beter
betekenbaar te maken.
621.27 monteren Het samenvoegen van twee of meer
originelen op een drager, het montagevel (642.1 7(1
Opm: Het samenvoegen van een stel eindoriginelen
(672.9) om deze op een drukplaat te kunnen over
brengen noemt men (1) vlakdrukmontage.
Een bijzondere vorm van monteren is de schrift-
montage (652.8).
621.28 positiefmontage Het monteren van filmpositieven of
van papierafdrukken.
Opm: Het monteren van filmnegatieven, de (1)
negatiefmontage, is een ongebruikelijke methode.
621.29 retoucheren Het met de hand bewerken van films,
kopieen (642.2) of drukplaten om fouten en on-
volkomenheden weg te werken.
621.30 negatiefretouche Het retoucheren van negatieven,
zowel filmnegatieven (673.1) als negatiefkopieen
(674.1).
621.30(1) positiefretouche het retoucheren van positieven,
zowel filmpositieven (673.2) als positiefkopieen
(674.2).
621.31 aansluiten Het bewerken van de gemeenschap-
pelijke randen van twee aanelkaar grenzende kaart-
bladen, zodanig dat alle details goed aansluiten.
Opm: De term is ook van toepassing als men twee
kaarten tot een geheel gaat samenvoegen.
621.32 (kartografische) kleurscheiding Het vervaardigen
van eindoriginelen (672.9) voor een meerkleurenkaart
met behulp van teken- en reproduktietechnieken.
Opm: Voor iedere te drukken kleur wordt 6än
eindorigineel vervaardigd. Bij de kartografische kleur
scheiding worden eerst deeloriginelen (672.7a) ver
vaardigd voor de verschillende grafische elementen
die uiteindelijk reprografisch gekombineerd worden
tot eindoriginelen. Naast de kartografische kleur
scheiding is er ook de fotografische kleurscheiding
(632.12).
Syn: (kartografische) kleurseparatie.
32
NVK 1986