U. N. Group of Experts on Geogra-
phical Names (UNGEGN). Behalve
inleldingen van prof. Blok (Neder-
land), voorzitter van de UNGEGN
en Donald J. Orth van de U. S.
Board on Geographical Names zijn
tien artikelen opgenomen waarin
het gehele gamma van de V. N. ak-
tiviteiten voorbij trekt. Liefst vijf
artikelen zijn van de hand van prof.
Josef Breu (Oostenrijk), oud-di-
rekteur van het Ost- und Südost
europa Institut, Wenen en hoofd-
redakteur van de Atlas der Donau-
länder, man van groot gezag op
het terrein der toponymie. Breu
geeft respectievelijk een samen-
vatting van het sociale en economi-
sche nut van de standaardisering
van geografische namen, belicht
vervolgens struktuur en aktiviteiten
der UNGEGN, geeft een overzicht
van de V. N. -resoluties inzake de
romanisering van aardrijkskundige
namen uit niet-Latijnse schrift-
systemen, introduceert vervolgens
het exonymenvraagstuk en besluit
met een opsomming van de richt-
lijnen voor de schrijfwijze van
aardrijkskundige namen zgn. Topo
nymie Guidelines in Oostenrijk die
voor tal van andere landen model
hebben gestaan. Van de andere
artikelen verdienen vermelding dat
van Blok over de in de toponymie
gebruikte, door de UNGEGN aan-
bevolen, terminologie, in totaal
175 termen, voorts het artikel van
bovengenoemde Donald J. Orth met
richtlijnen voor de vorming van
nationale commissies die zieh met
de standaardisering van aardrijks
kundige namen bezighouden en van
F. J. Ormeling sr. over de po-
gingen om een eerste internationale
introduktiecursus in de toponymie
van de grond te krijgen, welke uit-
eindelijk in 1982 te Cisarua, Indo-
nesia met succes werden bekroond.
Hoewel de meeste artikelen reeds
in een ander verband onder andere
eiders in rapporten van de V. N. het
licht zagen verdient deze aflevering
van World Cartography als samen-
vattend overzicht toch alle waarde-
ring. Als zodanig bewijst het
bloedarme periodiek van de V. N.
kartografen en toponymisten een
belangrijke dienst, vooral zoals
Trygve Lie in 1951 voor ogen stond,
in de Derde Wereld waar de stan
daardisering van aardrijkskundige
namen nog in de kinderschoenen
Staat. Men kan zieh tenslotte
slechts verbazen over de volgorde
der artikelen. Breu's verhaal over
het nut van standaardisering, dat
ten grondslag ligt aan alle inspan-
ning op dit terrein, evenals dat
van Blok over het vakjargon,
noodzakelijk voor het goed ver-
staan daarvan, hadden als openings-
artikelen geplaatst moeten worden,
in plaats van als het wäre verscho-
len te gaan tussen andere onderwer-
pen.
F. J. Ormeling sr.
"GEOGRAFICESKAJA KARTO-
GRAFIJA - Vzgljad v buduscea"
(Geografische kartografie - een
blik in de toekomst). Redaktie:
G. I. Rycagov, A. M. Berljant en
V. S. Tikunov. Izdatel'stvo Mos-
kovskogo universiteta (Uitgeverij
van de universiteit van Moskou),
1986, 228 pp. Röbel 1, 80 DK.
528. 9.
In november 1985 werd aan de
universiteit van Moskou de 80ste
verjaardag gevierd van professor
dr. Konstantin Alexejewitch
Salichtchev, prominent kartograaf,
die zieh door zijn veelzijdige pu-
blikaties op wetenschappelijk,
pedagogisch en maatschappelijk
terrein in vakkringen, nationaal
zowel als internationaal, grote
vermaardheid geniet. Ter gelegen-
heid van dit heuglijke feit boden
vrienden, collega's en leerlingen
de jubilaris een publikatie aan met
de in de aanhef genoemde titel.
Hoewel Salichtchev er zelf aan
meewerkte, heeft het boek alle
kenmerken van een Festschrift.
De auteurs, onder wie verschil-
lende die wij van vorige publika-
ties kennen zoals Berljant, Evteev,
PreobrazenskijZaruckaja,
Zukov en anderen, refereren in
hun artikelen regelmatig aan de
opvattingen van de meester die
zieh met de meeste der gekozen
thema's eerder heeft beziggehou-
den.
De publikatie opent met een levens-
beschrijving van de jubilaris en
een opsomming van zijn publika-
ties die liefst 19 pagina's in beslag
neemt. Op deze biografie, waar-
aan onder meer de bekende geo-
graaf Papanin meewerkte, volgen
de wetenschappelijke bijdragen die
zijn te verdelen in vier groepen
namelijk: 1. Theorie van de geo
grafische kartografie, 2. Samen
stelling en evaluatie van themati
sche kaarten, 3. Nieuwe methoden
in de thematische kartografie, 4.
Onderwijskartografie.
Groep 1 opent met een bijdrage van
de maestro zelf, getiteld Weten
schappelijke begrippen en methoden
in de ontwikkeling der kartografie.
Vervolgens behandelt Sockij de Toe-
komstige koers van de Sovjetkarto-
grafie. Berljant bespreekt de Inte-
gratie van kartografische en aero-
kosmische methoden waarin hij
het begrip Geo-ikonen introduceert
waarmee figuratieve voorstellingen
worden bedoeld. Tikunov schrijft
over Theoretische benadering van
modellenbouw in de thematische
kartografie, terwijl het duo
Zolovskij en Parchomenko schrijft
over Kartering van de uitbuiting
van het natuurlijk milieu.
Groep 2 begint met een artikel van
de dames Zaruckaja, Vostokova en
Svatkova over Problemen en toe-
komstige ontwikkeling van de
milieukaartering, waarin onder
andere internationale projekten,
waaronder de bodemkaart van de
UNESCO, worden behandeld.
Evteev, Zukov en Janvareva schrij-
ven over Theorie, Methodiek en
Praktijk van de Sociaal-economi-
sche kaartering. Rudenko vervolgt
met Evaluatieproblemen van the
matische kaarten t. b. v. Nationale
Planning, terwijl Cervjakov deze
groep besluit met een paper over
Nieuwe ontwikkeling in de bodem-
kaartering en de voorstelling van
discreta onder gebruikmaking van
de Computer.
In groep 3 wordt de spits afgebeten
door Sebenjuk over Tendenzen en
Perspectieven van de automatise-
ring in de thematische kartografie,
waarin computerkartografen aan
hun trekken komen. Kilner schrijft
vervolgens over de Complexe
kaartering van natuurlijke hulp-
bronnen met gebruikmaking van
satellietbeelden. Kniznikov en
Kravcova behandelen het thema
Kartering met behulp van satel
lietbeelden - heden en in de toe
komst waarin de mogelijkheden
van Meteosat, Geos, GMS (Japans)
en SPOT worden vergeleken. Het
volgende artikel is van Koskarev
die schrijft over Regionale Geo-
informatiesystemen als basis voor
thematische kaarteringen, waaruit
zou blijken dat dergelijke Syste
men zieh in de Sovjetunie nog in
een Stadium van voorbereiding be-
vinden. Novakovskij tenslotte sluit
groep 3 af met een verhandeling
over Problemen en perspectieven
KT 1986. XII. 2
53