duidelijk dat de ontwikkeling ervan onvermijdelijk
zou zijn. Men kon toen echter nog niet overzien in
welk tijdsbestek dit zou plaatsvinden.
Een jaar iater zou blijken dat de 'Workshop' nogal be-
houdend was geweest bij het schatten van het tempo
waarin de ontwikkelingen plaats zouden vinden. In
Oktober 1983 werd, parallel aan de gebeurtenissen in
Canada, door de Amerikaanse Hydrografische Dienst
een Workshop 'E. C. in Maryland georganiseerd. De
deelnemers werden op de hoogte gebracht van de
nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de E. C.
Werd op de eerste Workshop in Canada nog over het
waarom gesproken van de E. C. in Maryland heeft
men voornamelijk stil gestaan bij de vraag hoe een
en ander gerealiseerd zou moeten worden. Tevens
werd de industrie de mogelijkheid geboden hun E. C.-
apparatuur nader toe te lichten.
Nu, ruim 2^ jaar later, is het aanbod op de commer-
ciele markt sterk uitgebreid, maar nog steeds vol-
doet geen van deze Systemen aan de eisen die de
hydrografische wereld aan een elektronische naviga-
tiekaart stelt.
De reden voor de afkeurende houding vanuit de hydro
grafische wereld ligt in het feit dat de E. C. minimaal
die mogelijkheden moet bieden die de papieren kaart
altijd heeft geboden. Er moeten dus zeer hoge eisen
gesteld worden aan de hard- en Software van de E. C.
Evenals bij de papieren kaart zal ook bij de E. C. de
veiligheid van de scheepvaart voorop moeten staan.
In juni 1984 werd door de Nederlandse Hydrografische
Dienst voor gei'nteresseerden een bijeenkomst over
het onderwerp E. C. georganiseerd.
Het initiatief daartoe werd ook uitgedragen naar de
'North Sea Hydrographie Commission' (NSHC), wat
resulteerde (tijdens de 15e conferentie van de NSHC
in September 1984 te Antwerpen) in de oprichting van
een speciale NSHC-werkgroep ECDIS, die de NSHC
van advies moest gaan voorzien met betrekking tot
de E. C.
De voorzitter van de werkgroep, waarvan Groot-
Brittannie, Frankrijk, West-Duitsland, Denemarken,
Noorwegen, Zweden en Nederland deel uitmaken, is
de Nederlandse Chef der Hydrografie, SBN L. H. van
Opstal.
Tijdens de eerste samenkomst van de werkgroep in
januari 1985 werd in het algemeen gesproken over de
vraag: 'wat is een E. C. De verschallende aspekten
die daarbij ter sprake kwamen werden aan de deel-
nemende landen meegegeven voor verdere studie,
teneinde daarover tijdens de volgende bijeenkomsten
meer in detail te kunnen treden. Inmiddels is de
werkgroep vier keer bijeen geweest en heeft men
overleg gepleegd met de scheepvaartinspektie, de
internationale maritieme organisatie (IMO) en het
bedrijfsleven.
Ongeveer tegelijkertijd met de oprichting van de
werkgroep ECDIS is het CMO (Stichting Coördinatie
Maritiem Onderzoek) begonnen aan de ontwikkeling
van het zgn. 'Brug-90 projekt'. De E. C. moet een
onderdeel gaan vormen van deze Brug-90, de
commando-centrale van een modern schip met aller
lei technische hoogstanden op het gebied van bestu-
ring, navigatie en gegevensverwerking. Bij de uit-
voering van dit projekt, een Nederlandse aangelegen-
heid, houdt het CMO nauw kontakt met de Nederland
se Hydrografische Dienst en de industrie.
Uit de verschillende onderzoeken is duidelijk gewor
den dat een elektronisch navigatiekaart-systeem moet
voldoen aan de volgende eisen:
- ECDIS-systemen moeten gei'ntegreerd kunnen wor
den met andere elektronische navigatiemiddelen.
- ECDIS-systemen zullen moeten passen binnen de
wettelijke bepalingen ten aanzien van aanwezigheid
en gebruik van zeekaarten aan boord.
- ECDIS-gegevens moeten minstens van dezelfde
kwaliteit en betrouwbaarheid zijn als de huidige door
de hydrografische diensten verstrekte gegevens.
- Bepaalde informatie moet in verband met de veilig
heid voortdurend zijn afgebeeld.
- ECDIS-systemen zullen in staat moeten zijn alle
funkties te vervullen die voor een veilige navigatie
noodzakelijk zijn.
Bovengenoemde eisen zullen zonder twijfel worden
aangepast zodra men praktijkervaring heeft met een
E. C.
Het is de industrie die de verschillende (semi-)over-
heidsinstanties onder druk zet om te komen tot de
uiteindelijke eisen die gesteld moeten worden aan
een E. C. zodat op commerciBle basis begonnen kan
worden met de ontwikkeling.
Teneinde die eisen te kunnen opstellen is door de
werkgroep ECDIS onder andere aandacht besteed aan
kartografische ontwerpen van de E. C.
Kartografisch ontwerp
Binnen de NSHC is het ontwikkelen van de speeifikaties
voor de E. C. officieel de taak van West-Duitsland ge
weest. Ook andere landen echter hebben zieh daar-
mee bezig gehouden, mede om een zinvolle diskussie
over dit aspekt te kunnen voeren.
De Nederlandse Hydrografische Dienst heeft met een
projektgroep E. C. gewerkt aan het ontwerpen van
kaartspeeifikaties, waarbij het uitgangspunt was: "Op
welke wijze kan de bestaande papieren zeekaart ge-
presenteerd worden op een beeldscherm, met andere
woorden hoe gaat het beeld er op een display uitzien
en hoe kan dat technisch gerealiseerd worden?".
Hierbij komen met name naar voren:
1. Een beeldscherm is (nog) relatief klein, maar
moet toch veel informatie weergeven; de wijze van
grafische presentatie speelt een grote rol.
2. Aspekten ten aanzien van de technische realisatie
zijn onder andere de integratie van het radarbeeld
en van de positie van het schip in de beeldvorming,
de snelheid waarmee het beeld opgebouw kan wor
den en de daarmee samenhangende opbouw van het
gegevensbestand.
Grafische presentatie
I nfo rm ati el age n
Aangezien de eis gesteld is dat de E. C. minimaal
dezelfde mogelijkheden moet bieden als de papieren
zeekaart, zou de grafische presentatie een afbeelding
van die papieren kaart op een beeldscherm kunnen
zijn. Bijvoorbeeld door middel van 'scannen' van
bestaande kaarten, kan de informatie in digitale vorm
worden verzameld. Echter, het beeld van de gemid-
delde zeekaart is dermate vol dat als gevolg van een
beperkte beeldscherm-resolutie het (nog) niet moge-
lijk is om al deze informatie als geheel op het scherm
KT 1986. XII. 2
37