CARIN Figuur 1. Basisconfiguratie CARIN beschikbare 5 miljard bit 4,4 miljard overblijven. Voert men echter de 'speelduur' van de CD-ROM met 10% op tot 66 minuten, zoals de bedoeling is, dan komt men op 4, 8 miljard bit uit, wat overeenkomt met (delen door 8) 600 miljoen byte. Een stapel van 15 meter Om een indruk te krijgen van de geheugencapaciteit van zo een CD-ROM, kan men de opslagmogelijkheid omrekenen in getypte velletjes papier van A4-for- maat met 50 regels 80 karakters. Elke pagina be- vat dan 4000 karakters. Bij toepassing van de ASCII (American Standard Code for Information Interchange) wordt elk karakter door 8 bit (1 byte) voorgesteld. We hebben dus 4000 byte per pagina. De CD-ROM van 66 minuten speelduur biedt plaats aan 600 miljoen byte. We zouden dus 600. 000. 000 4000 150. 000 pagina's op de plaat onder kunnen brengen. Stelt men de dikte van 66n velletje papier op 0,1 mm, dan hebben 150. 000 A4-tjes op elkaar gestapeld een hoogte van 15 meter, dat is ongeveer 5 etages hoog. Zuinig coderen Verplaatsen we ons in de situatie van de digitale kar- tograaf, dan worden we met de opgave gekonfronteerd om een normale kaart, bijvoorbeeld op schaal 1:15. 000, die een stuk of dertig kleuren bevat, op zuinige manier op de CD aan te brengen. Een gangbare methode om een kaart beeldpunt voor beeldpunt af te tasten maakt gebruik van een raster van horizontale en vertikale lijnen, die bijvoorbeeld, om de 0,1 mm worden aangebracht. De kaart wordt dan dus in vierkantjes van 0,1x0,1 0, 01 mm2 on- derverdeeld, elk met zijn eigen kleur. Voor een landoppervlak van 12x14 km (zo ongeveer het oppervlak van de gemeenten Eindhoven en Geldrop samen) op een schaal van 1 15. 000 zou men dan, op deze wijze te werk gaand, 75 miljoen beeldpunten nodig hebben. Deze zouden in kleur moeten worden aangegeven. Met 5 bit kan men 2^ 32 kleuren aan. Men heeft dus 75 miljoen x 5 375 miljoen bit nodig. Dat is bijna 8% van de capaciteit van de CD-ROM. Bovendien zou het met deze methode nog niet duidelijk zijn voor de Computer waar zieh op de kaart wegen bevinden. Er is daarom gezocht naar een andere oplossing. Ge- kozen werd voor een methode waarbij de wegen - waar het toch voornamelijk om te doen is - aan te geven met behulp van knik- en/of knooppunten. Een kaarsrechte weg, zonder zij Straten, kent slechts twee van zulke punten: begin- en eindpunt. Een gebo gen weg wordt benaderd met rechte stukjes die tel- kens een knik maken. Een kruising is een knooppunt. Per punt zijn nu 32 bit nodig, namelijk 16 voor de x- en 16 voor de y-coördinaat. KT 1986. XII. 2 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1986 | | pagina 43