Figuur 11. Generalisatie van het Drente-bestand met de matrici uit figuur 10. De overige grafische generalisatiehandelingen (ver- groten, samenvoegen en verplaatsen) zijn slechts beperkt geautomatiseerd. Het vergroten en verplaat sen is in principe uit te voeren met elke Computer die met vektoren kan werken. De basisbewerkingen zijn de transformatieformules voor roteren, trans leren en schalen. Het probleem is meer: hoe maken we duidelijk welke kaartelementen vergroot of ver- plaatst moeten worden. Het toevoegen van uitgebrei- de coderingen kan een oplossing bieden. De vraag is dan of het gebruik van de Computer nog wel zinvol is, omdat tijdens het aanbrengen van de codes de generalisatie al min of meer wordt uitgevoerd. Er zijn echter toepassingen denkbaar waar dit deson- danks zinvol kan zijn. Werkt men interactief, dan kan de codering door de Operator uitgevoerd worden via het aanwijzen van de elementen waarmee de be treffende handeling uitgevoerd moet worden. De Com puter blijft een hulpmiddel, dus enig handmatig werk hoeven we niet uit de weg te gaan. Wanneer we momenteel de conceptuele generalisatie zouden willen automatiseren betekent dit dat aan de kaartelementen de totale vakkennis gekoppeld moet worden (classificatiesystemen en dergelijke). Hier schiet generalisatie met de Computer natuurlijk z'n doel voorbij. En de gedachte welke men in het begin van de jaren zeventig koesterde dat men met ddn groot bestand kon volstaan en door middel van gene ralisatie alle kaartschalen (van bijvoorbeeld 1 1.000 tot 1 10.000.000) kon maken, heeft men verlaten. Moeten we nu, omdat de automatisering van de gene ralisatie zo 'traag' verloopt het gebruik van de Com puter in dit onderdeel van de kartografie maar ver- geten? Nee, dat geloof ik stellig niet. Over ddn ding zijn alle kartografen het met elkaar eens: de gene ralisatie is een van de lastigste onderdelen van het vak. En men is getuige de literatuur overal driftig aan het experimenteren en op sommige plaatsen is men zelfs al uit dit Stadium. Bovendien moeten we niet vergeten dat in een produktie-omgeving geauto matiseerd generaliseren pas kan gebeuren als de digi tale bestanden voorhanden zijn. De Computer karto grafie maakt een stormachtige ontwikkeling door en als we generaliserend spreken, kunnen we zeggen dat op het gebied van de thematische kartografie vrijwel alles al mogelijk is, terwijl er in de grootschalige kartografie vrijwel geen Problemen meer zijn. Over de kartografische eigenschappen van deze Produkten is een apart verhaal te schrijven. Overigens zijn er in de vakliteratuur geluiden te hören die de generalisatie van lijnsymbolen niet alleen zien als het volgens een algorithme weglaten van punten ('elimination')maar ook als het toevoegen van punten/ opwerken van de lijn ('enhancement') (DUTTON, 1981 en BUTTENE'IE LD, 1985). Het introduceren van extra informatie (bijvoorbeeld met zgn. fractols) wordt ge- rechtvaardigd met het argument dat het kaartbeeld zo visueel beter herkenbaar is en dus verduidelijk wordt. Er zijn nog geen resultaten bekend van onderzoek waarin een oordeel wordt uitgesproken over de per- ceptuele reactie van de kaartgebruiker op deze 'enhancement' van het kaartbeeld. N o ot Drs. M.J. Kraakis als wetenschappelijke medewer- ker verbonden aan de Afdeling Geodesie van de TH Delft. Dit artikel vormt de schriftelijke neerslag van zijn lezing op de NVK Studiedagen, die van 8-11 Okto ber 1985 in Exloo werden gehouden. Literatuur BOYER, L. (1982), Generalisatie van geomorfologi- sche kaarten. Kartografisch Tijdschrift VIII, nr. 4, p. 26-34. BUTTENFIELD, B. (1985), Treatment of the carto- graphic line. Cartographica 22nr. 2, p. 1-26. CRAATS, W. J. van der (1983), Automatisering van de structurele generalisatie. Kartografisch Tijd schrift VI, nr. 3, p. 7-14. DOUGLAS, D.M. &T.K. PEUCKER (1973)Algo- rithms for the reduction of the number of points required to represent a digitized line or its caracature. Canadian Cartographer 10, nr. 3, p. 112-122. DUTTON, G.H. (1981), Fractal enhancement of car- tographic line detail. American Cartographer 8, nr. 1, p. 23-40. TOPFER, F. (1974), Kartographische Generalisie rung. Gotha: H. Haack. WEBER, W. (1982), Automationsgestützte Generali sierung. Nachrichten aus dem Karten- und Vermes sungswesen, Heft 88, p. 77-110. WHITE, E.R. (1985), Assessment of line-generali- zation algorithms using characteristic points. American Cartographer 12, nr. 1, p. 17-27. 30 KT 1986. XIII. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 40