vier bitplanes 16combinaties (24) 0000 0001 1111 Figuur 5. Het gebruik van 4 bitplanes. bitplanes zien en figuur 4b laat zien wat het effekt hiervan op het kaartbeeld is. Veel Systemen hebben tegenwoordig de mogelijkheid om zo 256 verschillende combinaties (grijswaarden of kleuren - 8 bitplanes) op te nemen, zodat de kaartelementen als het wäre ge- codeerd worden. Zoals al opgemerkt, kunnen rasterbestanden erg om- vangrijk zijn. Bij sommige Scanners kunnen 105 ras- tervierkantjes per mm2 geregistreerd worden. Uit- gaande van 16 bits per Vierkant voor een kaart van 50 x 50 cm geeft dat 40 x lO^O bit. Nu is het niet zo dat op de kaart elke 0, 025 mm (het oplossend vermö gen van de Scanner) een verandering optreedt, zodat er eigenlijk veel 'overbodige' informatie wordt opge- slagen. Er zijn methoden bedacht om de rasterbestanden flink in te körten. De bekendste methode is de zgn. raster- met-runlengte-struktuur. Per scanlijn (een horizon tale rij vierkantjes in het bestand) worden alleen de overgangen naar een andere vierkantswaarde geno- teerd. Figuur 6 geeft hiervan een voorbeeld. Deze manier van gegevensreduktie vindt overigens slechts plaats in 66n richting. In vertikale richting vindt geen reduktie plaats. Een nadeel van deze methode is dat het bestand minder toegankelijk wordt, waardoor be- werkingen met de gegevens moeilijker verlopen. Het feit dat er nog geen efficiSnte oplossing voor datareduktie van rasterbestanden is, heeft tot gevolg dat kartografische ontwikkelingen met rasterbestan den zieh voornamelijk op het kleinschalige vlak af- spelen. De voorbeelden die bekend zijn komen dan ook alle uit die hoek. Grootschalige kaarten zijn in veel gevallen monochrome lijnenkaarten. Een groot deel van het kaartbeeld is 'leeg' en het opslaan van 0 1 1 1 2 2 2 2 0 0 rasteropslag gewoon 0.1.1.1.2.2.2.2.0.0 met run- lengte 1 (0). 3(1).4(2).2(0) leegte in de Computer is niet alleen zinloos, maar ook kostbaar. De meeste oplossingen voor grootschalige kartografische automatiseringsprojekten blijken geba- seerd op de vectorgegevensstruktuur. Dit hangt samen met de manier van gegevensverzamelen ten behoeve van dit soort kaarten. Denk maar aan de landmeter met zijn zelfregistrerende taehymeter en de foto- grammetrist met zijn analytische plotter, die vector- gerieht zijn. Basisrasteroperaties Vanuit andere beeldverwerkingstoepassingen, onder andere de remote sensing zijn een aantal basisraster operaties bekend. Door een kombinatie van basis rasteroperaties ontstaan bewerkingsmogelijkheden die voor de kartografie nuttig zijn. De hieronder weergegeven voorbeelden zijn in de meeste gevallen uitgewerkt met 66n bitmap. De basis rasteroperaties zijn: - Parallelle verschuiving (figuur 7). Het beeld kan in allerlei richtingen verschoven worden. In het voor beeld heeft een verschuiving naar boven plaatsgevonden. Figuur 7. Parallelle verschuiving. - Rekenkundige kombinaties (figuur 8). Twee raster bestanden kunnen met elkaar gekombineerd worden, waarbij de overlappende rastervierkantjes een hogere (bij optellen) of lagere (bij aftrekken) waarde krijgen. Figuur 8. Rekenkundige kombinaties - Logische kombinaties (figuur 9). Twee rasterbestan den worden met elkaar vergeleken en afhankelijk van de vraagstelling bij deze vergelijking houdt men een bepaald beeld over. In figuur 9 zien we het resultaat van de vraag A en B en van A en/of B. A en B Aof B Figuur 6. Figuur 9. Logische kombinaties KT 1986. XII. 2 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 25