trumplannen niet te na gesproken) is een belangrijke verbetering. Het schaalgetal zelf zou echter ook niet misstaan! Een vooruitgang is ook het groeperen van de Brusselse gemeenten, waarvan de respektieve uitsneden - zoals trouwens ook voor de Antwerpse deelgemeenten - op een zinvoller overzichtsplan zijn aangegeven. De deelplannen sluiten ditmaal ook systematisch op elkaar aan, weliswaar wederom met soms licht verschillende overlappings- stroken. Van de 41 Vlaamse gemeenten uit de gelijksoortige bovenvermelde uitgave zijn er 29 aangehouden en 5 nieuwe opgenomen - mijns in- ziens terecht, behalve 2 heel klei ne stadjes: Veurne en Diksmuide, die qua bevolkingsaantal toch min- stens tweemaal zo klein zijn als bijvoorbeeld Lokeren, Beveren of Sint-Pieters-Leeuw. Misschien heeft het kusttoerisme daarmee te maken? Naast de 34 Vlaamse zijn er ook 24 Waalse Steden in kaart gebracht en de 19 (niet expliciet genoemde) tweetalige Brusselse gemeenten, waarvan deze laatste op 8 aaneensluitende dubbelbladige plannen. Aldus geteld komt men aan 77 Steden (cfde titel)wat voor buitenstaanders wellicht niet eenvoudig af te leiden was, noch uit de 80 genummerde kaartjes, noch uit 4än van de registers! De keuze van gemiddeld kleinere kaartschalen dan in het 55-Steden- boek en de tweetaligheid van de Brusselse gemeenten hebben het de kaartredaktie geenszins gemak- kelijk gemaakt. Het alfabetische straatnamenregister is zowat vijf- maal groter geworden dan in het 55-Stedenboek, doch deze namen heeft men logischerwijze niet alle kunnen opnemen in de totale kaart- reeks. Het was ongetwijfeld een bewuste keuze van de kaartredak tie, doch met een aantal logische (doch voor de kaartgebruiker min- der-bewuste) consequenties van- dien: - Vooreerst zijn een belangrijk aantal Straten niet voorgesteld op de plannen: ongeveer 1/3 in de dichte bebouwing. Dit komt wel ten goede aan de 'rust' en de lees- baarheid van het kaartbeeld, ten- minste als de generalisatie ervan steeds zinvol gebeurd zou zijn - Het stelt de kaartgebruiker niet in Staat om bijvoorbeeld het aantal dwarsstraten of zijwegen te teilen die hem op een gegeven moment nog scheiden van zijn doel. Identi- ficeert de kaartlezer te velde de straat, waarvan de naam wdl op het plan Staat, dan zal hij - uit- gaande van de schaalstok - precies de af stand moeten bepalen tot an dere referentiepunten, die ook weer opgenomen moeten zijn in het kaartbeeld. Een steekproef wees uit dat van de 54 Straten in Overs- nes Biest (Antwerpen-Wilrijk) er slechts 24 getekend en maar 20 van benoemd werden. Ook andersom kan het gebeuren dat benoemde Straten (in de kaart) niet vermeld zijn in het register omdat ze toe- vallig niet meer behoren tot de gern een te die bovenaan het kaart- blad vermeld Staat. Voor wie de (deel)gemeenten van Antwerpen en Brüssel niet uit het hoofd kent, kan dat wel eens vervelend zijn. Ook op andere plannen is dat merkbaar: bijvoorbeeld de Straten van Oud- Turnhout of Kapellen op de respek tieve kaarten van Turnhout (74) en Brasschaat (14)Zouden ook did straatnamen - uiteraard op een typologisch andere manier - niet in het register kunnen worden op genomen? Eigenaardig genoeg wordt er vanuit het register zelfs helemaal niet verwezen naar de stadskemen van Antwerpen (plan 10) en Brüssel (plan 26), die blijkbaar achteraf - na het opstel- len van het stratenregister - aan de kaartreeks zijn toegevoegd! Beider uitsnede is daarbij ook af- wezig op de 2 kleinere overzichts- plannen, die elk hddl wat minder straatnamen bevatten gezien hun kleinere schaal: 1 25.000 voor p. 6-7 en 22 t.o.v. 1 10.000 voor p. 10 en 26. Dat zal een ieder onverklaarbaar lijken! - De tweetaligheid van een derge- lijke atlas is steeds een uitdaging, zeker voor een buitenlandse uit- gever. In grote mate is hij erin geslaagd de tweetaligheid conse- quent toe te passen in de 19 twee talige Brusselse gemeenteplannen en in de overeenkomstige index- lijst. Toch maakt hij zieh schul dig aan enige partijdigheid, al dan niet door plaatsgebrek: bijvoor beeld Porte de Flandre of Montagne de la Cour op plan 26; de gemeen- te-afkorfingen in de straatnamen- lijst zijn eveneens uit het Frans afgeleid. Is het de kartograaf ook ontgaan dat Sint-Stevens-Woluwe (p. 20) en Kraainem (p. 23) Vlaamse gemeen ten zijn? F'ranstalige straatnamen bestaan er dan ook niet! Het Univer- sitair Ziekenhuis te Woluwe (p. 23) behoort enkel tot de Universite Catholique de Louvain en niet aan de K.U. Leuven enz. Het zou niet eerlijk zijn nog andere plaatselijke onnauwkeurigheden te vermelden want de globale indruk is zeker bevredigend. Alleen een kartograaf weet hoeveel fouten of onnauwkeurigheden in zijn teken- werk kunnen sluipen. Het is bijna niet te begrijpen dat de prijs voor dit werkje ook op slechts 275 Bfrs. is gesteld, net als het 55-Stedenboek, niettegen- staande het feit dat het de helft meer kaartbladen bevat en een vijfmaal langer stratenregister! F. Depuydt KT 1986. XII. 1 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 59