66.7 hard copy unit Apparaat voor het vervaardigen van
afdrukken, meestal op papier, van informatie die op
een beeldscherm (66.5) is opgebouwd.
Syn: beeldschermkopieerapparaat.
66.8 tekenautomaat Apparaat voor het vervaardigen van
tekeningen en kaartoriginelen uit digitale gegevens.
Opm: In samengestelde termen gebruikt men
meestal de term plotter. Naar de wijze van beeld-
opbouw onderscheidt men (1) vektorplotter en (2)
rasterplotter. Naar de vorm van het tekenvlak onder
scheidt men (3) automatische tekentafel en (4)
trommelplotter.
66.9 tekenkop Onderdeel van een tekenautomaat (66.8),
waarmee feitelijk het kaartbeeld wordt getekend of
gegraveerd.
Opm: De tekenkop is een in twee richtingen be-
weegbare houder met verwisselbare tekenpennen
en/of graveerbeitels.
Bij het graveren is de (1tangentiele besturing van de
tekenkop van groot belang. Deze zorgt ervoor dat het
graveergereedschap steeds in de richting van de
beweging wordt gehouden.
66.10 fotokop Projektor die in de plaats van een tekenkop
(66.9) op een tekenautomaat kan worden gemonteerd
en waarmee weer te geven lijnen en Symbolen via
uitsparingen in een symboolschijf (66.11) op film
kunnen worden geprojekteerd.
66.11 symboolschijf Draaibare schijf met uitsparingen, te
plaatsen in een fotokop (66.10) en bestemd om lijn-
elementen, Symbolen, letters en cijfers direkt op de
gewenste plaats te projekteren.
66.12 digitaliseren Het omzetten van analoge gegevens
(66.24) in digitale gegevens (66.25) met behulp van
een digitizer (66.3).
Opm: Bij het met de hand digitaliseren kan men
punt-voor-punt aanwijzen en registreren, of bij het
volgen van een lijn op vaste afstanden dan wel na
vaste tijdsintervallen punten registreren. Men noemt
dit: digitaliseren volgens resp. (1) point mode, (2)
incremental mode en (3) time mode.
Bij het digitaliseren van kaartelementen zal men in
het algemeen de aard van de elementen met behulp
van een kode (66.22) vastleggen.
66.13 aftasten Het punt-voor-punt opzoeken en in elektri
sche Signalen omzetten van de positie van beeld-
elementen.
Opm: Het aftasten volgens een vast patroon, meestal
in stroken, noemt men (1) scannen of vlaksgewijs
aftasten. Het omzetten van gescande gegevens of
(2) rastergegevens naar (3) lijn- of vektorgegevens
noemt men (4) vektoriseren.
66.14 korrigeren Het aanvullen of verbeteren van gegevens
in een kartografisch bestand (66.23) met behulp van
een interaktief systeem (66.1a).
Syn: editeren.
66.1 5 selekteren Het opzoeken van bepaalde kategorieen
gegevens uit een kartografisch bestand (66.23) met
gebruikmaking van de mee-ingevoerde Objektkodes
(66.22).
66.16 datacompressie Het reduceren van een teveel aan
geregistreerde punten door een vereenvoudiging
van de digitale vastlegging.
Opm: Datacompressie dient o.m. om het bestand
niet onnodig groot te maken en het aanbrengen van
mutaties te vergemakkelijken.
Opm: Op rasterbestanden wordt gewoonlijk ook
datacompressie toegepast.
Syn: datareduktie.
66.1 7 afvlakken Het via rekenkundige weg vervangen van
een reeks geregistreerde punten door een kromme,
al of niet gepaard gaande met datacompressie
(66.16).
Opm: Bij deze bewerking worden de knikpunten in
een lijn vervangen door een vloeiende, kontinue
kromme.
Syn: smoothing.
66.18 automatisch tekenen Het vervaardigen van een
tekening vanuit een kartografisch bestand (66.23)
met behulp van een Computer en een tekenautomaat.
Opm: Het resultaat noemt men (1computertekening
of plot.
Syn: plotten.
66.19 interaktief werken Werkwijze waarbij een voort-
durende kommunikatie plaatsvindt tussen de karto-
graaf-operateur en de Computer. Hierdoor wordt het
resultaat van iedere manipulatie met het gegevens-
bestand direkt zichtbaar op het beeldscherm (66.5).
66.19a funktietoetsenbord Toetsenbord met funktietoetsen
(in tegenstelling tot alfanumerieke toetsen) dat o.m.
bij interaktief werken (66.1 9) wordt gebruikt voor de
invoer van opdrachten in het systeem.
66.20 menu Tabel bestaande uit rechthoekige velden, die
elk een bepaalde funktie of commando voorstellen
en door aanwijzing met de Cursor (66.4) worden
geaktiveerd.
Opm: Het menu kan geprojekteerd worden op het
beeldscherm (66.5), of bevestigd zijn op de digitali-
seertafel (66.3(1
Een menu bevat vaak alle legenda-eenheden van een
kaart (en daarmee dus de kodes), maar er staan
meestal ook een aantal in- en uitvoercommando's
op, bijv. print', plot' of einde programma'.
66.22 (objekt)kode Een alfanumerieke kode, die aan elk
geregistreerd punt, lijnstuk of vlak is toegevoegd, ter
aanduiding of identifikatie van de specifieke aard van
het betreffende element.
Syn: kodering.
66.23 kartografisch bestand Een verzameling kaartgege-
vens in digitale vorm en volgens een bepaalde struk-
tuur opgebouwd.
Opm: De struktuur dient te zijn afgestemd op de
speciale behoeften van de gebruiker(s) met het oog
op het opslaan, opzoeken en manipuleren van de
informatie.
NVK1986
39